ECLI:NL:GHDHA:2022:2690

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
8 december 2022
Publicatiedatum
6 januari 2023
Zaaknummer
2200104120
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake grootschalige identiteitsfraude en oplichting via Marktplaats met deelname aan een criminele organisatie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 8 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan grootschalige identiteitsfraude en oplichting van ongeveer 100 mensen via Marktplaats, met een totaalbedrag van ongeveer € 30.000,-. De verdachte heeft ook deelgenomen aan gewoontewitwassen van € 69.254,60 en was betrokken bij een criminele organisatie. Tijdens de zitting heeft de verdachte spijt betuigd en verklaard dat hij zijn leven op orde heeft. Het hof heeft de overschrijding van de redelijke termijn in aanmerking genomen en de gevangenisstraf gematigd tot 22 maanden, waarvan 11 maanden voorwaardelijk. De vorderingen van benadeelde partijen tot schadevergoeding zijn toegewezen, en het hof heeft beslist over de inbeslaggenomen voorwerpen. De verdachte is veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan de benadeelde partijen, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

PROMIS

Rolnummer: 22-001041-20
Parketnummer: 09-767062-17
Datum uitspraak: 8 december 2022
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Den Haag van 6 maart 2020 in de strafzaak tegen de verdachte:

[medeverdachte 1],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van
2 jaren. Voorts is een beslissing genomen omtrent de vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen en de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als vermeld in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:
1.
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 juni 2016 tot en met 25 april 2017 te Amsterdam en/of Arnhem en/of elders in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk gebruik heeft gemaakt van een niet op zijn naam gesteld reisdocument en/of identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht en/of een ander identiteitsbewijs dat is afgegeven door een dienst of organisatie van vitaal of nationaal belang, te weten
- ( G/145) een (afbeelding van een) Nederlands paspoort op naam van [aangever 1] (geb. [geboortedatum aangever 1]) en/of
- ( G/161) een (afbeelding van een) Nederlandse identiteitskaart op naam van [aangever 2] ([geboortedatum aangever 2]) en/of
- ( LMIO p. 361) een (afbeelding van een) Nederlands rijbewijs op naam van [aangever 3] ([geboortedatum aangever 3]) en/of
- ( LMIO p. 501) een (afbeelding van een) Nederlands rijbewijs op naam van [aangever 4] (geb. [geboortedatum aangever 4]) en/of
- ( LMIO p. 428 en 1134) een (afbeelding van een) Nederlands rijbewijs op naam van [aangever 5] (geb. [geboortedatum aangever 5]) en/of
- ( LMIO p. 752) een (afbeelding van een) Nederlands paspoort op naam van [aangever 6] (geb. [geboortedatum aangever 5]) en/of
- ( LMIO p. 1669) een (afbeelding van een) Nederlands rijbewijs op naam van [aangever 7] en/of
- ( G/60 en LMIO p. 1134) een (afbeelding van een) Nederlands rijbewijs op naam van [aangever 8] (geb. [geboortedatum aangever 8]) en/of
- ( LMIO p. 318) een (afbeelding van een) Nederlandse identiteitskaart op naam van [aangever 9] (geb. [geboortedatum aangever 9]) en/of
- ( G/01) een (afbeelding van een) Nederlands rijbewijs op naam van [aangever 10] (geb. [geboortedatum aangever 10]) en/of een (afbeelding van een) politielegitimatiebewijs op naam van [aangever 10] (Inspecteur van Politie Landelijke Eenheid) en/of
- ( G/69) een (afbeelding van een) Nederlands paspoort op naam van [aangever 11] (geb. [geboortedatum aangever 11]) en/of
- ( G/160) een (afbeelding van een) Nederlandse identiteitskaart op naam van [aangever 12] (geb. [geboortedatum aangever 12]) en/of
- ( G/159) een (afbeelding van een) Nederlandse identiteitskaart op naam van [aangever 13] (geb. [geboortedatum aangever 13]) en/of
- ( aanvullend dossier p. 235) een (afbeelding van een) Nederlands(e) identiteitskaart op naam van [aangever 14] en/of
- ( G/17 en G/25) een (afbeelding van een) Nederlands rijbewijs op naam van [aangever 15] (geb. [geboortedatum aangever 14]) en/of
- ( G/55) een (afbeelding van een) Nederlands rijbewijs op naam van [aangever 16] (geb. [geboortedatum aangever 16]) en/of
- ( G/67) een (afbeelding van een) Nederlandse identiteitskaart op naam van [aangever 17] (geb. [geboortedatum aangever 17]) en/of
- ( G/62) een (afbeelding van een) Nederlands paspoort op naam van [aangever 18] (geb. [geboortedatum aangever 18]) en/of
- ( G/61) een (afbeelding van een) Nederlandse identiteitskaart op naam van [aangever 19] (geb. [geboortedatum aangever 19]) en/of
- ( G/63) een (afbeelding van een) Nederlands rijbewijs op naam van [aangever 20] (geb. [geboortedatum aangever 20]) en/of
- ( aanvullend dossier p. 380) een (afbeelding van een) Nederlandse identiteitskaart op naam van [aangever 21] (geb. [geboortedatum aangever 21]),
welk gebruik (telkens) hierin bestond dat hij verdachte en/of zijn mededader(s) een kopie en/of foto/afbeelding van dat reisdocumenten en/of identiteitsbewijs heeft/hebben toegestuurd en/of getoond aan geïnteresseerden in de door verdachte en/of zijn mededaders geplaatste advertenties op www.marktplaats.nl, teneinde vertrouwen te wekken bij die geïnteresseerden;
2.
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 juni 2016 tot en met 25 april 2017 te Amsterdam en/of Arnhem en/of elders in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- ( misbruikte identiteit [aangever 22]) 3 (drie) personen te weten [aangever 23] (LMIO p. 1002) en/of [aangever 24] (LMIO p. 1231) en/of [aangever 25] (LMIO p. 1665) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 1]) 18 (achttien) personen te weten [aangever 26] (LMIO p. 1454) en/of [aangever 27] (LMIO p. 1779) en/of [aangever 28] (LMIO p. 1891) en/of een of meer andere personen (LMIO dossier p. 289 en/of p. 355 en/of p. 424 en/of p. 437 en/of p. 580 en/of p. 612 en/of p. 622 en/of p. 685 en/of p. 691 en/of p. 792 en/of p. 796 en/of p. 1287 en/of p. 1393 en/of p. 1542 en/of p. 1819 en/of [aangever 29] en/of [aangever 30] en/of [aangever 31]) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 2]) 5 (vijf) personen te weten [aangever 9] (LMIO p. 324) en/of [aangever 33] (LMIO p. 667) en/of een of meer andere personen (LMIO dossier p. 561 en/of p. 599 en/of p. 700) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 3]) 6 (zes) personen te weten [aangever 34] (LMIO p. 636) en/of [aangever 35] (LMIO p. 349) en/of [aangever 36] (LMIO p. 592) en/of een of meer andere personen (LMIO dossier p. 361 en/of p. 370 en/of p. 374) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 4]) 9 (negen) personen te weten [aangever 37] (LMIO p. 387) en/of [aangever 38] (LMIO p. 501) en/of een of meer andere personen (LMIO dossier p. 428 en/of p. 495 en/of p. 529 en/of p.584 en/of p. 647 en/of p. 652 en/of p. 657) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 39]) 3 (drie) personen te weten [aangever 40] (LMIO p. 641) en/of [aangever 41] (LMIO p. 366) en/of [aangever 42] (LMIO p. 551) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 5]) 16 (zestien) personen te weten [aangever 8] (LMIO p. 1134) en/of [aangever 43] (LMIO p. 867) en/of [aangever 44] (LMIO p. 1416) en/of een of meer andere personen (LMIO dossier p. 829 en/of p. 892 en/of p. 1012 en/of p. 1068 en/of p. 1164 en/of p. 1297 en/of p. 1406 en/of p. 1478 en/of p. 1499 en/of p. 1556 en/of p. 1763 en/of p. 1769 en/of p. p. 1974) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 6]) 5 (vijf) personen te weten [aangever 45] (LMIO p. 1082) en/of [aangever 46] (LMIO p. 752) en/of een of meer andere personen (LMIO dossier p. 907 en/of p. 966 en/of p. 1022) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 7]) 3 (drie) personen te weten [aangever 47] (LMIO p. 779) en/of [aangever 48] (LMIO p. 1669) en/of [aangever 49] (LMIO p. 926) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 8]) 30 (dertig) personen te weten [aangever 50] (LMIO p. 748) en/of [aangever 51] (LMIO p. 1697) en/of [aangever 52] (LMIO p. 1635) en/of een of meer andere personen (LMIO dossier p. 774 en/of p. 800 en/of p. 844 en/of p. 974 en/of p. 982 en/of p. 1007 en/of p. 1037 en/of p. 1105 en/of p. 1301 en/of p. 1434 en/of p. 1515 en/of p. 1525 en/of p. 1567 en/of p. 1613 en/of p. 1750 en/of p. 1833 en/of G/20 en/of G/109 en/of G/111 en/of G/115 en/of G/ 116 en/of G/124 en/of G/134 en/of G/139 en/of G/141 en/of G/144) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 9]) 6 (zes) personen te weten [aangever 10] (G/01)en/of [aangever 53] (LMIO p. 1653) en/of een of meer andere personen (LMIO dossier p. 719 en/of p. 947 p. 1154 en/of p. 1808) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 54]) 3 (drie) personen te weten [aangever 55] (LMIO p. 943) en/of [aangever 56] (LMIO p. 1283) en/of [aangever 57] (LMIO p. 1583) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 10]) 58 (achtenvijftig) personen te weten [aangever 58] (G/02) en/of [aangever 59] (G/10) en/of [aangever 15] (G/25) en/of een of meer andere personen (G/03 en/of G/04 en/of G/05 en/of G/06 en/of G/07 en/of G/08 en/of G/09 en/of G/11 en/of G/12 en/of G/13 en/of G/14 en/of G/15 en/of G/16 en/of G18 en/of G/19 en/of G/23 en/of G/24 en/of G/26 en/of G/27 en/of G/28 en/of G/29 en/of G/30 en/of G/31 en/of G/32 en/of G/33 en/of G/34 en/of G/35 en/of G/36 en/of G/37 en/of G/38 en/of G/39 en/of G/40 en/of G/41 en/of G/42 en/of G/43 en/of G/45 en/of G/46 en/of G/47 en/of G/48 en/of G/49 en/of G/50 en/of G/51 en/of G/52 en/of G/53 en/of G/54 en/of G/57 en/of G/58 en/of G/59 en/of G/64 en/of G/66 en/of G68 en/of G/80 en/of G/89 en/of G/94 en/of G157) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 11] en/of [aangever 60]) 9 (negen) personen te weten [aangever 61] (G/107) en/of [aangever 62] (G/112) en/of een of meer andere personen (G/110 en/of G/113 en/of G/118 en/of G/120 en/of G/126 en/of G/129 en/of G/130) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 12] en/of [aangever 12]) 4 (vier) personen te weten [aangever 63] (LMIO p. 303) en/of [aangever 64] (G/119) en/of [aangever 65] (G/132) en/of [aangever 66] (G/142) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 13]) 17 (zeventien) personen te weten [aangever 67] (G/127) en/of [aangever 68] (G/138) en/of een of meer andere personen (G/103 en/of G/104 en/of G/105 en/of G/106 en/of G/108 en/of G/117 en/of G/121 en/of G/122 en/of G/123 en/of G/125 en/of G/128 en/of G/133 en/of G/137 en/of G/143 en/of G/158) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 14]) 20 (twintig) personen te weten [aangever 69] (aanvullend dossier p. 261) en/of [aangever 70] (aanvullend dossier p. 264) en/of een of meer andere personen (aanvullend dossier p. 267 en/of p. 270 en/of p. 273 en/of p. 276 en/of p. 279 en/of p. 282 en/of p. 285 en/of p. 288 en/of p. 291 en/of p. 294 en/of p. 297 en/of p. 300 en/of p. 303 en/of p. 306 en/of p. 309 en/of p. 312 en/of p. 315 en/of p. 319) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 15]) 1 (één) persoon genaamd [aangever 85] (G/136) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 16]) 7 (zeven) personen te weten [aangever 71] (LMIO p. 743) en/of [aangever 72] (LMIO p. 1336) en/of een of meer andere personen (LMIO dossier p. 816 en/of p. 911 en/of p. 1376 en/of p. 1463 en/of p. 1773) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 17] en/of [aangever 17]) 7 (zeven) personen te weten [aangever 73] (G/65) en/of [aangever 74] (G/67) een of meer andere personen
( G/71 en/of G/72 en/of G/73 en/of G/78 en/of G/88) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 18]) 13 (dertien) personen te weten [aangever 75] (G/82) en/of [aangever 76] (G/83) en/of [aangever 77] (G/92) en/of een of meer andere personen (G/91 en/of G/93 en/of G/95 en/of G/99 en/of G/101 en/of G/147 en/of G/152 en/of G/155 en/of aanvullend dossier p. 374 en/of p. 380) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 19]) 3 (drie) personen te weten [aangever 78] (G/96) en/of [aangever 79] (G/102) en/of [aangever 80] (G/153) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 20]) 4 (vier) personen te weten [aangever 81] (G/63) en/of [aangever 82] (G/151) en/of een of meer andere personen (G/149 en/of G/156) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 21]) 2 (twee) personen te weten [aangever 83] (G/148) en/of [aangever 84] (aanvullend dossier p. 365),
heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedragen, in elk geval van enig goed, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- zich voorgedaan als bonafide verkoper en/of
- zich voorgedaan als [aangever 22] en/of [aangever 1] en/of [aangever 2] en/of [aangever 3] en/of [aangever 4] en/of [aangever 39] en/of [aangever 5] en/of [aangever 6] en/of [aangever 7] en/of [aangever 8] en/of [aangever 9] en/of [aangever 54] en/of [aangever 10] (inspecteur van Politie Landelijke Eenheid) en/of [aangever 11] en/of [aangever 60] en/of [aangever 12] en/of [aangever 12] en/of [aangever 13] en/of [aangever 14] en/of [aangever 15] en/of [aangever 16] en/of [aangever 17] en/of [aangever 17] en/of [aangever 18] en/of [aangever 19] en/of [aangever 20] en/of [aangever 21] en/of
- zich voorgedaan als wonende in de provincie Zeeland en/of Groningen en/of
- advertenties op www.marktplaats.nl geplaatst voor een spelcomputer/PS4 en/of een iPhone en/of een Sonos en/of een Samsung telefoon en/of een of meer andere voorwerp(en) en/of
- met geïnteresseerden contact gehad via whatsapp en/of
- whatsapp profielfoto's met een of meer afbeeldingen van (een) kind(eren) gebruikt en/of whatsapp profielfoto's gebruikt van de personen wiens identiteit is misbruikt en/of whatsapp profielfoto's gebruikt passend bij de personen wiens identiteit is misbruikt en/of
- ( vervolgens) geïnteresseerden en/of aangevers foto's van het identiteitsbewijs en/of paspoort en/of het rijbewijs en/of politielegitimatiebewijs en/of een (zogenaamde) selfie van die [aangever 22] en/of [aangever 1] en/of [aangever 2] en/of [aangever 3] en/of [aangever 4] en/of [aangever 39] en/of [aangever 5] en/of [aangever 6] en/of [aangever 7] en/of [aangever 8] en/of [aangever 9] en/of [aangever 54] en/of [aangever 10] (inspecteur van Politie Landelijke Eenheid) en/of [aangever 11] en/of [aangever 60] en/of [aangever 12] en/of [aangever 12] en/of [aangever 13] en/of [aangever 14] en/of [aangever 15] en/of [aangever 16] en/of [aangever 17] en/of [aangever 17] en/of [aangever 18] en/of [aangever 19] en/of [aangever 20] en/of [aangever 21] toegestuurd en/of
- geïnteresseerden aangeboden om een foto van een identiteitsbewijs en/of paspoort en/of rijbewijs en/of een (zogenaamde) selfie van de (vermeende) aanbieder toe te sturen en/of
- geïnteresseerden aangeboden om de/het voorwerp(en) per post te verzenden en/of
- ( vervolgens) met voornoemde aangevers overeengekomen om een geldbedrag te storten op een door verdachte en/of zijn mededaders beheerde bankrekening ten behoeve van de aankoop van het/de aangeboden voorwerp(en) en/of
- geïnteresseerden / afnemers een niet bestaande en/of valse Track & Trace code toegestuurd en/of
- ( vervolgens) nadat het geldbedrag was overgemaakt, die goederen/dat goed niet verzonden en/of afgeleverd aan voornoemde personen/persoon,
waardoor voornoemde aangevers (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
3.
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 juni 2016 tot en met 25 april 2017 te Amsterdam en/of Arnhem en/of elders in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans zich (meermalen althans eenmaal) schuldig heeft gemaakt aan witwassen, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (van) (een) voorwerp(en), te weten een of meer geldbedrag(en) (van in totaal € 193.428,21)
- de werkelijke aard en/of herkomst heeft verborgen en/of verhuld, dan wel heeft verhuld en/of verborgen wie de rechthebbende op dat/die voorwerp(en) is en/of dat/die voorwerp(en) voorhanden had en/of
- heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of van genoemd(e) voorwerp(en) gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
4.
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 juni 2016 tot en met 25 april 2017 te Amsterdam en/of Arnhem en/of elders in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband tussen verdachte en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of een of meer anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten het plegen van (marktplaats)oplichting en/of identiteitsfraude en/of witwassen.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd, behoudens ten aanzien van de opgelegde gevangenisstraf en dat de verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van
40 maanden, met aftrek van voorarrest, waarbij de advocaat-generaal rekening heeft gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Nadere bewijsoverweging
Identiteitsfraude en oplichting (feiten 1 en 2)
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat – conform het vonnis waarvan beroep – kan worden bewezenverklaard dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van het opzettelijk misbruiken van identiteitsbewijzen van anderen en het medeplegen van het oplichten van honderden benadeelden via marktplaats.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat alleen wettig en overtuigend kan worden bewezenverklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 tenlastegelegde ter zake van [aangever 1], [aangever 3], [aangever 4], [aangever 5], [aangever 8], [aangever 13], [aangever 16], [aangever 17] en [aangever 20] en de onder 2 tenlastegelegde oplichtingen die door middel van voormelde identiteiten zijn gepleegd. De verdachte heeft deze identiteitsfraudes en bijbehorende oplichtingen ter terechtzitting in hoger beroep bekend. Voor het overige heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken.
Volgens de verdediging dient de verdachte eveneens te worden vrijgesproken van het onder 1 en 2 tenlastegelegde onderdeel ‘medeplegen’. Door en namens de verdachte is daartoe aangevoerd dat de identiteitsfraudes en de oplichtingen onderling strikt gescheiden werden gepleegd. Deze stelling vindt volgens de verdediging ook steun in het procesdossier, nu de politie onder andere aan de hand van IMEI-nummers en zendmastlocaties steeds verzamelingen van oplichtingen aan verschillende verdachten heeft kunnen koppelen. Dat gebruik is gemaakt van dezelfde bankrekeningen en sprake is geweest van soortgelijke advertenties is volgens de verdediging onvoldoende om te oordelen dat sprake was van medeplegen
Oordeel van het hof
Het hof overweegt hieromtrent – voor een belangrijk deel in navolging van de rechtbank - als volgt.
Het hof stelt allereerst de volgende feiten en omstandigheden vast.
In de tenlastegelegde periode zijn meerdere advertenties geplaatst op www.marktplaats.nl (hierna: ‘Marktplaats’). De advertenties op Marktplaats in deze zaak komen in hoge mate overeen wat betreft het (beperkte) aanbod van goederen, de gebruikte adressen van de verkoper en het gegeven dat in de advertenties staat aangegeven dat geïnteresseerden (de latere slachtoffers) via sms of “
liefst even appen” contact kunnen opnemen met het in de advertentie opgegeven mobiele telefoonnummer van de verkoper.
De verkoper/oplichter reageerde altijd via WhatsApp als een potentiële koper contact zocht met het in de advertentie opgegeven mobiele telefoonnummer. In eerste instantie was ophalen en opsturen van het apparaat mogelijk. Echter, als de potentiële koper koos voor ophalen, werd het door de verkoper zo gedraaid dat het afhaaladres wel heel ver weg was en/of dat een afspraak toch niet mogelijk was.
Vervolgens werd het vertrouwen van de potentiële koper gewonnen door het sturen van een (selfie met een) identiteitsbewijs en door het gebruik van een gelijkende profielfoto op WhatsApp. Na ontvangst van de betaling – waarbij door de verkoper werd gevraagd om het laten zien van een bewijs van betaling - bleef de verkoper enige tijd bereikbaar voor de koper en kreeg de koper zelfs een valse Track & Trace code toegestuurd. Vervolgens was de verkoper niet meer bereikbaar. Geen van de kopers ontving het gekochte product.
Bij alle oplichtingen werd door de verkoper gebruik gemaakt van de identiteit van kopers die in nagenoeg alle gevallen vlak daarvoor bij een aankoop via Marktplaats zelf waren opgelicht en die toen — om hun betrouwbaarheid aan te tonen — aan de verkoper via WhatsApp een (selfie met) hun identiteitsbewijs hadden gestuurd. Van deze (selfies met) identiteitsbewijzen maakte de verkoper/oplichter vervolgens gebruik/misbruik om het vertrouwen van volgende kopers te winnen, zodat die dachten te weten met wie zij te maken hadden.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte een (deels) bekennende verklaring afgelegd en aangegeven dat hij, negen namen herkent als personen van wie hij hun identiteit heeft gebruikt bij het oplichten van mensen via Marktplaats. Zijn raadsman heeft in dat verband aangegeven dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 tenlastegelegde ter zake van [aangever 1],
[aangever 3], [aangever 4], [aangever 5], [aangever 8], [aangever 13], [aangever 16], [aangever 17] en [aangever 20] en de onder 2 tenlastegelegde oplichtingen die door middel van voormelde identiteiten zijn gepleegd.
In het als bijlage 1 aan dit arrest gehechte overzicht met de tenlastegelegde identiteitsfraudes en bijbehorende oplichtingen heeft het hof per aangever het telefoonnummer vermeld waarmee de aangever contact heeft gehad met de verkoper/oplichter. Door de politie is uitgebreid onderzoek gedaan ten aanzien van de IMEI-nummers van de aangetroffen en inbeslaggenomen telefoons en de bijbehorende telefoonnummers. De politie heeft vervolgens getracht deze telefoonnummers – voor zover mogelijk - aan de verdachte en/of zijn medeverdachten te koppelen. Het hof heeft in voormeld overzicht de bevindingen van de politie met betrekking tot de telefoonnummers door middel van kleurgebruik inzichtelijk gemaakt. Hieruit blijkt dat bij de oplichtingen ten aanzien waarvan de verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd en die die volgens de raadsman bewezen verklaard kunnen worden (inderdaad) gebruik is gemaakt van telefoonnummers die volgens de politie aan de verdachte kunnen worden toegeschreven. Het hof is dan ook van oordeel dat het standpunt van de verdediging wordt ondersteund door de bevindingen van de politie.
Ondanks dat de verdachte de identiteitsfraude ten aanzien van [aangever 21] niet heeft bekend, acht het hof op basis van het telefoonnummer dat in de aangiftes van de hierbij behorende oplichtingen wordt vermeld, desondanks wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte deze identiteit heeft misbruikt en met gebruikmaking daarvan oplichtingen heeft gepleegd.
Het hof acht gelet op het voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 tenlastegelegde identiteitsfraudes ten aanzien van [aangever 1], [aangever 3], [aangever 4], [aangever 5], [aangever 8], [aangever 13], [aangever 16], [aangever 20] en [aangever 21] en de onder 2 tenlastegelegde oplichtingen die met gebruikmaking van voormelde identiteiten zijn gepleegd. Het hof zal de verdachte echter vrijspreken van de oplichtingen van [aangever 29], [aangever 30] en [aangever 31].
Ten aanzien van het tenlastegelegde medeplegen overweegt het hof als volgt.
Uit voormeld overzicht en gebruik van de telefoonnummers, blijkt dat er steeds maar één verdachte kan worden gekoppeld aan een misbruikte identiteit, terwijl het in het geval van medeplegen voor de hand zou liggen dat meerdere verdachten gebruik zouden maken van dezelfde identiteit. Het hof is voorts van oordeel dat uit het procesdossier niet is gebleken van gezamenlijk gebruik van apparatuur, zoals telefoons en laptops. Uit tapgesprekken blijkt naar het oordeel van het hof evenmin dat er is gesproken over een gezamenlijke uitvoering en/of (bijbehorende) rolverdeling.
Het hof is derhalve van oordeel dat uit het procesdossier onvoldoende blijkt dat het anders zou zijn gegaan dan de verdachte en zijn medeverdachten hebben verklaard, te weten dat zij ieder voor zich de oplichtingen pleegden en dat de samenwerking tussen hen enkel bestond uit het delen van de bankrekeningen. De verdachte heeft hierover voorts verklaard dat hij de bankrekeningen regelde en ter beschikking stelde aan zijn medeverdachten. Dit laatste acht het hof echter voor het tenlastegelegde medeplegen van oplichtingen niet relevant, wel voor het tenlastegelegde medeplegen van witwassen, hetgeen hierna zal worden besproken. Wat betreft de oplichtingen is daarbij van belang dat de aangevers immers niet door middel van het ter beschikking staan van een bankrekening (van een katvanger) zijn bewogen tot afgifte van het aankoopbedrag (en verzendkosten), maar door alle bedrieglijke handelingen die vooraf gingen aan het overmaken van het geldbedrag.
Het hof zal de verdachte derhalve vrijspreken van het onder 1 en 2 tenlastegelegde medeplegen.
Witwassen (feit 3)
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat – conform het vonnis waarvan beroep – kan worden bewezenverklaard dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van gewoontewitwassen van € 145.644,66.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ter terechtzitting in hoger beroep geen verweer gevoerd ter zake van het onder 3 tenlastegelegde.
Oordeel van het hof
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Het hof stelt allereerst de volgende feiten en omstandigheden vast.
De verdachte heeft zich – zoals hiervoor overwogen –schuldig gemaakt aan het plegen van identiteitsfraudes en oplichtingen. De uit de oplichtingen afkomstige geldbedragen - die door de kopers aan de ‘verkopers’ werden betaald op verzoek van de verdachte en zijn medeverdachten - zijn zonder uitzondering overgemaakt op bankrekeningen die op naam stonden van derden afkomstig uit Oost-Europa. Deze derden hadden zelf niet de beschikking over het geld op die bankrekeningen. Zij hadden de daarbij behorende bankpas immers afgegeven aan
iemand anders. De bankrekeningen werden korte tijd gebruikt. Binnen die korte tijd kwamen de bedragen uit de oplichtingen op een bankrekening binnen en vervolgens werd de bankrekening zo snel mogelijk leeggehaald door middel van contante opnames of pinbetalingen. In veel gevallen liet de verdachte het geld dat hij buitmaakte uit de door hem gepleegde oplichtingen overmaken op dezelfde bankrekeningen als waar zijn medeverdachten de opbrengsten uit de door hen gepleegde oplichtingen lieten overmaken.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte verklaard dat hij de bankrekeningen regelde en ter beschikking stelde aan de medeverdachten. Deze bankrekeningen waren steeds kort bruikbaar, omdat zij na enkele dagen werden geblokkeerd door de banken. De medeverdachte [medeverdachte 2] heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat hij zogenaamde ‘pinners’ regelde en ervoor zorgde dat de opbrengsten bij de juiste personen terechtkwamen. De medeverdachte [medeverdachte 3] heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat hij een aantal keer geldbedragen heeft gepind. Hij kreeg daartoe van de medeverdachte [medeverdachte 2] de benodigde bankpassen en pincodes.
Met de rechtbank is het hof van oordeel dat de verdachte zich op deze manier heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van witwassen. Vanaf het moment dat de kopers hun aankoopbedrag hadden overgemaakt op een bankrekening die op naam stond van een derde/katvanger (die zelf niet bij dat geld kon komen), is verhuld wie de uit oplichting afkomstige bedragen vanaf dat moment feitelijk voorhanden had. Op deze manier was het immers voor zowel de benadeelden als voor de politie onduidelijk bij wie het ‘aankoopbedrag’ terecht was gekomen. Vervolgens werd vanaf het moment dat het geld contant werd opgenomen of via een betaalautomaat werd besteed ook nog eens (verder) verhuld waar de door de kopers overgemaakte bedragen waren gebleven en wie van die bedragen gebruik had gemaakt.
Deze gang van zaken vereiste overleg tussen de verdachte en zijn medeverdachten. Zij moesten immers van elkaar weten naar welke bankrekening op dat moment geld kon worden overgemaakt, maar ook wanneer en hoeveel geld daarop gestort werd, zodat het vervolgens kon worden gepind voordat de bankrekening geblokkeerd zou worden. Daarna werden de aldus veiliggestelde opbrengsten van de marktplaatsoplichtingen verdeeld onder de plegers daarvan. Het hof is gelet op het voorgaande van oordeel dat ten aanzien van het witwassen wel sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking en daarmee van medeplegen. De verdachte had daarin een voorname rol als degene die (telkens) de bankrekeningen regelde waar de kopers/slachtoffers geld naartoe konden overmaken en zorgde er aldus voor dat de opbrengsten van de marktplaatsoplichting konden worden weggesluisd.
Gelet op de veelvuldigheid van witwashandelingen en de duur van de periode waarin de verdachte zich aan het witwassen schuldig heeft gemaakt, is het hof van oordeel dat de verdachte van het medeplegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
Ten aanzien van het witgewassen bedrag overweegt het hof dat de verdachte niet enkel de geldbedragen heeft witgewassen die afkomstig waren uit de door hem zelf gepleegde oplichtingen, maar dat hij – gelet op zijn rol in het geheel – ook de criminele opbrengsten van de door de medeverdachten [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] begane internetoplichtingen heeft witgewassen. In het als bijlage 1 aan dit arrest gehechte overzicht met de tenlastegelegde identiteitsfraudes en bijbehorende oplichtingen heeft het hof inzichtelijk gemaakt hoe het hof is gekomen tot de vaststelling van het hierna te vermelden witgewassen bedrag.
Dientengevolge acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van gewoontewitwassen van een bedrag van
€ 69.254,60.
Criminele organisatie (feit 4)
Met de advocaat-generaal en de verdediging is het hof van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezenverklaard dat de verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie in de zin van artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht.
Hoewel de verdachte partieel wordt vrijgesproken van het onder 1 en 2 tenlastegelegde ‘medeplegen’, zal het hof bewezen verklaren dat het oogmerk van de criminele organisatie zowel bestond uit het plegen van (marktplaats)oplichting en identiteitsfraude als op het witwassen van de hieruit verkregen opbrengsten. De verdachte en de medeverdachten wisten immers van elkaar dat zij zich allemaal –zij het ieder voor zich – bezighielden met het plegen van deze strafbare feiten. Bovendien hing het witwassen – dat zoals reeds weergegeven naar het oordeel van het hof in vereniging plaatsvond – nauw samen met deze strafbare feiten.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij
op een of meerdere tijdstippenin
of omstreeksde periode van 19 juni 2016 tot en met 25 april 2017
te Amsterdam en/of Arnhem en/of eldersin Nederland
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens
)opzettelijk en wederrechtelijk gebruik heeft gemaakt van een niet op zijn naam gesteld reisdocument en/of identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht en/of een ander identiteitsbewijs dat is afgegeven door een dienst of organisatie van vitaal of nationaal belang, te weten
- ( G/145) een
(afbeelding van een
)Nederlands paspoort op naam van [aangever 1] (geb. [geboortedatum aangever 1]) en
/of
- (G/161) een (afbeelding van een) Nederlandse identiteitskaart op naam van [aangever 2] (geb. [geboortedatum aangever 2]) en/of
- ( LMIO p. 361) een
(afbeelding van een
)Nederlands rijbewijs op naam van [aangever 3] (geb. [geboortedatum aangever 3]) en
/of
- ( LMIO p. 501) een
(afbeelding van een
)Nederlands rijbewijs op naam van [aangever 4] (geb. [geboortedatum aangever 4]) en
/of
- ( LMIO p. 428 en 1134) een
(afbeelding van een
)Nederlands rijbewijs op naam van [aangever 5] (geb. [geboortedatum aangever 5]) en
/of
- (LMIO p. 752) een (afbeelding van een) Nederlands paspoort op naam van [aangever 6] (geb. [geboortedatum aangever 6]) en/of
- (LMIO p. 1669) een (afbeelding van een) Nederlands rijbewijs op naam van [aangever 7] en/of
- ( G/60 en LMIO p. 1134) een
(afbeelding van een
)Nederlands rijbewijs op naam van [aangever 8] (geb. [geboortedatum aangever 8]) en
/of
- (LMIO p. 318) een (afbeelding van een) Nederlandse identiteitskaart op naam van [aangever 9] (geb. [geboortedatum aangever 9]) en/of
- (G/01) een (afbeelding van een) Nederlands rijbewijs op naam van [aangever 10] (geb. [geboortedatum aangever 10]) en/of een (afbeelding van een) politielegitimatiebewijs op naam van [aangever 10] (Inspecteur van Politie Landelijke Eenheid) en/of
- (G/69) een (afbeelding van een) Nederlands paspoort op naam van [aangever 11] (geb. [geboortedatum aangever 11]) en/of
- (G/160) een (afbeelding van een) Nederlandse identiteitskaart op naam van [aangever 12] (geb. [geboortedatum aangever 12]) en/of
- ( G/159) een
(afbeelding van een
)Nederlandse identiteitskaart op naam van [aangever 13] (geb. [geboortedatum aangever 13]) en
/of
- (aanvullend dossier p. 235) een (afbeelding van een) Nederlands(e) identiteitskaart op naam van [aangever 14] en/of
- (G/17 en G/25) een (afbeelding van een) Nederlands rijbewijs op naam van [aangever 15] (geb. [geboortedatum aangever 15]) en/of
- ( G/55) een
(afbeelding van een
)Nederlands rijbewijs op naam van [aangever 16] (geb. [geboortedatum aangever 16]) en
/of
- ( G/67) een (afbeelding van een) Nederlandse identiteitskaart op naam van [aangever 17] (geb. [geboortedatum aangever 17]) en
/of
- (G/62) een (afbeelding van een) Nederlands paspoort op naam van [aangever 18] (geb. [geboortedatum aangever 18]) en/of
- (G/61) een (afbeelding van een) Nederlandse identiteitskaart op naam van[aangever 19] (geb. [geboortedatum aangever 19]) en/of
- ( G/63) een
(afbeelding van een
)Nederlands rijbewijs op naam van [aangever 20] (geb. [geboortedatum aangever 20]) en
/of
- ( aanvullend dossier p. 380) een
(afbeelding van een
)Nederlandse identiteitskaart op naam van [aangever 21] (geb. [geboortedatum aangever 21]),
welk gebruik
(telkens
)hierin bestond dat hij
,verdachte
,en/of zijn mededader(s)een kopie en/of foto/afbeelding van dat reisdocument en/of identiteitsbewijs heeft
/hebbentoegestuurd
en/of getoondaan geïnteresseerden
in de door verdachte en/of zijn mededaders geplaatste advertenties op www.marktplaats.nl, teneinde vertrouwen te wekken bij die geïnteresseerden;
2.
hij
op een of meerdere tijdstippenin
of omstreeksde periode van 19 juni 2016 tot en met 25 april 2017
te Amsterdam en/of Arnhem en/of eldersin Nederland
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens
)met het oogmerk om zich
en/of (een) ander(en)wederrechtelijk te bevoordelen
(telkens
)door het aannemen van een valse naam en
/ofvan een valse hoedanigheid en
/of door een of meer listige kunstgrepen en/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels,
- (misbruikte identiteit [aangever 22]) 3 (drie) personen te weten [aangever 23] (LMIO p. 1002) en/of [aangever 24] (LMIO p. 1231) en/of [aangever 25] (LMIO p. 1665) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 1]) 18 (achttien) personen te weten [aangever 26] (LMIO p. 1454) en
/of[aangever 27] (LMIO p. 1779) en
/of[aangever 28] (LMIO p. 1891) en
/of een of meerandere personen (LMIO dossier p. 289 en
/ofp. 355 en
/ofp. 424 en
/ofp. 437 en
/ofp. 580 en
/ofp. 612 en
/ofp. 622 en
/ofp. 685 en
/ofp. 691 en
/ofp. 792 en
/ofp. 796 en
/ofp. 1287 en
/ofp. 1393 en
/ofp. 1542 en
/ofp. 1819
en/of [aangever 29] en/of [aangever 30] en/of [aangever 31])en
/of
- (misbruikte identiteit [aangever 2]) 5 (vijf) personen te weten [aangever 9] (LMIO p. 324) en/of [aangever 33] (LMIO p. 667) en/of een of meer andere personen (LMIO dossier p. 561 en/of p. 599 en/of p. 700) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 3]) 6 (zes) personen te weten [aangever 34] (LMIO p. 636) en
/of[aangever 35] (LMIO p. 349) en
/of[aangever 36] (LMIO p. 592) en
/of een of meerandere personen (LMIO dossier p. 361 en
/ofp. 370 en
/ofp. 374) en
/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 4]) 9 (negen) personen te weten [aangever 37] (LMIO p. 387) en
/of[aangever 38] (LMIO p. 501) en
/of een of meerandere personen (LMIO dossier p. 428 en
/ofp. 495 en
/ofp. 529 en
/ofp.584 en
/ofp. 647 en
/ofp. 652 en
/ofp. 657) en
/of
- (misbruikte identiteit [aangever 39]) 3 (drie) personen te weten [aangever 40] (LMIO p. 641) en/of [aangever 41] (LMIO p. 366) en/of [aangever 42] (LMIO p. 551) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 5]) 16 (zestien) personen te weten [aangever 8] (LMIO p. 1134) en
/of[aangever 43] (LMIO p. 867) en
/of[aangever 44] (LMIO p. 1416) en
/of een of meerandere personen (LMIO dossier p. 829 en
/ofp. 892 en
/ofp. 1012 en
/ofp. 1068 en
/ofp. 1164 en
/ofp. 1297 en
/ofp. 1406 en
/ofp. 1478 en
/ofp. 1499 en
/ofp. 1556 en
/ofp. 1763 en
/ofp. 1769 en
/of p.p. 1974) en
/of
- (misbruikte identiteit [aangever 6]) 5 (vijf) personen te weten [aangever 45] (LMIO p. 1082) en/of [aangever 46] (LMIO p. 752) en/of een of meer andere personen (LMIO dossier p. 907 en/of p. 966 en/of p. 1022) en/of
- (misbruikte identiteit [aangever 7]) 3 (drie) personen te weten [aangever 47] (LMIO p. 779) en/of [aangever 48] (LMIO p. 1669) en/of [aangever 49] (LMIO p. 926) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 8]) 30 (dertig) personen te weten [aangever 50] (LMIO p. 748) en
/of[aangever 51] (LMIO p. 1697) en
/of[aangever 52] (LMIO p. 1635) en
/of een of meerandere personen (LMIO dossier p. 774 en
/ofp. 800 en
/ofp. 844 en
/ofp. 974 en
/ofp. 982 en
/ofp. 1007 en
/ofp. 1037 en
/ofp. 1105 en
/ofp. 1301 en
/ofp. 1434 en
/ofp. 1515 en
/ofp. 1525 en
/ofp. 1567 en
/ofp. 1613 en
/ofp. 1750 en
/ofp. 1833 en
/ofG/20 en
/ofG/109 en
/ofG/111 en
/ofG/115 en
/ofG/ 116 en
/ofG/124 en
/ofG/134 en
/ofG/139 en
/ofG/141 en
/ofG/144) en
/of
- (misbruikte identiteit [aangever 9]) 6 (zes) personen te weten [aangever 10] (G/01)en/of [aangever 53] (LMIO p. 1653) en/of een of meer andere personen (LMIO dossier p. 719 en/of p. 947 p. 1154 en/of p. 1808) en/of
- (misbruikte identiteit [aangever 54]) 3 (drie) personen te weten [aangever 55] (LMIO p. 943) en/of [aangever 56] (LMIO p. 1283) en/of [aangever 57] (LMIO p. 1583) en/of
- (misbruikte identiteit [aangever 10]) 58 (achtenvijftig) personen te weten [aangever 58] (G/02) en/of [aangever 59] (G/10) en/of [aangever 15] (G/25) en/of een of meer andere personen (G/03 en/of G/04 en/of G/05 en/of G/06 en/of G/07 en/of G/08 en/of G/09 en/of G/11 en/of G/12 en/of G/13 en/of G/14 en/of G/15 en/of G/16 en/of G18 en/of G/19 en/of G/23 en/of G/24 en/of G/26 en/of G/27 en/of G/28 en/of G/29 en/of G/30 en/of G/31 en/of G/32 en/of G/33 en/of G/34 en/of G/35 en/of G/36 en/of G/37 en/of G/38 en/of G/39 en/of G/40 en/of G/41 en/of G/42 en/of G/43 en/of G/45 en/of G/46 en/of G/47 en/of G/48 en/of G/49 en/of G/50 en/of G/51 en/of G/52 en/of G/53 en/of G/54 en/of G/57 en/of G/58 en/of G/59 en/of G/64 en/of G/66 en/of G68 en/of G/80 en/of G/89 en/of G/94 en/of G157) en/of
- (misbruikte identiteit [aangever 11] en/of [aangever 60]) 9 (negen) personen te weten [aangever 61] (G/107) en/of [aangever 62] (G/112) en/of een of meer andere personen (G/110 en/of G/113 en/of G/118 en/of G/120 en/of G/126 en/of G/129 en/of G/130) en/of
- (misbruikte identiteit [aangever 12] en/of [aangever 12]) 4 (vier) personen te weten [aangever 63] (LMIO p. 303) en/of [aangever 64] (G/119) en/of [aangever 65] (G/132) en/of [aangever 66] (G/142) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 13]) 17 (zeventien) personen te weten [aangever 67] (G/127) en
/of[aangever 68] (G/138) en
/of een of meerandere personen (G/103 en
/ofG/104 en
/ofG/105 en
/ofG/106 en
/ofG/108 en
/ofG/117 en
/ofG/121 en
/ofG/122 en
/ofG/123 en
/ofG/125 en
/ofG/128 en
/ofG/133 en
/ofG/137 en
/ofG/143 en
/ofG/158) en
/of
- (misbruikte identiteit [aangever 14]) 20 (twintig) personen te weten [aangever 69] (aanvullend dossier p. 261) en/of [aangever 70] (aanvullend dossier p. 264) en/of een of meer andere personen (aanvullend dossier p. 267 en/of p. 270 en/of p. 273 en/of p. 276 en/of p. 279 en/of p. 282 en/of p. 285 en/of p. 288 en/of p. 291 en/of p. 294 en/of p. 297 en/of p. 300 en/of p. 303 en/of p. 306 en/of p. 309 en/of p. 312 en/of p. 315 en/of p. 319) en/of
- (misbruikte identiteit [aangever 15]) 1 (één) persoon genaamd [aangever 85] (G/136) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 16]) 7 (zeven) personen te weten [aangever 71] (LMIO p. 743) en
/of[aangever 72] (LMIO p. 1336) en
/of een of meerandere personen (LMIO dossier p. 816 en
/ofp. 911 en
/ofp. 1376 en
/ofp. 1463 en
/ofp. 1773) en
/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 17] en/of [aangever 17]) 7 (zeven) personen te weten [aangever 73] (G/65) en
/of[aangever 74] (G/67) een of meer andere personen
(G/71 en
/ofG/72 en
/ofG/73 en
/ofG/78 en
/ofG/88) en
/of
- (misbruikte identiteit [aangever 18]) 13 (dertien) personen te weten [aangever 75] (G/82) en/of[aangever 76] (G/83) en/of [aangever 77] (G/92) en/of een of meer andere personen (G/91 en/of G/93 en/of G/95 en/of G/99 en/of G/101 en/of G/147 en/of G/152 en/of G/155 en/of aanvullend dossier p. 374 en/of p. 380) en/of
- (misbruikte identiteit [aangever 19]) 3 (drie) personen te weten [aangever 78] (G/96) en/of [aangever 79] (G/102) en/of [aangever 80] (G/153) en/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 20])
4 (vier)3 (drie)personen te weten
[aangever 81] (G/63) en/of[aangever 82] (G/151) en
/of een of meerandere personen (G/149 en
/ofG/156) en
/of
- ( misbruikte identiteit [aangever 21]) 2 (twee) personen te weten [aangever 83] (G/148) en
/of[aangever 84] (aanvullend dossier p. 365),
heeft
/hebbenbewogen tot de afgifte van een of meer geldbedragen,
in elk geval van enig goed,immers heeft
/hebbenverdachte
en/of zijn mededader(s)toen aldaar
(telkens
)met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en
/of listiglijk en/ofbedrieglijk en
/ofin strijd met de waarheid
- zich voorgedaan als bonafide verkoper en
/of
- zich voorgedaan als
[aangever 22] en/of[aangever 1] en
/of [aangever 2] en/of[aangever 3] en
/of[aangever 4] en
/of [aangever 39]en
/of[aangever 5] en
/of [aangever 6] en/of [aangever 7] en/of[aangever 8] en
/of [aangever 9] en/of [aangever 54] en/of [aangever 10] (inspecteur van Politie Landelijke Eenheid) en/of [aangever 11] en/of [aangever 60] en/of [aangever 12] en/of [aangever 12] en/of[aangever 13] en
/of [aangever 14] en/of [aangever 15] en/of[aangever 16] en
/of[aangever 17] en/of [aangever 17] en
/of [aangever 18] en/of [aangever 19] en/of[aangever 20] en
/of[aangever 21] en
/of
- zich voorgedaan als wonende in de provincie Zeeland
en/of Groningenen
/of
- advertenties op www.marktplaats.nl geplaatst voor een spelcomputer/PS4 en/of een iPhone en/of een Sonos en/of een Samsung telefoon en/of
een of meerandere voorwerp
(en
)en/of
- met geïnteresseerden contact gehad via
Whats
App en
/of
-
Whats
App profielfoto's met
een of meerafbeeldingen van
(een)kind
(eren
)gebruikt en
/ofWhats
App profielfoto's gebruikt van de personen wiens identiteit is misbruikt en
/ofWhats
App profielfoto's gebruikt passend bij de personen wiens identiteit is misbruikt en
/of
-
(vervolgens
) geïnteresseerden en/ofaangevers foto's van het identiteitsbewijs
en/of paspoort
en/of het rijbewijs
en/of politielegitimatiebewijsen/of een (zogenaamde) selfie van die
[aangever 22] en/of[aangever 1] en
/of [aangever 2] en/of[aangever 3] en
/of[aangever 4] en
/of [aangever 39]en
/of[aangever 5] en
/of [aangever 6] en/of [aangever 7] en/of[aangever 8] en
/of [aangever 9] en/of [aangever 54] en/of [aangever 10] (inspecteur van Politie Landelijke Eenheid) en/of [aangever 11] en/of [aangever 60] en/of [aangever 12] en/of [aangever 12] en/of[aangever 13] en
/of [aangever 14] en/of [aangever 15] en/of[aangever 16] en
/of[aangever 17] en/of [aangever 17] en
/of [aangever 18] en/of [aangever 19] en/of[aangever 20] en
/of[aangever 21] toegestuurd en/of
- geïnteresseerden aangeboden om een foto van een identiteitsbewijs
en/of paspoort
en/of rijbewijs
en/of een (zogenaamde) selfie van de (vermeende) aanbieder toe te sturen en
/of
- geïnteresseerden aangeboden om de/het voorwerp(en) per post te verzenden en
/of
-
(vervolgens
)met voornoemde aangevers overeengekomen om een geldbedrag te storten op een door verdachte
en/of zijn mededadersbeheerde bankrekening ten behoeve van de aankoop van het/de aangeboden voorwerp(en),
-
geïnteresseerden/afnemers een niet bestaande en/of valse Track & Trace code toegestuurd
en/of
- (vervolgens) nadat het geldbedrag was overgemaakt, die goederen/dat goed niet verzonden en/of afgeleverd aan voornoemde personen/persoon,
waardoor voornoemde aangevers
(telkens)werd
(en
)bewogen tot bovenomschreven afgifte;
3.
hij op
een of meerdere tijdstippenin
of omstreeksde periode van 19 juni 2016 tot en met 25 april 2017
te Amsterdam en/of Arnhem en/of eldersin Nederland
(telkens)tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen
, althans alleen, van het plegen van witwassen een
gewoonte heeft gemaakt,
althans zich (meermalen althans eenmaal) schuldig heeft gemaakt aan witwassen,immers
heeft/hebben hij, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s
)(van)
(een) voorwerp(en), te weten een of meergeldbedrag
(en
)(van in totaal
€ 193.428,21€ 69.254,60)
-
de werkelijke aard en/of herkomst heeft verborgen en/of verhuld, dan wel heeftverhuld
en/of verborgenwie de rechthebbende op
dat/die
voorwerp(en)geldbedragenis en
/of dat/die
voorwerp(en)geldbedragenvoorhanden had en
/of
-
heeftverworven en
/ofvoorhanden
heeftgehad
en/of overgedragen en/of omgezet en/of van genoemd(e) voorwerp(en) gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij en
/ofzijn mededader
(s
)wist
(en
),
althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden,dat bovenomschreven
voorwerp(en)geldbedragen- onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig misdrijf;
4.
hij
op een of meerdere tijdstippenin
of omstreeksde periode van 19 juni 2016 tot en met 25 april 2017
te Amsterdam en/of Arnhem en/of eldersin Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband tussen verdachte en
/of[medeverdachte 2]
en/of [medeverdachte 3]en
/of[medeverdachte 4]
en/of een of meer anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten het plegen van (marktplaats)oplichting en
/ofidentiteitsfraude en
/ofwitwassen.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk gebruik maken van een niet op zijn naam gesteld reisdocument of identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:

oplichting, meermalen gepleegd.

Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:

medeplegen van gewoontewitwassen.

Het onder 4 bewezenverklaarde levert op:

deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.

Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich gedurende een lange periode schuldig gemaakt aan het plegen van identiteitsfraude en oplichting via Marktplaats. Daarbij is hij zeer professioneel te werk gegaan. De verdachte heeft advertenties op Marktplaats geplaatst waarin elektronische goederen tegen scherpe prijzen werden aangeboden. Teneinde het vertrouwen te winnen van potentiële kopers, werd de identiteit gebruikt (misbruikt) van iemand die tevoren zelf het slachtoffer was geworden van oplichting. Dit vertrouwen is nu juist zo belangrijk bij het handelen op internet. Op deze wijze heeft de verdachte ongeveer honderd mensen opgelicht.
De opgelichte slachtoffers betaalden in goed vertrouwen voor de producten, die per post zouden worden verzonden. Dit laatste is echter nooit gebeurd. De slachtoffers van wie hun identiteit werd gebruikt door de verdachte zijn vervolgens zelf persoonlijk en via sociale media te kijk gezet als oplichter en zelfs bedreigd. Het handelen van de verdachte heeft daarmee grote gevolgen gehad voor de slachtoffers, zowel op financieel als op persoonlijk gebied. Zo wordt in de toelichting op de vorderingen van de benadeelde partijen met enige regelmaat aangegeven dat het vertrouwen in de medemens is geschaad en dat sprake is van stress en spanning in de privé-situatie als gevolg van dit alles. Wat betreft de gevolgen van het handelen van de verdachte rekent het hof hem in het bijzonder de begane identiteitsfraude aan.
Het moge verder zo zijn dat het per persoon gaat om bedragen tussen de € 200,- tot € 600,- (met enkele uitschieters), maar dat laat onverlet dat met de door de verdachte begane oplichtingen een bedrag van in totaal ongeveer € 30.000 gemoeid is.
De verdachte heeft ten tijde van het plegen van de feiten kennelijk geen oog gehad voor de gevolgen daarvan voor de slachtoffers. Hem ging het er blijkbaar alleen om er financieel beter van te worden.
De verdachte heeft zich voorts schuldig gemaakt aan het medeplegen van gewoontewitwassen en deelname aan een criminele organisatie. Door bankrekeningen te regelen heeft de verdachte er bovendien voor gezorgd dat ook zijn medeverdachten de opbrengsten uit de door hen gepleegde oplichtingen konden veiligstellen.
Persoonlijke omstandigheden
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d.
24 oktober 2022, waaruit blijkt dat de verdachte eerder
– zij het inmiddels langere tijd geleden - onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte verklaard dat hij zijn leven op orde heeft. De verdachte heeft een gezin en heeft werk in de zorg.
De verdachte heeft tevens ter terechtzitting zijn spijt betuigd richting de aanwezige benadeelde partijen en zijn verantwoordelijkheid genomen voor hetgeen hij heeft gedaan. Ook geeft de verdachte er blijk van de enorme gevolgen van zijn handelen voor de benadeelde partijen en slachtoffers in te zien.
Redelijke termijn
Het hof stelt voorop dat in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: ‘EVRM’) het recht van iedere verdachte is gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Die termijn vangt aan op het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. Het eerste verhoor van de verdachte door de politie heeft niet steeds als zodanige handeling te gelden. Wel dienen de inverzekeringstelling van de verdachte en de betekening van de inleidende dagvaarding als een zodanige handeling te worden aangemerkt.
Als uitgangspunt heeft in deze zaak voorts te gelden dat de behandeling per instantie dient te zijn afgerond met een einduitspraak respectievelijk binnen twee jaar na de voornoemde handeling dan wel nadat hoger beroep is ingesteld, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van een zaak, de invloed van de verdachte en/of zijn raadsman op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.
Overschrijding van de redelijke termijn in de fase van eerste aanleg en/of hoger beroep wordt in beginsel gecompenseerd door vermindering van de straf die zou zijn opgelegd indien de redelijke termijn niet zou zijn overschreden. Na afweging van alle daartoe in aanmerking te nemen belangen – waaronder de mate van overschrijding van de redelijke termijn – kan echter in bepaalde gevallen worden volstaan met de enkele vaststelling dat inbreuk is gemaakt op artikel 6, eerste lid, EVRM.
Met de advocaat-generaal en de verdediging is het hof van oordeel dat – hoewel het hier gaat om een relatief omvangrijke en complexe strafzaak - de behandeling van de zaak in beide instanties niet binnen een redelijke termijn heeft plaatsgevonden en dat dit matiging van de op te leggen straf tot gevolg moet hebben.
Conclusie
Het hof acht, alles afwegende en gelet op het feit dat de verdachte anders dan in eerste aanleg partieel wordt vrijgesproken van een substantieel deel van de identiteitsfraudes en oplichtingen, in beginsel een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan
12 maanden voorwaardelijk, passend en geboden. Het hof zal deze gevangenisstraf - gelet op de geconstateerde overschrijding van de redelijke termijn – echter matigen tot een gevangenisstraf voor de duur van 22 maanden, waarvan 11 maanden voorwaardelijk. Dit heeft tot gevolg dat het onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf gelijk is aan de duur van het reeds ondergane voorarrest. Het voorwaardelijke deel dient als stok achter de deur in die zin dat met het opleggen van een voorwaardelijke straf mede wordt beoogd de verdachte te weerhouden van het opnieuw plegen van een strafbaar feit.
De eventuele tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Beslag
Op de in kopie als bijlage 2 aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen staan de volgende voorwerpen vermeld:
1 1.00 STK Harddisk;
2. 1.00 STK Harddisk;
3. 1.00 STK Telefoontoestel Kl: zwart, BLACK BERRY;
4. 1.00 STK Telefoontoestel Kl: wit, APPLE iPhone;
5. 1.00 STK Telefoontoestel Kl: grijs, APPLE iPhone.
De advocaat-generaal heeft zich ten aanzien van deze voorwerpen op het standpunt gesteld dat het vonnis waarvan beroep dient te worden bevestigd.
Door en namens de verdachte is ten aanzien van het beslag geen standpunt ingenomen.
Naar het oordeel van het hof zijn voormelde voorwerpen vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het voorwerpen zijn met behulp waarvan het bewezenverklaarde is begaan of voorbereid. Het hof zal daarom deze voorwerpen verbeurdverklaren.
Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
Vorderingen tot schadevergoeding
In het onderhavige strafproces heeft een uitzonderlijk groot aantal personen zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden (im)materiële schade. Gesteld voor de uitdaging om enerzijds recht te doen aan al die vorderingen en anderzijds de leesbaarheid c.q. begrijpelijkheid van dit arrest te dienen en tegelijk een balans te vinden tussen de overwegingen en de beslissingen die specifiek betrekking hebben op de veelheid en verscheidenheid van de vorderingen van elk van de benadeelde partijen binnen de beoordeling van de strafzaak als geheel, heeft het hof ervoor gekozen op de vorderingen in te gaan, voor zover mogelijk ingedeeld in clusters van vorderingen waarop dezelfde uitgangspunten van toepassing zijn:
t.a.v. het onder 1 tenlastegelegde:
o [benadeelde partijen]
t.a.v. het onder 2 tenlastegelegde:
o [benadeelde partijen].
In bijlage 3 bij dit arrest is vermeld tot welk bedrag
– te vermeerderen met de wettelijke rente - de benadeelde partijen een vordering hebben ingediend.
In eerste aanleg zijn de vorderingen van de benadeelde partijen die op de dagvaarding staan (in ieder geval)
– behoudens enkele uitzonderingen – hoofdelijk toegewezen ter hoogte van het bedrag dat door de benadeelden is overgemaakt ter betaling van hun aankoop, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De enige post die voorts
— mits gevorderd en voldoende onderbouwd – is toegewezen, zijn opgevoerde reiskosten van benadeelden die of naar het door de verdachten opgegeven adres zijn gereden of naar de zitting zijn gekomen of naar het politiebureau of slachtofferhulp zijn gereisd. Voor zover er andere materiële posten zijn opgevoerd en niet met stukken zijn onderbouwd, zijn deze posten afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing. Ten aanzien van de door een aantal benadeelde partijen gevorderde immateriële schade heeft de rechtbank overwogen dat enkel voor de benadeelden van wie de identiteit is misbruikt uit het dossier in voldoende mate blijkt dat hun eer en goede naam daarmee is aangetast. De rechtbank heeft de immateriële schade die door hen als gevolg daarvan is geleden naar billijkheid vastgesteld. Voor zover er immateriële schadevergoeding is gevorderd als gevolg van oplichting, heeft de rechtbank de vordering afgewezen.
Het merendeel van de benadeelde partijen heeft zich in hoger beroep opnieuw gesteld voor het bedrag van hun oorspronkelijke vordering, tenzij in bijlage 3 expliciet vermeld wordt dat zij zich voor een ander bedrag hebben gesteld. In hoger beroep is hun vordering derhalve aan de orde tot het bedrag van hun oorspronkelijke vordering, tenzij in bijlage 3 expliciet vermeld wordt dat zij zich niet opnieuw of voor een ander bedrag hebben gesteld.
De volgende benadeelde partijen hebben zich in hoger beroep (in de zaak van de verdachte)
nietopnieuw gesteld:
o [benadeelde partijen].
Deze benadeelde partijen hebben zich derhalve in het geheel niet opnieuw gevoegd in hoger beroep of enkel gevoegd in het hoger beroep in de strafzaken van de medeverdachte(n), waardoor deze vorderingen thans enkel aan de orde zijn tot het in eerste aanleg toegewezen bedrag.
De advocaat-generaal heeft ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen een standpunt ingenomen, overeenkomstig het overzicht dat door de advocaat-generaal als bijlage bij het door haar overgelegde en in het procesdossier gevoegde requisitoir. De advocaat-generaal heeft - in het geval van toewijzing - geconcludeerd tot hoofdelijke toewijzing van de vorderingen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Namens de verdachte is ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen - overeenkomstig de door de verdediging overgelegde en in het procesdossier gevoegde pleitaantekeningen – aangevoerd dat de verdachte enkel aansprakelijk is voor de schade die door hem is veroorzaakt en dus verband houdt met de door hem gebruikte identiteiten.
Het hof overweegt ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen als volgt.
Geheel of gedeeltelijk toewijzen
Ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen die in de tenlastelegging als opgelichte personen zijn opgenomen en waarvan het hof tot een bewezenverklaring is gekomen, kan de vordering naar het oordeel van het hof (gedeeltelijk) worden toegewezen.
Naar het oordeel van het hof hebben deze benadeelde partijen aangetoond dat zij tot de toegewezen bedragen materiële schade hebben geleden. Deze schade is een rechtstreeks gevolg van het onder 2 bewezenverklaarde. De vorderingen van deze benadeelde partijen zullen derhalve tot die bedragen worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf na te melden dag tot aan de dag der algehele voldoening.
Met betrekking tot de in enkele gevallen door degenen die (alleen) slachtoffer zijn geworden van oplichting gevorderde vergoeding van geleden immateriële schade, overweegt het hof als volgt.
In het licht van het overzichtsarrest van de Hoge Raad van 28 mei 2019 (HR 28 mei 2019, ECLI:NL:HR:2019:793,
NJ2019/379) over de vordering van de benadeelde partij, onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van
15 maart 2019 (HR 15 maart 2019, ECLI:NL:HR:2019:376 (
EBI-arrest)), komt het hof tot het volgende oordeel.
Artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: ‘BW’) geeft een limitatieve opsomming van gevallen waarin deze bepaling recht geeft op vergoeding van immateriële schade als gevolg van onrechtmatig handelen, te weten - voor zover in onderhavige zaak relevant - in geval van:
oogmerk om zodanige schade toe te brengen, bijvoorbeeld indien de verdachte iemand heeft gedood met het oogmerk aan de benadeelde partij immateriële schade toe te brengen;
aantasting in de persoon:
1) door het oplopen van lichamelijk letsel,
2) door schade in zijn eer of goede naam, of
3) op andere wijze.
Het hof is van oordeel dat geen sprake is een situatie als bedoeld in artikel 6:106, eerste lid, aanhef en onder a, BW, noch van lichamelijk letsel en evenmin van aantasting in eer of goede naam. Het hof dient derhalve te onderzoeken/vast te stellen of de benadeelde partijen op andere wijze in hun persoon zijn aangetast in de zin van artikel 6:106, eerste lid, aanhef en onder b, BW.
Van de in artikel 6:106, eerste lid, aanhef en onder b, BW bedoelde aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ is in ieder geval sprake indien de benadeelde partij geestelijk letsel heeft opgelopen, hetgeen in het algemeen slechts het geval zal zijn indien sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld (HR 22 februari 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD5356). Degene die zich hierop beroept, zal voldoende concrete gegevens moeten aanvoeren waaruit kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade is ontstaan. Daartoe is vereist dat naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld.
Het hof is van oordeel dat de hiervoor bedoelde benadeelde partijen die een beroep hebben gedaan op vergoeding van immateriële schade in onderhavige zaak geen concrete informatie hebben verstrekt waaruit het bestaan van enig geestelijk letsel als een in de psychiatrie erkend ziektebeeld naar objectieve maatstaven kan worden vastgesteld, althans waaruit kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade is ontstaan.
Echter, uit eerder aangehaalde rechtspraak blijkt dat ook als het bestaan van geestelijk letsel in voornoemde zin niet kan worden aangenomen, het niet is uitgesloten dat de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan, voor de benadeelde meebrengen dat van de in artikel 6:106, eerste lid, aanhef en onder b, BW bedoelde aantasting in zijn persoon ‘op andere wijze’ sprake is. In zo een geval zal degene die zich hierop beroept de aantasting in zijn persoon met concrete gegevens moeten onderbouwen. Dat is slechts anders indien de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. Van een aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ als bedoeld in artikel 6:106, eerste lid, aanhef en onder b, BW is niet reeds sprake bij de enkele schending van een fundamenteel recht.
Gezien het arrest van de civiele kamer van de Hoge Raad van 9 juli 2004 (HR 9 juli 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO7721 (
Oosterparkrellen),
NJ2005/391) komt het hof tot het oordeel dat de aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ zo moet worden uitgelegd dat het zal moeten gaan om een normschending die op min of meer rechtstreekse wijze een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van die persoon maakt. Dat het moet gaan om een misdrijf tegen een persoon impliceert dat de aantasting nauw verband moet houden met de persoonlijke rechten van de benadeelde. Het moet gaan om een normschending die naar zijn aard een fundamenteel persoonsbelang raakt: schending van de persoonlijke levenssfeer, schending van het recht op bewegingsvrijheid, enzovoorts.
Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat in onderhavige gevallen - hoewel het hof onderkent dat de oplichtingen bij de benadeelde partijen woede, frustratie, verdriet en/of een geschaad vertrouwen teweeg hebben gebracht – ten aanzien van de benadeelden die (alleen) slachtoffer zijn geworden van de oplichting geen grond bestaat voor toewijzing van immateriële schade. Het hof zal de benadeelde partijen die een vordering hebben ingediend ter vergoeding van immateriële schade derhalve niet-ontvankelijk verklaren voor zover hun vordering betrekking heeft op immateriële schade.
Ten aanzien van de benadeelde partij wiens identiteit veelvuldig is misbruikt teneinde de oplichtingen te plegen, is het hof van oordeel dat wel een grond bestaat voor (gedeeltelijke) toewijzing van de gevorderde immateriële schadevergoeding. De immateriële schade die door de benadeelde als gevolg daarvan (tenminste) is geleden, zal het hof naar billijkheid vaststellen op het navolgende bedrag:
o [aangever 1]: € 1.500,00.
Het hof is derhalve van oordeel dat de vorderingen van de hierna genoemde benadeelde partijen geheel of gedeeltelijk voor toewijzing in aanmerking komen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf de datum van uitspraak in eerste aanleg, te weten
6 maart 2020:
Benadeelde:
Toegewezen tot:
[benadeelde partijen]
€ 1.500,00
€ 1.416,50
€ 466,50
€ 226,75
€ 486,50
€ 246,50
€ 230,00
€ 308,60
€ 310,00
€ 300,00
€ 300,00
€ 480,00
€ 300,00
€ 306,95
€ 290,00
€ 260,00
€ 296,50
€ 296,50
€ 304,00
€ 276,00
€ 276,00
€ 456,95
€ 226,75
€ 206,50
€ 206,50
€ 206,50
€ 400,00
€ 206,50
€ 406,50
€ 406,90
€ 1.181,75
€ 206,00
€ 420,00
€ 446,50
€ 226,50
€ 606,50
€ 236,50
€ 258,60
€ 400,00
€ 400,00
€ 326,50
€ 250,00
€ 715,00
€ 308,60
€ 6,50
€ 250,00
€ 406,50
€ 226,50
€ 306,50
€ 408,60
€ 276,50
€ 286,00
€ 356,50
€ 470,00
€ 386,50
€ 306,50
€ 206,50
€ 200,00
€ 256,50
€ 206,50
€ 206,50
€ 439,00
€ 386,50
€ 156,50
€ 206,50
€ 400,00
€ 276,50
€ 256,50
€ 300,00
€ 206,95
€ 366,50
€ 438,60
€ 257,00
€ 328,60
€ 366,50
€ 206,50
€ 208,60
€ 286,50
€ 280,00
€ 245,00
€ 720,00
Voor het overige levert behandeling van de vorderingen van de benadeelde partijen naar het oordeel van het hof een onevenredige belasting van het strafgeding op. Het hof zal dan ook bepalen dat de benadeelde partijen voor het overige - in die gevallen waarin het hof heeft besloten tot een gedeeltelijke toewijzing van de in hoger beroep nog aan de orde zijnde vorderingen –
niet-ontvankelijk zijn in de vorderingen tot vergoeding van de geleden schade. Deze kunnen in zoverre bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Het voorgaande brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen van wie de vordering (gedeeltelijk) is toegewezen tot aan deze uitspraak in verband met de vorderingen hebben gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die die benadeelde partijen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moeten maken.
Niet-ontvankelijk in verband met vrijspraken
Nu de verdachte ter zake van een deel van de hem tenlastegelegde identiteitsfraudes en oplichtingen zal worden vrijgesproken, is het hof van oordeel dat de volgende benadeelde partijen in hun vorderingen
niet-ontvankelijk moeten worden verklaard:
o Benadeelde partijen.
Gelet op het voorgaande dienen deze benadeelde partijen te worden veroordeeld in de kosten die de verdachte in verband met de verdediging tegen die vorderingen heeft moeten maken, welke kosten het hof evenwel begroot op nihil.
Niet ontvankelijk i.v.m. ontbreken grond
De benadeelde partijen [benadeelde partij] en [benadeelde partij] zullen niet-ontvankelijk worden verklaard in hun vorderingen tot schadevergoeding, nu de oplichtingen waarvan deze benadeelde partijen stellen slachtoffer te zijn geworden geen onderdeel uitmaken van hetgeen de verdachte is tenlastegelegd.
Gelet op het voorgaande dienen deze benadeelde partijen te worden veroordeeld in de kosten die de verdachte in verband met de verdediging tegen die vorderingen heeft moeten maken, welke kosten het hof evenwel begroot op nihil.
Maatregel tot schadevergoeding
Nu vaststaat dat de verdachte ten aanzien van de volgende benadeelde partijen en voor de volgende bedragen aansprakelijk is voor de schade die door de bewezenverklaarde feiten is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van de slachtoffers, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf de datum van uitspraak in eerste aanleg, te weten
6 maart 2020:
Benadeelde:
Toegewezen tot:
Gijzeling:
[benadeelde partijen]
€ 1.500,00
25 dagen
€ 1.416,50
21 dagen
€ 466,50
6 dagen
€ 226,75
3 dagen
€ 486,50
6 dagen
€ 246,50
3 dagen
€ 230,00
3 dagen
€ 308,60
4 dagen
€ 310,00
4 dagen
€ 300,00
4 dagen
€ 300,00
4 dagen
€ 480,00
6 dagen
€ 300,00
4 dagen
€ 306,95
4 dagen
€ 290,00
4 dagen
€ 260,00
3 dagen
€ 296,50
4 dagen
€ 296,50
4 dagen
€ 304,00
4 dagen
€ 276,00
3 dagen
€ 276,00
3 dagen
€ 456,95
6 dagen
€ 226,75
3 dagen
€ 206,50
2 dagen
€ 206,50
2 dagen
€ 206,50
2 dagen
€ 400,00
5 dagen
€ 206,50
2 dagen
€ 406,50
5 dagen
€ 406,90
5 dagen
€ 1.181,75
5 dagen
€ 206,00
2 dagen
€ 420,00
6 dagen
€ 446,50
6 dagen
€ 226,50
3 dagen
€ 606,50
8 dagen
€ 236,50
3 dagen
€ 258,60
3 dagen
€ 400,00
5 dagen
€ 400,00
5 dagen
€ 326,50
4 dagen
€ 250,00
3 dagen
€ 715,00
10 dagen
€ 308,60
4 dagen
€ 6,50
1 dag
€ 250,00
3 dagen
€ 406,50
5 dagen
€ 226,50
3 dagen
€ 306,50
4 dagen
€ 408,60
5 dagen
€ 276,50
3 dagen
€ 286,00
4 dagen
€ 356,50
5 dagen
€ 470,00
6 dagen
€ 386,50
5 dagen
€ 306,50
4 dagen
€ 206,50
2 dagen
€ 200,00
2 dagen
€ 256,50
3 dagen
€ 206,50
2 dagen
€ 206,50
2 dagen
€ 439,00
6 dagen
€ 386,50
5 dagen
€ 156,50
2 dagen
€ 206,50
2 dagen
€ 400,00
5 dagen
€ 276,50
3 dagen
€ 256,50
3 dagen
€ 300,00
4 dagen
€ 206,95
2 dagen
€ 366,50
5 dagen
€ 438,60
6 dagen
€ 257,00
3 dagen
€ 328,60
4 dagen
€ 366,50
5 dagen
€ 206,50
2 dagen
€ 208,60
2 dagen
€ 286,50
4 dagen
€ 280,00
4 dagen
€ 245,00
3 dagen
€ 720,00
10 dagen
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 24, 33, 33a, 36f, 47, 57, 63, 140, 231, 326, 420bis en 420ter van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 3 en 4 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
22 (tweeëntwintig) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
11 (elf) maanden,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1 1.00 STK Harddisk;
2. 1.00 STK Harddisk;
3. 1.00 STK Telefoontoestel Kl: zwart, BLACK BERRY;
4. 1.00 STK Telefoontoestel Kl: wit, APPLE iPhone;
5. 1.00 STK Telefoontoestel Kl: grijs, APPLE iPhone.

Wijst de vorderingen van de navolgende benadeeldepartijen toe, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf

6 maart 2020 tot aan de dag der voldoening op de volgende wijze:
Benadeelde:
Toegewezen tot:
Gijzeling:
[benadeelde partijen]
€ 1.500,00
25 dagen
€ 1.416,50
21 dagen
€ 466,50
6 dagen
€ 226,75
3 dagen
€ 486,50
6 dagen
€ 246,50
3 dagen
€ 230,00
3 dagen
€ 308,60
4 dagen
€ 310,00
4 dagen
€ 300,00
4 dagen
€ 300,00
4 dagen
€ 480,00
6 dagen
€ 300,00
4 dagen
€ 306,95
4 dagen
€ 290,00
4 dagen
€ 260,00
3 dagen
€ 296,50
4 dagen
€ 296,50
4 dagen
€ 304,00
4 dagen
€ 276,00
3 dagen
€ 276,00
3 dagen
€ 456,95
6 dagen
€ 226,75
3 dagen
€ 206,50
2 dagen
€ 206,50
2 dagen
€ 206,50
2 dagen
€ 400,00
5 dagen
€ 206,50
2 dagen
€ 406,50
5 dagen
€ 406,90
5 dagen
€ 1.181,75
5 dagen
€ 206,00
2 dagen
€ 420,00
6 dagen
€ 446,50
6 dagen
€ 226,50
3 dagen
€ 606,50
8 dagen
€ 236,50
3 dagen
€ 258,60
3 dagen
€ 400,00
5 dagen
€ 400,00
5 dagen
€ 326,50
4 dagen
€ 250,00
3 dagen
€ 715,00
10 dagen
€ 308,60
4 dagen
€ 6,50
1 dag
€ 250,00
3 dagen
€ 406,50
5 dagen
€ 226,50
3 dagen
€ 306,50
4 dagen
€ 408,60
5 dagen
€ 276,50
3 dagen
€ 286,00
4 dagen
€ 356,50
5 dagen
€ 470,00
6 dagen
€ 386,50
5 dagen
€ 306,50
4 dagen
€ 206,50
2 dagen
€ 200,00
2 dagen
€ 256,50
3 dagen
€ 206,50
2 dagen
€ 206,50
2 dagen
€ 439,00
6 dagen
€ 386,50
5 dagen
€ 156,50
2 dagen
€ 206,50
2 dagen
€ 400,00
5 dagen
€ 276,50
3 dagen
€ 256,50
3 dagen
€ 300,00
4 dagen
€ 206,95
2 dagen
€ 366,50
5 dagen
€ 438,60
6 dagen
€ 257,00
3 dagen
€ 328,60
4 dagen
€ 366,50
5 dagen
€ 206,50
2 dagen
€ 208,60
2 dagen
€ 286,50
4 dagen
€ 280,00
4 dagen
€ 245,00
3 dagen
€ 720,00
10 dagen
Bepaalt datde benadeelde partijen voor het overige - in die gevallen waarin het hof heeft besloten tot een gedeeltelijke toewijzing van de vorderingen – niet-ontvankelijk zijn in de vorderingen tot vergoeding van de geleden schade.
Veroordeeltde verdachte in de door de benadeelde partijen van wie de vordering (gedeeltelijk) is toegewezen gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak steeds begroot op
nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van de hiervoor genoemde benadeelde partijen de bovengenoemde bedragen te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 maart 2020 tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzelingsteeds op ten hoogste het aantal dagen zoals hiervoor genoemd onder ‘gijzeling’. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van de respectieve benadeelde partijen niet op.
Bepaaltdat indien en voor zover de verdachte steeds aan een van die beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de betalingsverplichting voor dat betaalde deel
vervalt.
Verklaartde volgende benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen tot schadevergoeding:
o [benadeelde partijen]
Veroordeeltdeze benadeelde partijen in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak steeds begroot op nihil.

Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.

Dit arrest is gewezen door mr. J.W. van den Hurk,
mr. Chr.A. Baardman en mr. B.P. de Boer,
in bijzijn van de griffier mr. J.J. Mossink.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 8 december 2022.
Mr. Chr.A. Baardman is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.