ECLI:NL:GHDHA:2022:879

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
19 mei 2022
Publicatiedatum
20 mei 2022
Zaaknummer
200.291.203/02
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking verzoek in civiele procedure zonder benoeming deskundige

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 19 mei 2022 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van [verzoeker] in een civiele procedure. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van een eerdere zitting op 28 februari 2022, waar [verzoeker] had verzocht om de benoeming van een deskundige. Hij stelde dat hij geen eerlijk proces zou krijgen als het hof geen deskundige benoemde. Het hof had op 26 april 2022 al een eindarrest gewezen in de hoofdzaak, waarin het niet overging tot het benoemen van een deskundige. Dit leidde tot de conclusie dat het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk was, omdat de procedure al was beëindigd met de einduitspraak. De wrakingskamer oordeelde dat de wraking niet meer effect kon hebben, aangezien de rechter al een einduitspraak had gedaan. Het hof verklaarde [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking en bepaalde dat een afschrift van deze beslissing zou worden toegezonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Zaaknummer : 200.291.203/02
Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakings- en verschoningsverzoeken van 19 mei 2022
inzake de verzoeken tot wraking, als bedoeld in artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), in de hoofdzaak met rolnummer 200.291.203/01 van:

[verzoeker],

wonende te [woonplaats],
verzoeker,
hierna te noemen: [verzoeker].

Het geding

1.1.
Het hof heeft op 26 april 2022 arrest gewezen in een procedure aanhangig tussen [verzoeker] als appellant en de Stichting Haags Ambulatorium als geïntimeerde. Op 28 februari 2022 is in die procedure een mondelinge behandeling gehouden. [verzoeker] heeft blijkens het proces-verbaal van die zitting een voorwaardelijk verzoek tot wraking gedaan van mrs. G. Dulek-Schermer, voorzitter, H.M.H. Speyart van Woerden en J. van de Klashorst, leden. Op 29 april 2022 heeft [verzoeker] per mail aangedrongen op behandeling van het wrakingsverzoek.
1.2.
De wrakingskamer van het hof (hierna: de wrakingskamer) heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- het proces-verbaal van de zitting van 28 februari 2022,
- het arrest in de hoofdzaak van 26 april 2022,
- het e-mailbericht van [verzoeker] van 29 april 2022,
- de e-mailberichten van de coördinator van de wrakingskamer aan [verzoeker] van 2 en 5 mei 2022.
1.2.1.
Blijkens het proces-verbaal van de zitting van 31 januari 2022 heeft [verzoeker] ter zitting, voor zover van belang, naar voren gebracht:
“-
Je hebt drie opties om een deskundige te benoemen: 1. de rechter gaat zelf een deskundige benoemen, 2. de deskundige wordt door de wederpartij benoemd, 3. de deskundige wordt door mij begeleid.
(…)
- Nu de vraag: moeten we een deskundige raadplegen, en zo ja: hoe? Ik had u net al een keuze systeem aangegeven van 3 opties. Als we dat niet gaan doen gaan we het na de schorsing daar over hebben. Mochten we die deskundigen wel in gaan zetten, dan heb ik dat het liefst in een aparte procedure. Deze zaak moet eigenlijk richting de Staat, het gaat niet alleen om het Haags Ambulatorium. Voor deze procedure: ik ben geen fan van het benoemen van een deskundige door u. Bovendien heeft u dat nog nooit gedaan. Ik vertrouw uw Hof voor geen cent. Alle 2500 rechters vertrouw ik niet. Er loopt een zaak over mijn dochter voor uw hof en ik heb een claim vanwege het onrechtmatig handelen voor uw hof. Mocht u in die onrechtmatigheidszaak einduitspraak doen, dan zeg ik u bij deze nogmaals dat ik in die zaak een voorwaardelijk wrakingverzoek heb ingediend.
(…)
- Ik wil de deskundige benoeming vastgelegd hebben in een tussenarrest. Laat mevrouw [… 1] en mij dan een deskundige uitzoeken. Mevrouw [… 2] mag er ook wat van zeggen. In het tussenarrest wordt dan opgenomen wie de deskundige wordt. Daarna is er ruimte om schriftelijk of mondeling vragen te stellen. Daarna wordt het rapport besproken. Daarna komt er pas een eindarrest. Ik ga er van uit dat het hof voldoende afstand en kritisch vermogen heeft. Aan een deskundigenbenoeming kunt u niet zo veel verpesten. U kunt dus zeggen: “U krijgt eindelijk na 18 jaar uw deskundige” en u kan me helpen aan iemand bij de Staat, want bij wie moet ik mijn claim indienen en met wie moet ik in gesprek?
- Als ik geen deskundige krijg, ga ik u voorwaardelijk wraken want dan krijg ik weer geen eerlijk proces.
(…)
- Als u geen deskundige benoemt en als u als een konijn uit de hoge hoed mevrouw [… 3] erbij gaat halen, dan kunt u beter van de zaak af. Ik wraak u daarom voorwaardelijk.
U voorzitter, houdt mij voor: Klopt het dat dit een voorwaardelijke wraking is van het hof op de grond en voorwaarde dat het hof in deze zaak beslist om geen deskundige te benoemen en daar als een konijn uit de hoge hoed mevrouw [… 3] bij haalt?
- Ik antwoord: ja, dat is zo. Als u geen deskundige benoemt heb ik geen eerlijk proces. Dan moet de zaak naar een ander.”
1.2.2.
In het arrest van 29 maart 2022 is, voor zover van belang, overwogen:

6.28 Ter zitting heeft [verzoeker] naar voren gebracht dat hij het hof wraakt indien het hof beslist om geen deskundige te benoemen (en daar opeens een deskundigenbenoeming uit 2017 – die van mevrouw [… 3] – bijhaalt). Omdat het hof in dit arrest geen deskundige benoemt, zal met het uitspreken van dit arrest aan (een deel van) de voorwaarde(n) voor de wraking zijn voldaan. Omdat dit arrest een eindarrest is, zal op dat moment de procedure voor het hof echter zijn beëindigd en kan de wraking geen effect meer op de procedure hebben. Het hof ziet geen reden om de procedure al voorafgaand aan het uitspreken van de beslissing in dit arrest te schorsen teneinde het wrakingsverzoek in handen te stellen van de wrakingskamer. Een rechterlijke beslissing als zodanig kan namelijk geen grond vormen voor een wraking. Dat geldt zowel voor beslissingen in de hoofdzaak als voor daarmee verband houdende beslissingen. Daarom kan [verzoeker] geen in rechte te respecteren belang bij zo’n schorsing hebben.
1.2.3.
In het e-mailbericht van 29 april 2022 schrijft [verzoeker] onder meer:
“Tot mijn grote verbazing heeft het Hof Den Haag - voor de zoveelste keer - mijn wrakingsverzoek opzij gezet en oneigenlijk arrest gewezen d.d. 26 april 2022, zie expliciet r.o. 6.28. Ik wijs u er nogmaals op dat het niet mogelijk is om hangende wraking, uitspraak te doen. Wraking heeft immers schorsende werking.
(…)
Graag hoor ik wanneer de wraking behandeld wordt (…)”.
1.2.4.
In het e-mailbericht van de coördinator van de wrakingskamer aan [verzoeker] van 2 mei 2022 wordt de ontvangst van het wrakingsverzoek bevestigd en in het e-mailbericht van 9 mei 2022 is aan [verzoeker] meegedeeld dat het verzoek in behandeling is genomen door de wrakingskamer, alsmede de samenstelling van de wrakingskamer.
1.3.
De wrakingskamer heeft de stukken beoordeeld en besloten uitspraak te doen zonder behandeling van het wrakingsverzoek ter zitting.
Beoordeling van de ontvankelijkheid van het wrakingsverzoek
2.1.
Bij eindarrest van 26 april 2022 is door het hof in de hoofdzaak besloten niet over te gaan tot het benoemen van een deskundige. Het hof heeft zelf vastgesteld dat met het uitspreken van dit arrest aan (een deel van) de voorwaarde(n) voor de wraking is voldaan, maar heeft desalniettemin niet geschorst teneinde het wrakingsverzoek in handen te stellen van de wrakingskamer om hierboven in 1.2.2. genoemde redenen. De hoofdzaak is door het eindarrest afgerond.
2.2.
Een wraking dient om te voorkomen dat een vooringenomen of niet onpartijdig geachte rechter nog bemoeienis met de zaak zal hebben. Dat doel kan niet meer worden bereikt als de rechter reeds een einduitspraak heeft gedaan. Het buiten effect stellen van een einduitspraak behoort niet tot de bevoegdheden van de wrakingskamer. De gang van zaken bij de totstandkoming van die einduitspraak doet daaraan niet af. Een andere opvatting zou leiden tot de niet met het wettelijk systeem verenigbare situatie dat een einduitspraak vatbaar wordt voor beoordeling en vernietiging door een rechter in dezelfde instantie. Voor partijen resteren in een geval als deze de tegen de einduitspraak openstaande rechtsmiddelen (zie ook r.o. 4.5. van ECLI:NL:RBDOR:2012:BV1526, voorheen LJN BV1526, Rechtbank Dordrecht, 96185 / HA RK 11-2064 (rechtspraak.nl)). Dit betekent dat [verzoeker] niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn verzoek tot wraking.

De beslissing

Het hof:
  • verklaart [verzoeker] niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking; en
  • bepaalt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan [verzoeker], aan de raadsheren tegen wie de wrakingsverzoeken zich richtten en aan de overige betrokkenen in de hoofdzaak.
Deze beslissing is gegeven door mrs. I.E. de Vries, J.I. de Vreese-Rood en H. Wiersinga en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 mei 2022, in aanwezigheid van de griffier.