Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.de vennootschap naar buitenlands recht SAMRUK-KAZYNA JSC,
2.de REPUBLIEK KAZACHSTAN,
1.[geïntimeerde 1],
2.[geïntimeerde 2],
3.de vennootschap naar buitenlands recht ASCOM GROUP S.A.,
4.de vennootschap naar buitenlands recht TERRA RAF TRANS TRAIDING LTD.,
sovereign wealth fund’ dat meerdere deelnemingen in Kazachse bedrijven beheert. De enig aandeelhouder van Samruk is de republiek Kazachstan.
onmiddellijkebestemming van de beslagen goederen publiek is.
primairof het beslag moet worden opgeheven omdat het onrechtmatig is nu het niet is gelegd op een goed van de schuldenaar (Kazachstan) maar op het goed van een derde (Samruk), en
subsidiairof het beslag moet worden opgeheven omdat het misbruik van bevoegdheid oplevert (rov. 3.4);
jurisdictie; de voorzieningenrechter heeft immers geoordeeld dat Samruk misbruik maakt van haar in beginsel bestaande bevoegdheid zich tegenover [geïntimeerden] op haar juridische zelfstandigheid te beroepen en omdat uit de aard van deze handeling van Samruk (kennelijk: het beroep op juridische zelfstandigheid, hof) niet kan worden afgeleid dat zij daarbij een typische overheidstaak uitoefende (rov. 3.6);
executieheeft Samruk uitsluitend gedaan voor het geval Samruk met Kazachstan moet worden vereenzelvigd; de voorzieningenrechter heeft Samruk en Kazachstan echter niet vereenzelvigd; maar ook indien de voorzieningenrechter wel vereenzelviging heeft aangenomen faalt het beroep op immuniteit van executie; het is immers aan [geïntimeerden] om aannemelijk te maken dat niet de uiteindelijke (ultieme), maar de onmiddellijke bestemming van de goederen (de aandelen van Samruk in KMGK) een andere dan publieke bestemming is en [geïntimeerden] hebben dat, mede gelet op wat Samruk en Kazachstan zelf reeds hadden gesteld omtrent het commerciële doel van Samruk, in voldoende mate gedaan (rov. 3.7);
Samrukals ‘State’ in de zin van art. 2 lid 1, onderdeel b (iii) VN-Verdrag moet worden beschouwd. De Hoge Raad heeft onmiskenbaar bedoeld dat na verwijzing wordt nagegaan of de in beslag genomen aandelen als ‘property’ van
Kazachstanmoeten worden aangemerkt; dat Kazachstan een ‘staat’ is in de zin van art. 2 lid 1, onderdeel b (i) VN-Verdrag staat vast.
its property or property in its possession or control’. [1] Beslissend is dus of Kazachstan de controle (in de zin van ‘zeggenschap’) uitoefent over de in beslag genomen aandelen.
to increase the national welfare of the Republic of Kazachstan’; [2]
development strategy’ van Samruk; meer in het bijzonder is Kazachstan (als enig aandeelhouder) exclusief bevoegd te besluiten tot vervreemding van staatsdeelnemingen; [4]
Board of Directorsvan Samruk worden benoemd en ontslagen door Kazachstan als enig aandeelhouder; op grond van de statuten van Samruk dient ten minste 40% van de
Board of Directorsuit onafhankelijke bestuurders te bestaan; [5] besluiten door de Board of Directors worden met gewone meerderheid genomen; [6]
Management Boardvan Samruk, die verantwoordelijk is voor de operationele activiteiten (‘
day to day activities’) van Samruk, is verplicht de besluiten van de enig aandeelhouder en de
Board of Directorsuit te voeren; [7] benoeming en ontslag van de
Chairman of the Management Boardis voorbehouden aan Kazachstan als enig aandeelhouder. [8]
Board of Directorste benoemen en te ontslaan, de uiteindelijke zeggenschap over Samruk uitoefent. Hierbij kan verder in het midden blijven in hoeverre Kazachstan in feite een nog veel grotere invloed op de gang van zaken binnen Samruk uitoefent dan uit de formele bevoegdheden van de enig aandeelhouder blijkt, zoals [geïntimeerden] aanvoeren. Evenmin is van belang dat Kazachstan en Samruk een overeenkomst (de ‘
Agreement on Cooperation between the Government of the Republic of Kazachstan and the Fund’) hebben gesloten waarin, volgens Kazachstan, is vastgelegd dat Samruk operationele zelfstandigheid heeft en dat het besturen van Samruk door Kazachstan uitsluitend geschiedt door middel van de uitoefening van de bevoegdheden als aandeelhouder en de vertegenwoordiging van regeringsleden in de Board of Directors. [10] Die overeenkomst doet immers geen afbreuk aan de uiteindelijke zeggenschap die Kazachstan juist op grond van de wettelijke en statutaire bevoegdheden van Kazachstan als enig aandeelhouder over Samruk kan uitoefenen.
(…) specifically in use or intended for use by the State for other than government non-commercial purposes’ zijn in de zin van art. 19, onderdeel c, VN-Verdrag.
bewijzendat de in beslag genomen aandelen een andere dan een publieke bestemming hebben, dienen zij dit wel aannemelijk te maken en hiervoor voldoende gegevens aan te dragen.
to increase the national welfare of the Republic of Kazachstan’ en dat Samruk deze aandelen niet mag vervreemden zonder toestemming van Kazachstan. Daarbij is van belang dat niet alleen Kazachstan als enig aandeelhouder de uiteindelijke zeggenschap over Samruk uitoefent maar dat er ook wettelijke waarborgen zijn getroffen om te verzekeren dat Kazachstan (behoudens een door Kazachstan door te voeren wetswijziging) ook enig aandeelhouder van Samruk blijft. Bovendien heeft het doel van Samruk (‘
to increase thenational welfareof the Republic of Kazachstan’, onderstreping toegevoegd) ook niet alleen betrekking op de opbrengsten uit de aandelen in KMGK die Kazachstan als aandeelhouder van Samruk uiteindelijk ten goede kunnen komen. Het doel van Samruk is onmiskenbaar breder. Zoals Kazachstan, in zoverre (onvoldoende) gemotiveerd bestreden, heeft aangevoerd, is het doel van Samruk met name om door een optimaal beheer van de door haar gehouden staatsdeelnemingen bij te dragen aan de economische ontwikkeling van de Kazachstan en de nationale welvaart te vergroten. [13] Dit bevestigt nog dat de bestemming van de door Samruk gehouden staatsdeelnemingen, waaronder de in beslag genomen aandelen KMKG, een publieke bestemming hebben.
in eerste aanlegbegroot op (€ 618,-- aan griffierecht en € 80,42 aan dagvaardingskosten =) € 698,42 en € 9.516,-- voor salaris van de advocaat, en
in hoger beroeptot op heden op (nihil aan griffierecht en € 80,42 aan dagvaardingskosten =) € 80,42 en € 34.230,-- aan salaris van de advocaat, alsmede op € 163,-- aan nasalaris voor de advocaat, nog te verhogen met € 85,-- indien niet binnen veertien dagen na aanschrijving in der minne aan dit arrest is voldaan en vervolgens betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden, en bepaalt dat deze bedragen binnen 14 dagen na de dag van de uitspraak dan wel, wat betreft het bedrag van € 85,--, na de datum van betekening, moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan deze bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf het einde van genoemde termijn van 14 dagen tot aan de dag van voldoening;