Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
GeriCall),
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- het verzoekschrift in hoger beroep tevens houdend een incidenteel verzoek ex art. 843a Rv, ingekomen op de griffie van het hof op 6 mei 2022, waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van de tussen partijen gegeven beschikking van de kantonrechter Den Haag van 11 februari 2022, met bijlagen en een incidenteel verzoek heeft ingediend;
- het verweerschrift in hoger beroep van GeriCall, met bijlagen.
3.Feiten
4.Procedure bij de rechtbank
5.Beoordeling in hoger beroep
- een bedrag van € 63.587,880 bruto als schadevergoeding c.q. billijke vergoeding wegens gemist loon over de periode 1 juli 2021 tot 1 juli 2022;
- een bedrag van € 480,- netto aan thuiswerkvergoeding;
- een bedrag van € 310,99 netto ter zake van door hem aangeschafte printercartridges;
- een bedrag van € 1.642,50 bruto ter zake van door [appellant] gemaakte overuren;
- een bedrag van € 17.021,55 bruto ter zake van bereikbaarheidsvergoeding, waaronder een vergoeding voor de back-uptreindiensten;
- een bedrag van € 260,70 netto en € 214,83 netto ter zake van mobiele telefoonkosten;
- een bedrag van € 10.919,36 bruto en € 1.587,33 netto aan wettelijke verhoging.
omvangvan de overuren wil aantonen, heeft hij evenmin belang bij toewijzing van het art. 843a-verzoek. Zelfs als de omvang van de overuren komt vast te staan, betekent dat nog niet dat hij recht heeft op uitbetaling daarvan. Daarmee heeft hij de stelling van GeriCall dat de overuren verdisconteerd zijn in het salaris, immers nog niet weerlegd.
6.Beslissing
- wijst af het incidentele verzoek ex art. 843a Rv. van [appellant];
- bekrachtigt de tussen partijen gegeven beschikking;
- veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van GeriCall tot op heden begroot op € 2.135,- aan verschotten en € 4.062,- aan salaris advocaat;
- verklaart dit arrest ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.