Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Waar het in deze zaak over gaat
2.Het verdere verloop van het geding
3.De feiten
“Via deze brief wil ik, [geïntimeerde] , met geboortedatum [geboortedatum 1] , geboren te [plaats] een verzoek indienen om mijn arbeidsovereenkomst van bepaalde tijd per [datum 3] 2018 te beëindigen (…). Ik ontvang een schriftelijke bevestiging van mijn ontslag. (…)”.
4.De procedure bij de kantonrechter
- betaling van een bedrag van € 19.092,70 netto aan loon over de maanden mei 2018 tot maart 2019;
- betaling van een bedrag van € 9.546,35 aan wettelijke verhoging over voornoemd loon;
- betaling van een bedrag van € 1.527,42 netto aan vakantietoeslag over het jaar 2018;
- een bedrag van € 3.665,80 netto aan vakantietoeslag over de periode november 2015 tot en met december 2017;
- betaling van een bedrag van € 2.705,71 aan wettelijke verhoging over de vakantietoeslag over de periode van november 2015 tot en met december 2018;
- betaling van de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over het achterstallige salaris;
- betaling van de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten.