Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Waar het in deze zaak over gaat
2.Het procesverloop
- memorie van grieven;
- memorie van antwoord in principaal hoger beroep, met (voorwaardelijke) incidentele grieven,
- de memorie van antwoord in (voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep.
3.De feiten
4.Het geschil in eerste aanleg en in hoger beroep
5.De beoordeling in hoger beroep
Wanneer de uit de arbeidsovereenkomst voortvloeiende verplichtingen van de werknemer vergen dat hij op regelmatige basis overuren maakt, en de vergoeding daarvan een belangrijk onderdeel vormt van de totale vergoeding die hij voor zijn beroepsactiviteit ontvangt, moet de vergoeding voor overuren echter worden meegeteld voor het gewone loon waarop hij tijdens de in artikel 7, lid 1, van richtlijn 2003/88 bedoelde jaarlijkse vakantie met behoud van loon recht heeft, zodat hij tijdens zijn vakantie economische voorwaarden geniet die vergelijkbaar zijn met die welke hij tijdens de uitoefening van zijn werk geniet.”
Het is daarbij mijn ervaring dat Mammoet haar medewerkersnooit verplichtom overuren te werken. Het maken van overuren bij Mammoet gaat altijd in goed overleg met de medewerker, waarbij redelijkheid en billijkheid voor beide partijen centraal staan. Werknemers willen graag overwerken en Mammoet wil graag dat de werkzaamheden afkomen.[…]
In het personeelshandboek staat dat werknemers verplicht zijn instructies van de planning op te volgen. De planning wordt niet geïnstrueerd door HR of Management om werknemers te verplichten overwerk te verrichten. Werknemers zijn vrij om instructies van de planning om een bepaalde klus te doen te weigeren, omdat zij niet willen overwerken. De planning wordt geïnstrueerd om werknemers toestemming te geven van instructies af te wijken als zij niet willen overwerken.
Wanneer de door de werknemer ontvangen beloning bestaat uit verschillende componenten, moet bij de bepaling van wat het gebruikelijke loon is, en derhalve bij de bepaling van het bedrag waarop deze werknemer recht heeft gedurende zijn jaarlijkse vakantie, een specifieke analyse worden uitgevoerd.[…]
Elke last die intrinsiek samenhangt met de uitvoering van de taken die de werknemer zijn opgedragen in zijn arbeidsovereenkomst en waarvoor hij een financiële vergoeding ontvangt, wordt gerekend tot de globale beloning van de werknemer[…]
die noodzakelijkerwijs deel moet uitmaken van het bedrag waarop de werknemer recht heeft gedurende zijn jaarlijkse vakantie.”
9.a. Met ingang van 1 januari 2019 bestaat de waarde van de 20 wettelijke vakantiedagen en van 2 van de bovenwettelijke vakantiedagen die vanaf januari 2019 worden opgebouwd, uit de volgende onderdelen:
Het functieloon van 1 dag vermeerderd met de persoonlijke toeslag en de ploegentoeslag;
Het gemiddelde bedrag dat in het voorafgaande kalenderjaar per dag is ontvangen aan een structurele vergoeding van de toeslagen voor de zaterdag- en zondaguren (art. 33), de Toeslagenmatrix (art. 37) de vuilwerktoeslag (art. 38A), de koudetoeslag (art 38B), de consignatievergoeding (art. 42), de reisuren voor de werknemers op mobiele kranen (art. 47) en de onregelmatigheidstoeslag (art. 55). In verband met het niet altijd structurele karakter van deze vergoedingen wordt 90% van de totale waarde meegenomen in de berekening;
Het gemiddelde bedrag dat in het voorafgaande kalenderjaar per dag is ontvangen aan een structurele vergoeding van overuren, zaterdag, en zondaguren voor zover deze de 40 uur per week overschrijden. In verband met het niet altijd structurele karakter van deze vergoedingen wordt dit bedrag vervolgens afgetopt op 22,75% van het functieloon.”
alsofde werknemer in die vakantieweek een gemiddeld aantal overuren gewerkt en uitbetaald zou hebben gekregen. Voorkomen moet worden dat er mogelijk een negatieve (financiële) prikkel ontstaat om geen vakantie te nemen, terwijl uit de richtlijn voortvloeit dat de werknemer juist de gelegenheid moet krijgen te recupereren.
Het verweer van Mammoet dat de werkzaamheden die ten grondslag liggen aan de overwerkvergoeding en de nachtrittentoeslag niet intrinsiek zijn verbonden aan het werk van kraanmachinist, wordt niet gevolgd.” Mammoet formuleert een (voorwaardelijke) grief tegen de overweging van de kantonrechter en voert, terecht, aan dat deze aan het Williams-arrest ontleende norm alleen van toepassing is bij de beoordeling van de vraag of de toeslagen moeten worden gerekend tot het normale loon. Bij de beoordeling van de vraag of de overwerkvergoeding tot het normale loon behoort, heeft het hof de in de grief bestreden norm niet toegepast. Deze voorwaardelijke grief kan daarom niet tot een andere uitkomst leiden.
335,55
€ 463,03
6.De beslissing
opnieuw rechtdoende:
- veroordeelt Mammoet in de kosten van het geding in principaal hoger beroep, aan de zijde van [appellant] tot op heden begroot op € 463,03 aan verschotten en € 787,00 aan salaris advocaat;
- veroordeelt Mammoet in de kosten van het geding in incidenteel hoger beroep, aan de zijde van [appellant] tot op heden begroot op € 393,50 aan salaris advocaat;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.