Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop
- de dagvaarding in hoger beroep van 20 januari 2021;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord met producties.
3.Feitelijke achtergrond
blijkt uit een akte van levering welke éénendertig oktober tweeduizend dertien voor mij, notaris, is verleden.”
4.Vordering en de beslissing van de rechtbank
5.Vordering in hoger beroep en bezwaren tegen het vonnis
6.Beoordeling door het hof
Dit ziet op juridische levering” (zie onder 3.5), maar daaruit heeft Walhalla niet redelijkerwijs mogen begrijpen dat het vervreemdingsbeding slechts betrekking heeft op een juridische levering. Zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, moet de e-mail van de gemeente worden gelezen in de context van de door de toenmalige advocaat van Walhalla gestelde vraag of ontwikkelings- en/of verkoopactiviteiten mochten plaatsvinden. Uit het antwoord van de gemeente heeft Walhalla redelijkerwijs mogen afleiden dat de ontwikkeling en verkoop van het pand waren toegestaan maar
nietdat ook een economische overdracht was toegestaan. Daar was de vraag van de advocaat immers niet op gericht en ook het antwoord van de gemeente niet.
[bestuurder] wenst geen economische levering wegens risico-discussie over schending vervreemdingsbeding (onderdeel concept)”.
compleet naar eigen keuze”mag verbouwen en/of ontwikkelen. Zo zijn de parkeerplaatsen van LHL4 ter beschikking gesteld aan LHL2 om te kunnen voldoen aan de gemeentelijke parkeerplaatsen;