Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Het geding
2.De feiten
u, de verzekeringnemer;
uw echtgenoot/echtgenote of partner met wie u samenwoont.
brand;
(…)
voor schade door bewuste of ernstige mate van eigen schuld;
(…)
voor schade als gevolg van opzet;
u, de verzekeringnemer;
uw echtgenoot/echtgenote of partner met wie u samenwoont;
(…)
(…)
voor schade als gevolg van opzet;
(…)
brand;
(…)
(…)
voor schade door bewuste of ernstige mate van eigen schuld;
(…)”
3.De vorderingen van [geïntimeerde] en de beslissing van de rechtbank
- Aegon veroordeeld aan [geïntimeerde] te betalen een bedrag van € 975,00 aan buitengerechtelijke kosten;
- Aegon veroordeeld in de proceskosten en in de nakosten;
- dit vonnis wat betreft de hiervoor vermelde veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard;
- het meer of anders gevorderde afgewezen.
4.De vordering en het verweer in hoger beroep
5.De beoordeling van het hoger beroep
“De verzekeraar vergoedt geen schade aan de verzekerde die de schade met opzet of door roekeloosheid heeft veroorzaakt.”. Met het begrip ‘roekeloosheid’ wordt in dit wetsartikel volgens de toelichting bedoeld ‘grove schuld’ (een in laakbaarheid aan opzet grenzende vorm van schuld). Op basis van artikel 7:952 BW geldt dat, in het geval er meer verzekerden zijn, de opzet of grove schuld van één van de verzekerden niet aan de andere verzekerden kan worden tegengeworpen.
“Bij schade door een brand bent u niet verzekerd voor schade door bewuste of ernstige mate van eigen schuld”en
“(…) voor schade als gevolg van opzet.”.