Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : 8007959 CV EXPL 19-37505
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop
- het dossier van de procedure bij de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam;
- het tussen partijen gewezen vonnis van 29 mei 2020;
- de dagvaarding in hoger beroep van 25 augustus 2020 van [appellant];
- het arrest van dit hof van 13 oktober 2020, waarin een mondelinge behandeling is gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 5 november 2020;
- de memorie van grieven van [appellant];
- de memorie van antwoord van SSH, met bijlagen.
3.Feitelijke achtergrond
zelfstandige woonruimte bestemd voor een éénpersoonshuishouden” in het woongebouw Caland II in Rotterdam ging huren van Stadswonen. De huurovereenkomst bevat geen campusclausule. In de huurovereenkomst staat wel, boven waar partijen verklaren de huur te zijn overeengekomen, een zogenoemde ‘considerans’, inhoudend:
dat Stadswonen zich ten doel stelt het verstrekken van huisvesting aan studerenden aan in Rotterdam gevestigde instellingen voor wetenschappelijk en hoger beroepsonderwijs, die aldaar een volledig dagstudieprogramma volgen;
dat Stadswonen woonruimte beschikbaar stelt aan in Rotterdam economisch gebonden werkende jongeren in daartoe aangewezen of aan te wijzen woongebouwen;
dat Stadswonen haar doelstelling slechts kan verwezenlijken, indien de bewoners van de door haar ter beschikking gestelde woonruimten, met die doelstelling instemmen en zich verplichten om, zodra zij niet meer aan de hiervoor gegeven omschrijving voldoen, de gehuurde ruimte te ontruimen;
dat de huurder instemt, dat Stadswonen, om haar doelstelling te bereiken, te allen tijde bij de onderwijsinstellingen informatie kan inwinnen over het al dan niet ingeschreven zijn van de huurder bij een der in Rotterdam gevestigde instellingen van onderwijs.”
Wonen en studeren in Rotterdam. Informatie over kamerverhuur voor studerenden en starters op de woningmarkt”. Die folder vermeldt achter elk wooncomplex (onder meer) of er eenheden voor nietstuderenden (N) aanwezig zijn. Bij Caland II stond geen ‘N’).
de verzorging van de huisvestingsbelangen van kleine huishoudens, waaronder vooral begrepen studerenden en overige jongeren.”
verkoop van uw woning per 31 mei jl. Namens de SSH voert Vestia de komende jaren beheer voor de huidige huurders. De meeste zaken blijven ook na 1 januari a.s. ongewijzigd ((bijvoorbeeld in geval van sociale meldingen, huurbetalingen, huurvoorwaarden, afrekening servicekosten en interne inschrijving). Ook zal de rol van uw wooncommissie niet wijzigen.
jongere’.
Verklaring beëindiging huurcontract” te ondertekenen. In die verklaring stond dat hij niet meer studeert of anderszins behoort tot de doelgroep van SSH en dat hij het gehuurde uiterlijk 31 januari 2019 zal verlaten. [appellant] heeft de verklaring niet ondertekend.
4.Vorderingen en beslissing van de kantonrechter en vordering in hoger beroep
omdathij studeerde en dat hij de woning weer zou moeten verlaten als hij niet langer zou studeren.
5.Vordering in hoger beroep
6.Beoordeling door het hof
uw woning” is verkocht. Zij schreef dat de huurders reparatieverzoeken voortaan bij SSH moeten indienen en dat Vestia de komende jaren “
beheer” voert. Zij schreef daar duidelijk bij dat dit beheer “
namens SSH” is. Hiermee is schriftelijk ter kennis gebracht dat SSH de rechtsopvolger van Vestia is en rechtens de verhuurder is geworden. Immers, de woning is verkocht, reparaties doet de nieuwe eigenaar en Vestia doet de uit de verhuur voortvloeiende beheerstaken niet meer voor zichzelf maar namens SSH. Het is wellicht verwarrend dat in de e-mail aan het slot óók staat dat wanneer er een woning vrijkomt, SSH deze zal gaan verhuren èn beheren, zodat de woning bij vertrek zal worden overgedragen aan de SSH, maar dat maakt de mededeling over de rechtsopvolging door de verkoop aan SSH niet ongedaan.
afspraken m.b.t. fase B’. [appellant] betoogt dat SSH dus op zijn vroegst op 1 januari 2017 door rechtsopvolging verhuurder is geworden. Dit baat [appellant] niet. De afspraken hadden betrekking op de onderlinge verhouding en doen er niet aan af dat SSH de rechtsopvolger werd van Vestia en dat [appellant] daar al in 2013 van in kennis was gesteld.
de bewoners”) zich verplicht om zodra hij niet meer aan de omschrijving “
studerenden” of “
werkende jongeren” voldoet, de gehuurde ruimte te ontruimen. Dit in aanmerking nemende komt de wens van SSH dat hij verhuist niet onverwacht.