ECLI:NL:GHDHA:2022:824

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
4 mei 2022
Publicatiedatum
13 mei 2022
Zaaknummer
200.290.532/01 en 200.290.548/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een deskundige in een echtscheidingsprocedure met betrekking tot de waardering van maatschapsaandelen en maatschapsvermogen

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Den Haag, betreft het een hoger beroep in een echtscheidingsprocedure. De zaak heeft betrekking op de waardering van maatschapsaandelen en het onderliggende maatschapsvermogen. Het hof heeft op 4 mei 2022 een tussenbeschikking gegeven waarin een deskundige wordt benoemd om de waardering uit te voeren. Tijdens een comparitie van partijen worden de vragen voor de deskundige geformuleerd. De partijen, de man en de vrouw, hebben beiden een advocaat en hebben in overleg besloten dat er één deskundige, een accountantskantoor, wordt benoemd. De deskundige moet zijn werkzaamheden uitvoeren conform de geldende gedrags- en beroepsregels en de 'Leidraad deskundigen in civiele zaken'. Het hof heeft ook bepaald dat de deskundige zijn werkzaamheden niet zal aanvangen voordat een voorschot van € 20.000,- is gestort. De deskundige dient binnen vijf maanden na de regiezitting een deskundigenbericht op te stellen en aan het hof te overhandigen. De behandeling van de zaak is pro forma aangehouden tot 5 november 2022, in afwachting van het deskundigenonderzoek.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling civiel recht
zaaknummers : 200.290.532/01 (echtscheiding) en 200.290.548/01 (verrekening huwelijkse voorwaarden)
rekestnummers rechtbank : FA RK 18-9616 (echtscheiding) en FA RK 19-2407 (verrekening huwelijkse voorwaarden)
zaaknummers rechtbank : C/09/565830 (echtscheiding) en C/09/571015 (verrekening huwelijkse voorwaarden)
beschikking van de meervoudige kamer van 4 mei 2022
inzake
[appellant] ,
wonende te [woonplaats] , gemeente [naam gemeente] ,
verzoeker, tevens incidenteel verweerder, in hoger beroep,
hierna te noemen: de man,
advocaat: mr. O.J.V. van Beekhof te Amsterdam
tegen
[geïntimeerde] ,
wonende te [woonplaats] ,
verweerster, tevens incidenteel verzoekster, in hoger beroep,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat: mr. J.C. van den End te Amsterdam.

1.Het verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Het hof verwijst voor het verloop van het geding in hoger beroep naar zijn tussenbeschikking van 24 november 2021.
1.2
In die beschikking heeft het hof beslist dat partijen binnen vier weken na de datum van deze beschikking:
zich uitlaten op basis van welke waarderingstechniek de waarde van de maatschapsaandelen/vof en het onderliggende maatschapsvermogen/vof moet worden gewaardeerd;
zich uitlaten of zij wensen dat één dan wel drie deskundigen moeten worden benoemd;
of zij tot overeenstemming zijn gekomen tot het benoemen van een deskundige;
hun verhinderdata opgeven voor de maanden januari, februari, maart en april 2022 voor het houden van een comparitie van partijen met de advocaten en overige deskundige(n).
1.3
Bij brieven van respectievelijk 22 december 2021 (advocaat man), ingekomen op 23 december 2021, en 24 december 2021 (advocaat vrouw), ingekomen op 27 december 2021, hebben de advocaten van partijen aan het hof bericht dat zij wensen dat er één deskundige, te weten accountantskantoor [naam accountantskantoor] (hierna: [accountantskantoor] ), wordt benoemd.
1.4
Bij brief van 14 april 2022, ingekomen op 19 april 2022, heeft de advocaat van de man het hof bericht dat partijen in overleg hebben besloten dat de aan [accountantskantoor] verbonden partij [naam partij] de waardering zal uitwerken. Als deskundige hebben zij voorgedragen [naam deskundige] , kantoorhoudende aan de [adres] te [plaats] .

2.De deskundige

Algemeen
2.1
Het hof zal conform het verzoek van partijen [naam deskundige] benoemen tot deskundige inzake de waardering van de waarde van de maatschapsaandelen/vof en het onderliggende maatschapsvermogen/vof.
2.2
De deskundige wenst zijn opdracht alleen te aanvaarden indien zijn algemene leveringsvoorwaarden op de onderhavige opdracht van toepassing zijn. De deskundige dient zo spoedig mogelijk zijn leveringsvoorwaarden aan het hof, de man en de vrouw te doen toekomen.
2.3
Partijen dienen zich tijdens de regiezitting uit te laten over de vraag of zij zich gebonden achten aan de leveringsvoorwaarden.
2.4
De deskundige dient zijn werkzaamheden te verrichten conform de “Leidraad deskundigen in civiele zaken”, zoals gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
2.5
De deskundige dient eveneens zijn opdracht uit te voeren conform de voor hem geldende gedrags-/beroepsregels.
2.6
Het staat de deskundige vrij om tijdens zijn onderzoek te onderzoeken of een onderlinge regeling tot de mogelijkheden behoort.
2.7
De opdracht dient door de deskundige zelf te worden uitgevoerd. Het staat de deskundige vrij om bij de uitvoering van zijn werkzaamheden zich te laten bijstaan door een kantoorgenoot, indien de deskundige dit in de uitvoering van zijn werkzaamheden noodzakelijk acht. Alvorens hij een kantoorgenoot bij zijn werkzaamheden inzet, zal hij de raadsheer-commissaris en partijen inlichten.
Regiezitting
2.8
Voor de nadere uitwerking van de opdracht aan de deskundige vindt op [datum] 2022 een comparitie van partijen plaats.
2.9
Het hof gelast partijen, hun advocaten en de deskundige bij de zitting aanwezig te zijn. Voorts is het de accountants van beide partijen toegestaan aanwezig te zijn bij de zitting.
Identificatiebewijs
2.1
Ten behoeve van het deskundigenbericht dienen partijen ter zitting aan de deskundige een kopie van hun paspoort of ander rechtsgeldig identificatiebewijs te verstrekken.
Kosten deskundige
2.11
Het uurtarief van de deskundige bedraagt € 295,- exclusief BTW. De deskundige dient zijn declaratie op te stellen aan de hand van de door hem gehanteerde uren en verrichtingenstaat. Het hof zal, alvorens over te gaan tot uitbetaling van de declaratie aan de deskundige, aan partijen om een reactie vragen. Partijen dienen binnen tien dagen te laten weten of zij instemmen met de declaratie. Na die periode stelt het hof de declaratie vast en zal overgaan tot uitbetaling.
2.12
Ter dekking van de kosten van de deskundige stelt het hof een voorschot vast van € 20.000,- inclusief omzetbelasting. Het hof acht het redelijk dat partijen dit voorschot voorlopig ieder voor de helft voldoen. Hiertoe ontvangen de man en de vrouw een nota van het Landelijk Dienstencentrum voor de rechtspraak (hierna: LDCR) met een betaalinstructie.
2.13
De deskundige zal eerst met zijn onderzoek aanvangen nadat de griffier van dit hof heeft bevestigd dat voormeld voorschot door het LDCR is ontvangen.
Klachten over de deskundige
2.14
Zoals het hof hiervoor reeds heeft overwogen dient de deskundige eveneens zijn werkzaamheden te verrichten conform de voor hem geldende gedrags-/beroepsregels.
2.15
Indien een partij een klacht tegen de deskundige wenst in te dienen, dient deze het hof daarvan in kennis te stellen, zodat het hof in staat is – na partijen en de deskundige te hebben gehoord – te beoordelen of die partij conform artikel 198 lid 3 Rv aan het onderzoek zijn of haar medewerking heeft verleend.
Communicatie
2.16
Het hof zal mr. A.N. Labohm, en bij diens afwezigheid mr. C.M. Warnaar, tot raadsheer-commissaris benoemen onder leiding van wie het onderzoek zal plaatsvinden. De deskundige kan zich, indien daartoe aanleiding is, met de raadsheer-commissaris verstaan over het verloop en de voortgang van het onderzoek.
2.17
Daarnaast kunnen de advocaten en/of de deskundige zich, indien zij (andere) vragen hebben over de procedure, wenden tot mr. N. van Duijvenbode ( [e-mailadres 1] ) en bij diens afwezigheid de (algemene) familiegriffie van het gerechtshof ( [e-mailadres 2] ).
Deskundigenbericht
2.18
Het deskundigenbericht dient
binnen vijf maandenna de regiezitting met redenen omkleed te worden toegestuurd aan de griffier van dit hof. Uit het deskundigenbericht moet blijken:
a. dat de deskundige partijen in de gelegenheid heeft gesteld opmerkingen te maken en verzoeken te doen waarvan de inhoud in het bericht vermeld dient te worden;
b. dat de deskundige, alvorens een definitief rapport op te maken, partijen een conceptrapport heeft doen toekomen en hij partijen daarbij in de gelegenheid heeft gesteld opmerkingen te maken en verzoeken te doen, waarvan de inhoud in het definitieve bericht vermeld dient te worden.
2.19
Het hof zal de behandeling van de zaak, in afwachting van het onderzoek door de deskundige pro forma aanhouden tot
zaterdag 5 november 2022, tenzij door partijen overeenstemming wordt bereikt en kenbaar wordt gemaakt, dan wel door het hof ambtshalve wordt besloten, dat de zaak verder op de stukken kan/zal worden afgedaan.

3.De beslissing

Het hof:
benoemt tot deskundige:
[naam deskundige]
[adres]
te [plaats]
[telefoonnummer]
[e-mailadres 3]
benoemt tot raadsheer-commissaris, onder leiding van wie het onderzoek zal plaatsvinden: mr. A.N. Labohm en bij diens afwezigheid mr. C.M. Warnaar;
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van deze beschikking aan de deskundige zal zenden;
bepaalt dat de advocaat van de man
binnen veertien dagenna de datum van deze beschikking (een afschrift van) de processtukken ter beschikking van de deskundige zal stellen;
bepaalt dat de deskundige bij het verrichten van zijn werkzaamheden naast de normen van zijn beroepsgroep(en) tevens de “Leidraad deskundigen in civiele zaken” in acht dient te nemen;
bepaalt dat de deskundige zijn werkzaamheden niet zal behoeven aan te vangen voordat door partijen als voorschot op de nader te bepalen kosten van het deskundigenonderzoek een bedrag van € 20.000,- zal zijn gestort;
bepaalt dat dit voorschot
uiterlijk vier weken na hedenmoet zijn voldaan;
bepaalt dat de deskundige met zijn onderzoek zal aanvangen nadat de griffier van het hof hem heeft bevestigd dat voormeld voorschot door het LDCR is ontvangen;
bepaalt dat de deskundige zijn deskundigenbericht met redenen omkleed
binnen vijf maandenna de regiezitting toezendt aan de griffier van dit hof, onder vermelding van het zaaknummer;
verzoekt de deskundige bij eventuele vertraging van het onderzoek de raadsheer-commissaris hierover tijdig schriftelijk, met afschrift aan partijen, te informeren onder vermelding van de oorzaak;
bepaalt dat het de deskundige vrij staat in het uit te brengen verslag al datgene op te merken wat naar haar inzicht dienstig kan zijn, óók indien dit niet rechtstreeks uit de opdracht voortvloeit;
bepaalt dat uit het deskundigenbericht moet blijken dat partijen door de deskundige in de gelegenheid zijn gesteld opmerkingen te maken en verzoeken te doen, met vermelding van de inhoud van de eventuele opmerkingen en verzoeken;
verzoekt de deskundige een afschrift van de rapportage toe te zenden aan de advocaten van partijen;
bepaalt een regiezitting op
[datum en tijd]en gelast partijen, hun advocaten en de deskundige bij de zitting aanwezig te zijn;
houdt de behandeling van de zaak pro forma aan tot
zaterdag 5 november 2022;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. A.N. Labohm, C.M. Warnaar en L.A.G.M. van der Geld, bijgestaan door mr. N. van Duijvenbode als griffier, en is op 4 mei 2022 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.