ECLI:NL:RBDOR:2012:BV1526
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid wrakingsverzoek na einduitspraak
In deze zaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. R. Moszkowicz, een wrakingsverzoek ingediend tegen de kantonrechter van de Rechtbank Dordrecht. Het verzoek tot wraking werd gedaan na een einduitspraak op 20 december 2011, waarbij de kantonrechter een beslissing had genomen zonder verzoekster de gelegenheid te bieden om te worden gehoord. Verzoekster stelde dat de kantonrechter de schijn van partijdigheid had gewekt door zonder aankondiging van mening te veranderen en een eindbeschikking te geven. De kantonrechter heeft het wrakingsverzoek echter niet geaccepteerd en verklaard dat het verzoek niet-ontvankelijk was omdat het te laat was ingediend. De kantonrechter voerde aan dat er geen sprake was van partijdigheid en dat het verzoek op feitelijk onjuiste gronden berustte.
De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking beoordeeld en vastgesteld dat het verzoek niet kon worden ingewilligd, aangezien de wet niet voorziet in de mogelijkheid om een wrakingsverzoek in te dienen na een einduitspraak. De wrakingskamer benadrukte dat een wraking bedoeld is om te voorkomen dat een vooringenomen rechter verder betrokken blijft bij de zaak, maar dat dit doel niet meer kan worden bereikt als de rechter al een einduitspraak heeft gedaan. De rechtbank verklaarde verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek tot wraking, en benadrukte dat de gang van zaken bij de totstandkoming van de einduitspraak niet relevant was voor de beoordeling van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 20 januari 2012.