1.2.1.Blijkens het proces-verbaal van de zitting van 31 januari 2022 heeft [verzoeker] ter zitting, voor zover van belang, naar voren gebracht:
“-
Je hebt drie opties om een deskundige te benoemen: 1. de rechter gaat zelf een deskundige benoemen, 2. de deskundige wordt door de wederpartij benoemd, 3. de deskundige wordt door mij begeleid.
(…)
- Nu de vraag: moeten we een deskundige raadplegen, en zo ja: hoe? Ik had u net al een keuze systeem aangegeven van 3 opties. Als we dat niet gaan doen gaan we het na de schorsing daar over hebben. Mochten we die deskundigen wel in gaan zetten, dan heb ik dat het liefst in een aparte procedure. Deze zaak moet eigenlijk richting de Staat, het gaat niet alleen om het Haags Ambulatorium. Voor deze procedure: ik ben geen fan van het benoemen van een deskundige door u. Bovendien heeft u dat nog nooit gedaan. Ik vertrouw uw Hof voor geen cent. Alle 2500 rechters vertrouw ik niet. Er loopt een zaak over mijn dochter voor uw hof en ik heb een claim vanwege het onrechtmatig handelen voor uw hof. Mocht u in die onrechtmatigheidszaak einduitspraak doen, dan zeg ik u bij deze nogmaals dat ik in die zaak een voorwaardelijk wrakingverzoek heb ingediend.
(…)
- Ik wil de deskundige benoeming vastgelegd hebben in een tussenarrest. Laat mevrouw [… 1] en mij dan een deskundige uitzoeken. Mevrouw [… 2] mag er ook wat van zeggen. In het tussenarrest wordt dan opgenomen wie de deskundige wordt. Daarna is er ruimte om schriftelijk of mondeling vragen te stellen. Daarna wordt het rapport besproken. Daarna komt er pas een eindarrest. Ik ga er van uit dat het hof voldoende afstand en kritisch vermogen heeft. Aan een deskundigenbenoeming kunt u niet zo veel verpesten. U kunt dus zeggen: “U krijgt eindelijk na 18 jaar uw deskundige” en u kan me helpen aan iemand bij de Staat, want bij wie moet ik mijn claim indienen en met wie moet ik in gesprek?
- Als ik geen deskundige krijg, ga ik u voorwaardelijk wraken want dan krijg ik weer geen eerlijk proces.
(…)
- Als u geen deskundige benoemt en als u als een konijn uit de hoge hoed mevrouw [… 3] erbij gaat halen, dan kunt u beter van de zaak af. Ik wraak u daarom voorwaardelijk.
U voorzitter, houdt mij voor: Klopt het dat dit een voorwaardelijke wraking is van het hof op de grond en voorwaarde dat het hof in deze zaak beslist om geen deskundige te benoemen en daar als een konijn uit de hoge hoed mevrouw [… 3] bij haalt?
- Ik antwoord: ja, dat is zo. Als u geen deskundige benoemt heb ik geen eerlijk proces. Dan moet de zaak naar een ander.”
1.2.2.In het arrest van 29 maart 2022 is, voor zover van belang, overwogen:
“
6.28 Ter zitting heeft [verzoeker] naar voren gebracht dat hij het hof wraakt indien het hof beslist om geen deskundige te benoemen (en daar opeens een deskundigenbenoeming uit 2017 – die van mevrouw [… 3] – bijhaalt). Omdat het hof in dit arrest geen deskundige benoemt, zal met het uitspreken van dit arrest aan (een deel van) de voorwaarde(n) voor de wraking zijn voldaan. Omdat dit arrest een eindarrest is, zal op dat moment de procedure voor het hof echter zijn beëindigd en kan de wraking geen effect meer op de procedure hebben. Het hof ziet geen reden om de procedure al voorafgaand aan het uitspreken van de beslissing in dit arrest te schorsen teneinde het wrakingsverzoek in handen te stellen van de wrakingskamer. Een rechterlijke beslissing als zodanig kan namelijk geen grond vormen voor een wraking. Dat geldt zowel voor beslissingen in de hoofdzaak als voor daarmee verband houdende beslissingen. Daarom kan [verzoeker] geen in rechte te respecteren belang bij zo’n schorsing hebben.”
1.2.3.In het e-mailbericht van 29 april 2022 schrijft [verzoeker] onder meer:
“Tot mijn grote verbazing heeft het Hof Den Haag - voor de zoveelste keer - mijn wrakingsverzoek opzij gezet en oneigenlijk arrest gewezen d.d. 26 april 2022, zie expliciet r.o. 6.28. Ik wijs u er nogmaals op dat het niet mogelijk is om hangende wraking, uitspraak te doen. Wraking heeft immers schorsende werking.
(…)
Graag hoor ik wanneer de wraking behandeld wordt (…)”.
1.2.4.In het e-mailbericht van de coördinator van de wrakingskamer aan [verzoeker] van 2 mei 2022 wordt de ontvangst van het wrakingsverzoek bevestigd en in het e-mailbericht van 9 mei 2022 is aan [verzoeker] meegedeeld dat het verzoek in behandeling is genomen door de wrakingskamer, alsmede de samenstelling van de wrakingskamer.