Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 11 januari 2022
[vader],
[moeder],
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van ouders tegen een vonnis van de kantonrechter te Leiden, waarin werd geoordeeld dat de huurovereenkomst met hun dochter voor onbepaalde tijd is verlengd. De ouders, die sinds 2006 in Curaçao wonen en eigenaar zijn van een woning in Lisse, hebben de huurovereenkomst met hun dochter opgezegd, omdat zij de woning dringend nodig hebben voor eigen gebruik. De dochter, die de woning huurt, heeft de opzegging betwist en stelt dat zij met haar twee jonge kinderen op straat komt te staan als zij de woning moet verlaten. De ouders hebben in hoger beroep een verklaring voor recht gevorderd dat de huurovereenkomst is geëindigd en daarnaast een gebruiksvergoeding en ontbinding van de huurovereenkomst gevorderd. Het hof heeft geoordeeld dat de ouders onvoldoende hebben aangetoond dat zij de woning zo dringend nodig hebben dat de belangen van de dochter niet kunnen worden gewogen. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd, waarbij de proceskosten zijn gecompenseerd.