Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer Hoge Raad : 19/04853 (ECLI:NL:HR:2021:345)
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 15 februari 2018, waarmee de VvE in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 29 november 2017;
- de memorie van grieven van de VvE, met bijlagen;
- de memorie van antwoord van [Verweerster] ;
- het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 23 juli 2019;
- het arrest van de Hoge Raad van 5 maart 2021 en de daarin genoemde stukken van de cassatieprocedure;
- de memorie na verwijzing van de VvE, tevens houdende wijziging van eis, met producties;
- de antwoordmemorie na verwijzing van [Verweerster] , met producties.
3.Feitelijke achtergrond
Scheurvorming in de galerijvloer corrigeren met een “schijn dilatatie”
4.Procedure tot aan verwijzing naar het gerechtshof Den Haag
5.De vordering na verwijzing
6.Beoordeling in hoger beroep na verwijzing
dezeondergrond. Er is dus sprake van ongeschiktheid van het door de aannemer gebruikte materiaal. Uit artikel 7:760 lid 1 BW volgt dat de gevolgen van het gebruik van ongeschikt materiaal voor rekening van de aannemer komen. Het tweede lid maakt echter een uitzondering op deze hoofdregel: als de ondeugdelijke uitvoering te wijten is aan gebreken of ongeschiktheid van zaken afkomstig van de opdrachtgever, dan komen de gevolgen voor zijn rekening, voor zover de aannemer niet zijn in artikel 7:754 BW bedoelde waarschuwingsplicht heeft geschonden of anderszins met betrekking tot deze gebreken in deskundigheid of zorgvuldigheid tekort is geschoten. Van gebreken in van de opdrachtgever afkomstige zaken is sprake indien deze niet de kwaliteiten bezitten die de aannemer ervan mocht verwachten (Kamerstukken II 1992-1993, 23 095, nr. 3, p. 33).