ECLI:NL:GHDHA:2022:632
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Uitleg en geldigheid van een franchiseovereenkomst tussen een franchisenemer en franchisegever
In deze zaak gaat het om de uitleg en de geldigheid van een franchiseovereenkomst tussen [appellante] en L.M.N. Engineering V.O.F. [appellante] heeft in hoger beroep de vernietiging van een vonnis van de rechtbank Den Haag aangevraagd, waarin haar vorderingen tegen L.M.N. deels zijn afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de overeenkomst rechtsgeldig tot stand was gekomen en dat [appellante] verplicht was om de startfee te betalen. [appellante] betwistte de geldigheid van de overeenkomst en stelde dat deze was vernietigd of rechtsgeldig was opgezegd. Het hof heeft de feiten en de correspondentie tussen partijen in overweging genomen, waarbij het hof concludeert dat de overeenkomst onder de opschortende voorwaarde van het succesvol afronden van de vereiste opleiding door [appellante] is aangegaan. Dit betekent dat de financiële verplichtingen van [appellante] pas opeisbaar zijn na het voltooien van de opleiding. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank voor zover het de vorderingen van L.M.N. betreft, omdat deze niet opeisbaar zijn geworden. Tevens wordt L.M.N. veroordeeld tot terugbetaling van hetgeen [appellante] ter voldoening aan het vernietigde vonnis heeft betaald, vermeerderd met wettelijke rente. L.M.N. wordt ook veroordeeld in de proceskosten van [appellante] in beide instanties.