4.2.2Opzet tot misleiding
Elk recht op uitkering vervalt indien verzekeringnemer, verzekerde of de tot uitkering gerechtigde een of meer van de verplichtingen bij schade niet is nagekomen met het opzet verzekeraar te misleiden.
Dit geldt niet indien de misleiding het verval van dit recht niet rechtvaardigt.”
c. Op 19 augustus 2013 heeft de assurantietussenpersoon van [appellant] sr. bij Nationale-Nederlanden gemeld dat er op 23 juli 2013 is ingebroken in de woning. [appellant] woonde op 23 juli 2013 in gezinsverband samen met zijn vader.
d. Op 25 oktober 2013 heeft de tussenpersoon van [appellant] sr. aan Nationale-Nederlanden een overzicht toegezonden, opgesteld door de moeder van [appellant] , met daarin een opgave van op 23 juli 2013 gestolen inboedelgoederen. De tussenpersoon heeft Nationale-Nederlanden ook een aanvullend proces-verbaal van de politie Amsterdam-Amstelland van 30 augustus 2013 gezonden naar aanleiding van een aanvullende aangifte van diefstal door de moeder van [appellant] . Stukken van de eerste aangifte ontbreken. In het proces-verbaal van de aanvullende aangifte is onder meer het volgende opgenomen:
"De reden dat ik aanvullende aangifte doe is omdat er goederen zijn weggenomen welke mij toe behoren. Hierom doe ik nu aangifte.
Het gaat om de volgende goederen welke zijn weggenomen:
Perzische tapijt 3x4 meter
Heren horloge Merk: diesel
Dr Dre koptelefoon
Hp Laptop
Apple Ipad Retine touch met belkin hoesje en toetsenbord
2230 euro
Oorbellen
Gouden muntjes genaamd: sekkeya bahar azadi”
e. Nationale-Nederlanden heeft op 8 november 2013 verzocht om nadere informatie over de als gestolen opgegeven goederen, waaronder het tapijt. Op 22 november 2013 heeft [appellant] , vanaf het e-mailadres van [appellant] sr., Nationale-Nederlanden een e-mail gestuurd met de volgende inhoud:
"Ik heb nog geen factuur van ons tapijt. Deze schat ik de waarde rond 10.000-12.000 Euro. Wij hebben (het hof leest: wel) foto 's van ons tapijt, maar nog geen factuur van deze goed omdat ik deze in Iran heb gekocht."
Bij het e-mailbericht zijn foto’s gevoegd van een Perzisch tapijt met als voornaamste
kleuren rood en paars.
f. Op 12 februari 2014 heeft Nationale-Nederlanden een bedrag van € 2.136,- aan [appellant] uitgekeerd ter vergoeding van een deel van de schade. Deze vergoeding zag niet op het tapijt.
g. Op 18 februari 2015 heeft [appellant] Nationale-Nederlanden een e-mail met bijlage gestuurd. Hierin staat onder meer het volgende:
"Hiermee stuur ik je het factuur en vertaling ervan door beëdigd vertaler betreft het tapijt die door inbrekers was gestolen. Alle overige papieren zoals aangifte en formulieren heb je eerder van ons ontvangen. Nationale-Nederlanden ging ons tapijt niet vergoeden omdat we destijds het factuur niet konden vinden."
h. In de bijgevoegde vertaalde factuur, waarnaar in het e-mailbericht wordt verwezen,
is onder meer het volgende opgenomen:
"Uitleg van goed Tabriz tapijt 44 rij zijde zelfkant ontwerp vis met
ui-vormige bogen
Donkerblauw / crème
maat 3x4 12 vierkante meter
aantal 1 stuk
Totaal bedrag (Rial) 485.000.000
Kortingsbedrag 5.000.000
Totaalbedrag na 480.000.000
korting (Rial)
Totale belasting en 14.400.000
heffingen (Rial)
Totale bedrag plus 494.400.000
(…)
Voorwaarden en verkoopwijze: x contant
(…)
Stempel en handtekening van de koper:
Ik, [naam moeder](moeder van [appellant] , hof)
heb het in de factuur genoemde goed op de datum van 25-04-2013 (...) ontvangen. ”
i. Expertisebureau CED, dat door Nationale-Nederlanden is ingeschakeld om een toedrachtsonderzoek te verrichten, heeft Nationale-Nederlanden bij e-mailbericht van 13 april 2015 het volgende meegedeeld:
"Op basis van de door verzekerde toegezonden vertaling van de nota van de aanschaf van het tapijt hebben wij verzekerde een voorstel tot schadevaststelling gedaan van € 16.500, waarbij wij het bedrag dat verzekerde voor het tapijt heeft betaald (494.400.000 Iraanse Rial) hebben omgerekend naar de huidige koers.
Verzekerde heeft hierop aangegeven dat het betreffende vloerkleed in verband met economische embargo's tegen Iran thans veel duurder is geworden en zond ons op ons verzoek een offerte voor de vervanging voor een bedrag van € 32.000,00. In dit bedrag zijn de invoerrechten en btw nog niet opgenomen.
In verband met deze claim hebben wij onze kunst- en sieradendeskundige ingeschakeld, die op haar beurt de claim heeft doorgezet naar een gecertificeerde tapijten deskundige. Wij zijn thans in afwachting van zijn oordeel over de claim. "
j. [naam makelaar] , beëdigd makelaar Oosterse tapijten, heeft als volgt aan CED
gerapporteerd:
"De waarde in de bazaar in Tehran voor Tabriz goederen 44Raj met zijde, zijn maximaal € 220,00 (…) per vierkante meter. Er zijn geen belastingen en heffingen op de export of verkoop van tapijten. De factuur is dus niet juist.
Als dit tapijt 3x4 meter was en hier in Nederland verkocht werd door een gerenommeerd tapijt winkel dan zou de verkoopprijs € 9.583,20 (…) zijn. dit bedrag is inclusief 21% BTW, en een opslag voor de winkel van 300%, deze opslag is redelijk hoog maar voor een groot tapijt ongeveer gebruikelijk.
Aangezien er geen papieren zijn zoals Europese BTW en invoer documenten moet er uitgegaan worden dat dit tapijt binnen gesmokkeld is in de E.U. Het tapijt weegt Ca. 36 kg."
k. Op 11 mei 2015 heeft een medewerker van Nationale-Nederlanden de volgende telefoonnotitie gemaakt naar aanleiding van een gesprek met [appellant] :
"Deze beste man beweerde al 30 keer te hebben gebeld maar geen reactie te krijgen van ons..
Heb hem verteld dat t druk is en vakantietijd... toen kwam hij met wat hij noemde een ALGEMENE vraag maar ging puur over de waardebepaling van zijn tapijt; vaag verhaal: gekocht in NL van een bevriende tapijthandelaar en in Tuman betaald (die munteenheid bestaat officieel niet eens meer).
Volgens hem was hem € 16.500,- aangeboden via de mail en nu na bepaling van een expert gedownsized naar € 9000,-.
- Waarom dan niet in EURO’s betaald»? Nou, dit geld had hij nog liggen.
- Mag je zoveel geld invoeren/uitvoeren naar en van Iran dan?» lichte twijfel; ja, tot aan een bepaald bedrag wel.. "
l. Nationale-Nederlanden heeft vervolgens onderzoeksbureau Confid Assistance Agency (hierna: Confid) ingeschakeld om nader onderzoek te doen. Op 30 december 2015 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen een onderzoeker van Confid, [appellant] en [appellant] sr. Het door Confid opgestelde onderzoeksrapport van 27 april 2016 bevat een schriftelijke weergave van dit gesprek. Hierin is onder meer het volgende opgenomen, waarbij met ‘(V)’ gedoeld wordt op de onderzoeker van Confid, met ‘(A)’ op [appellant] sr.:
"(V) Door wie is het tapijt gekocht?
(A) Die is in Tabriz door mijn vrouw gekocht.
(V) Wat is er voor het tapijt betaald en in welke valuta?
(A) Er is met Iraans geld betaald en de aankoopprijs staat op de factuur.
(V) Kreeg uw vrouw bij aankoop van het tapijt de aan de verzekeringsmaatschappij
ingestuurde factuur?
(A) Ja
(V) Wat is de reden dat u in 2015 pas een factuur van het tapijt kon verstrekken aan de verzekeraar?
(A) De factuur is wel bij aankoop afgegeven maar niet meegenomen naar Nederland. Nadat de verzekeringsmaatschappij om een factuur vroeg heeft ze alsnog de factuur opgehaald. Er is niet iets opnieuw afgegeven maar het was destijds niet meegenomen.
(V) Hoe is het tapijt naar Nederland vervoerd?
(A) Met het vliegtuig als bagage meegenomen. Het is van zilk en neemt geen grote ruimte in beslag en weet niet hoe het is meegenomen.
(V) Door wie zijn er foto 's van het tapijt gemaakt die u heeft ingestuurd naar de
verzekeringsmaatschappij?
(A) Bijvoorbeeld mijn vrouw of mijn dochter?
(...)
(V) Waarom zijn die foto 's gemaakt?
(A) Misschien om aan familieleden te laten zien.
(...)
U houdt mij ook voor dat uit de door mij ingezonden foto 's van het tapijt is gebleken dat de foto 's zijn gemaakt na de inbraak, te weten op 23 augustus 2013. (rapporteur toont verzekerde een kopiefoto met daarbij de metadata van de betreffende foto waaruit blijkt dat de foto is gemaakt op 23 augustus 2013 om 22:22:53 uur)
(V) Wat is daarop uw reactie
(A) ik heb de foto 's niet genomen dat weet ik niet. De foto’s zijn voor de inbraak genomen. Het is makkelijk voor een verzekeringsmaatschappij om iets te vinden niet te betalen.
Ik [appellant] wil na het doorlezen van het interviewverslag nog het volgende verklaren: ik en mijn vader weten niet of de ingestuurde foto 's van het gestolen tapijt zijn omdat wij die foto's niet gemaakt hebben. Vraag met welk doel zijn ze ingestuurd aan de verzekeringsmaatschappij: om de verzekeringsmaatschappij te helpen het tapijt op de juiste waarde te bepalen. Blijkbaar heeft dat niet geholpen."
m. Onder Resumé staat in het rapport van Confid het volgende:
"(VN)=verzekeringnemer( [appellant] sr., hof)
Volgens VN zou de ingezonden factuur van het tapijt, de originele factuur betreffen die bij aankoop van het tapijt is afgegeven. Betreffende factuur zou later door de vrouw van VN tijdens een bezoek aan Iran zijn opgehaald bij de tapijtverkoper.
Over de opgegeven waarde van het tapijt van € 32.000,00 bleven VN en zijn zoon zich verschuilen achter het feit dat ze geen deskundigen zijn van (de waardes) van tapijten en de verkoper het tapijt voor het opgegeven bedrag zou willen terugkopen. Er ontstond wederom een levendige discussie waarbij VN en zijn zoon zich op enig moment op het standpunt stelden dat de waarde van het tapijt door de schade-expert was vastgesteld op € 16.500,00 en laatstgenoemd bedrag diende te worden uitgekeerd.
Nadat VN en zijn zoon werden geconfronteerd met het feit dat uit de eigenschappen van enkele van de ingestuurde foto 's van het geclaimde Perzische tapijt was gebleken dat de foto's zijn genomen op 23 augustus 2013 (dus na de schadedatum van 23 juli 2013) werd door beide heren duidelijk gezocht om hiervoor een passende verklaring af te leggen. Na lang onderling beraad en heftige discussie door VN en zijn zoon kwam de zoon uiteindelijk met de verklaring dat er foto 's van een tapijt waren ingestuurd om de verzekeringsmaatschappij te helpen de juiste waarde van het tapijt te bepalen."
n. Bij brief van 27 september 2016 heeft Nationale-Nederlanden aan [appellant] sr. en [appellant] bericht dat zij niet tot uitkering onder de verzekering overgaat en dat zij het reeds uitgekeerde bedrag van € 2.136,- terugvordert. Ook heeft Nationale-Nederlanden geschreven dat zij de verzekeringsovereenkomst beëindigt, betaling verlangt van de onderzoekskosten ter hoogte van € 2.530,48 en de gegevens van [appellant] en [appellant] sr. zal opnemen in haar eigen Gebeurtenissenadministratie en Incidentenregister en in het Extern Verwijzingsregister van Stichting Centraal Informatie Systeem. Tot slot heeft Nationale-Nederlanden aangekondigd dat zij het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit op de hoogte zal stellen van de registratie van de persoonsgegevens van [appellant] en [appellant] sr. in het Incidentenregister.
o. Bij brief van 27 oktober 2016 heeft de advocaat van [appellant] betwist dat sprake was van handelen in strijd met de polisvoorwaarden dan wel met de wet. Van opzet tot misleiden van Nationale-Nederlanden zou in ieder geval nooit sprake zijn geweest. In die brief staat onder meer:
"Bovendien heeft cliënt altijd te kennen gegeven dat een nota is overgelegd welke de waarde vertegenwoordigt van het tapijt dat gestolen is. De waarde van een Perzisch tapijt is geen objectief vast te stellen gegeven maar veeleer subjectief.
Uit de overgelegde nota blijkt in ieder geval van het aantal Raj. De waarde van een tapijt is echter afhankelijk van veel meer factoren, zoals de leeftijd en het motief op het tapijt."
De vorderingen van [appellant] en Nationale-Nederlanden en de beslissing van de rechtbank