Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
BESLISSING
[naam veroordeelde],
strafzaak door een gemachtigd raadsman, bij afwezigheid van de verdachte, terwijl artikel 6:6:4 lid 4 WvSv juist ziet op gevallen waarin de behandeling van de vordering tenuitvoerlegging
nietgelijktijdig geschiedt met de behandeling van de strafzaak van de verdachte. Bovendien volgt uit de wetsgeschiedenis van artikel 279 WvSv dat dat artikel ziet op de strafzaak, waarbij het van belang is om vast te stellen of de strafzaak op tegenspraak dan wel bij verstek gevoerd wordt. Wanneer de verdachte zich in de strafzaak laat vertegenwoordigen door een uitdrukkelijk gemachtigde raadsman, geldt de behandeling van de zaak als een procedure op tegenspraak. Dit is van belang voor het antwoord op de vraag tot welk moment een rechtsmiddel kan worden ingesteld. Die situatie doet zich in de onderhavige situatie niet voor. In de onderhavige procedure wordt immers slechts vastgesteld of de veroordeelde wel of niet is verschenen en kent de rechtsgang geen onderscheid tussen “een procedure bij verstek” of “een procedure op tegenspraak”, nu tegen de uitspraak geen rechtsmiddel openstaat.
BESLISSING
20 (twintig) dagen.
40 (veertig) uren, te vervangen door hechtenis voor de duur van
20 (twintig) dagenvoor het geval de veroordeelde die taakstraf niet naar behoren verricht.