Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : 9591154 HA VERZ 21-107
1.de vennootschap onder firma [naam],
Quintessent B.V.,
Jumée B.V.,
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- het beroepschrift van 27 mei 2022, waarmee [verzoeker] in hoger beroep is gekomen van de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam, zittingsplaats Dordrecht van 2 maart 2022;
- het verweerschrift tevens incidenteel appel van [verweersters] van 26 september 2022, met bijlagen;
- het verweerschrift in incidenteel appel van [verzoeker] van 13 oktober 2022, met een bijlage.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
5.Beoordeling in hoger beroep
- als er als gevolg van laakbaar gedrag van de werkgever een verstoorde arbeidsrelatie is ontstaan (bijvoorbeeld als gevolg van het niet willen ingaan op avances zijnerzijds) en de rechter concludeert dat er geen andere optie is dan ontslag;
- als een werkgever grovelijk de verplichtingen niet nakomt die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst en er als gevolg daarvan een verstoorde verhouding ontstaat. Te denken is daarbij aan een situatie waarin de werkgever zijn re-integratieverplichtingen bij ziekte ernstig heeft veronachtzaamd;
- de situatie waarin de werkgever een valse grond voor ontslag aanvoert met als enig oogmerk een onwerkbare situatie te creëren en ontslag langs die weg te realiseren;
- de situatie waarin een werknemer arbeidsongeschikt is geworden (en uiteindelijk wordt ontslagen) als gevolg van verwijtbaar onvoldoende zorg van de werkgever voor de arbeidsomstandigheden. (Zie Kamerstukken II 2013-2014, 33 818, nr. 3 blz. 34).
6.Beslissing
in zoverre opnieuw rechtdoende:
- veroordeelt [verweersters] om aan [verzoeker] te betalen een transitievergoeding van € 9.375,75 bruto;
- veroordeelt [verweersters] om aan [verzoeker] te betalen de wettelijke rente en de wettelijke verhoging van 30 procent over het achterstallige salaris vanaf 1 november 2021;