Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 9 april 2021, waarmee De Nieuwe Norm in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 13 januari 2021;
- de memorie van grieven van De Nieuwe Norm;
- de memorie van antwoord van Nera Vastgoed in het principaal appel tevens memorie van grieven in het incidenteel appel;
- de memorie van antwoord in het incidenteel appel.
3.Feitelijke achtergrond
en DNN[De Nieuwe Norm; hof]
samen hierna te noemen "Partijen"
a) NV de kantoorpanden met de bijhorende percelen grond aan de [adres] heeft verworven.
(…)”
“Ik vindt het wel wat duur worden. Lijkt mij goed om nog gezamenlijk te kijken wat we kunnen doen om de prijs naar een lager niveau te krijgen.”
, nadat we hadden vastgesteld dat er geen haalbare bezuinigingen waren, besloten tot een tweetrapsraket:
afgesproken om obv het definitieve DO een inschatting te maken van de werkelijke bouwkosten. Vervolgens kunnen jullie dan aangeven of we op basis van dit ontwerp een detailbegroting opstellen of dat we eerst de mogelijkheden tot bezuinigingen en alternatieven verder gaan onderzoeken om de kosten voor jullie op een goed niveau te krijgen.
4.Procedure bij de rechtbank
meer subsidiair: (i) voor recht zal verklaren dat Nera Vastgoed toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verbintenissen voortvloeiende uit de intentieovereenkomst en dat Nera Vastgoed gehouden is de schade die De Nieuwe Norm daardoor heeft geleden te vergoeden, en (ii) Nera Vastgoed zal veroordelen tot vergoeding van die schade, nader op te maken bij staat, te vermeerderen met rente, en
5.Vordering in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Conventie
- i) partijen hebben een gezamenlijke inspanningsverplichting om zo nodig efficiencymaatregelen door te voeren en een marktconforme aanneemsom te genereren en
- ii) als partijen en een onafhankelijke bouwkostendeskundige concluderen dat de tot stand gebrachte aanneemsom inderdaad marktconform is, moet Nera Vastgoed daaraan goedkeuring verlenen (geen keuzevrijheid meer) en is sprake van een perfecte aannemingsovereenkomst, aldus De Nieuwe Norm.