3.19Op 12, 20 en 21 oktober 2020 hebben de getuigenverhoren plaatsgevonden. In die getuigenverhoren zijn onder anderen gehoord: [bovenbuurman] , [bovenbuurvrouw] , [onderbuurvrouw] , [buurman] , mevrouw [buurvrouw 1] (de partner van [buurman] , die met [buurman] samenwoont op nummer [adres 3] , hierna: [buurvrouw 1] ) en mevrouw [buurvrouw 2] (buurvrouw van [appellant] , wonend op nummer [adres 4] , hierna: [buurvrouw 2] ). Zij hebben onder meer het volgende verklaard:
[bovenbuurman] :
“Ik woonde tot drie maanden geleden aan het [adres 2] . Dit was direct boven dhr. [appellant] . Ik woonde daar samen met mijn vrouw. U toont mij een overlast logboek van vier pagina’s dat door Stichting Woonkracht10 als onderdeel van productie 17 bij het verzoekschrift is gevoegd. Ik herken dat logboek. Dit is door mijn vrouw ingevuld.
De overlast die wij hebben ervaren van dhr. [appellant] bestond onder andere uit geluidsoverlast. Hij sloeg dan bijvoorbeeld keihard met de deuren. Dat gebeurde altijd onverwachts. Het kon ‘s-nachts gebeuren of ‘s-avonds of overdag. Dit heeft jaren zo
geduurd. We hadden ook last van harde muziek van dhr. [appellant] . Dat kon soms een tijd goed gaan maar daarna was het dan weer mis.
De overlast die ik eerder heb beschreven is de reden dat wij drie maanden geleden verhuisd zijn. Wij waren het zo zat, we hadden helemaal geen woonplezier meer.
Ik heb diverse keren geprobeerd om met dhr. [appellant] in gesprek te komen maar hij deed de deur niet open of liep weg.”
“Ik woonde tot 18 juli 2020 aan het [adres 2] . Dat is direct boven dhr. [appellant] . Ik woonde daar samen met mijn man. U toont mij een overlastlogboek dat door Woonkracht10 als onderdeel van productie 17 bij het verzoekschrift is gevoegd. Dit bestaat uit vier bladzijden. Ik herken dit als mijn eigen overlastlogboek. Ik heb dit zelf geschreven. Ik heb dat logboek naar waarheid ingevuld. De overlast die wij hebben ervaren van dhr. [appellant] bestond onder meer uit geluidsoverlast in de vorm van keiharde muziek en slaan met deuren. Ik ben hartstikke doof. Ik heb twee gehoorapparaten. Ik slaap niet met mijn gehoorapparaten in maar soms werd er ‘s-nachts zo hard met de deur geslagen dat zelfs ik het goed kon horen.
Wij zijn vanwege dhr. [appellant] verhuisd. Wij hadden geen leven daar. Ons woongenot was weggehaald.”
“Ik woon op [adres 1] . Dit is direct onder dhr. [appellant] . Ik woon hier met mijn twee kinderen. Het is een tweeling, ze zijn 10 jaar. Ik woon hier sinds juni 2019.
U toont mij een email van mij aan mevrouw [medewerker Woonkracht] van Woonkracht10 van 22 juni 2020 die door Woonkracht10 als onderdeel van productie 17 bij het verzoekschrift is gevoegd. Die email is van mij. En daarbij zit als bijlage een overzicht waarin ik gevallen van overlast heb genoteerd, in de periode van 9 februari 2020 tot 9 juni 2020. Ik verklaar dat ik dit overzicht naar waarheid heb ingevuld.
Ik ervaar geluidsoverlast van dhr. [appellant] . Dit bestaat uit bonken op de vloeren, slaan op de radiatoren, slaan op de balustrade van het balkon en slaan met deuren. Ik ervaar ook bij vlagen ernstige stankoverlast omdat dhr. [appellant] de wc niet doortrekt. Dat is een hele penetrante geur.
Dhr. [appellant] doet ook regelmatig valse meldingen over mij bij de politie. Dat zijn er in het afgelopen jaar vijf of zes geweest. Er wordt dan bijvoorbeeld geklaagd over geluidsoverlast van een blaffende hond, terwijl ik helemaal geen hond heb.”
[buurman] :
“Ik woon ongeveer 10 jaar op [adres 3] . Ik woon naast dhr. [appellant] . Toen ik daar kwam wonen, woonde dhr. [appellant] daar al. In het begin woonde ik er alleen met mijn vriendin. Tegenwoordig woon ik er met haar en twee kinderen van 5 jaar en 1 jaar.
U toont mij een overlastlogboek dat door Woonkracht10 als onderdeel van productie 17 bij het verzoekschrift is overgelegd. Dit logboek loopt van 8 februari 2020 tot 24 april 2020. Ik heb dit logboek naar waarheid ingevuld. In het logboek beschrijf ik de overlast die ik ervaar van dhr. [appellant] . Dat betreft geluidsoverlast. Dit bestaat uit de radio heel hard aanzetten, slaan tegen de verwarming of slaan tegen de vensterbank of iets dergelijks. Vooral in de avonduren, als ik thuis ben heb ik hier last van. De afgelopen maanden wordt er rond half twaalf ‘s avonds structureel met de deur gesmeten. Dat klinkt hard bij ons door. Ik denk dat het zelfs twee of drie verdiepingen lager te horen is.
Er zijn ook vaak valse meldingen bij de politie gedaan over overlast die ik of mijn gezin zouden veroorzaken. Dit is gebeurd zolang ik er woon. Soms was het meer, soms was het minder. Een tijd lang gebeurde het maandelijks
In januari 2020 heb ik een bekeuring gekregen van de politie. Dit was naar aanleiding van een melding van dhr. [appellant] wegens geluidsoverlast. Wij vierden toen de verjaardag van mijn dochter, zij werd 1 jaar. Om 10 uur ‘s avonds was alles normaal en om 3 uur ’s nacht stond de politie voor de deur. Ik heb tegen deze bekeuring beroep aangetekend omdat ik het er niet mee eens ben. Toen de politie kwam waren we alleen maar aan het praten.
Ik rook weleens een joint. Dat doe ik dan op het balkon, voornamelijk in het weekend en soms ook ‘s avonds doordeweeks. Ik hecht eraan hierbij op te merken dat ik gewoon een drukke baan heb en dat ik ‘s avonds en in het weekend soms behoefte heb om te ontspannen.”
“Ik woon op [adres 3] . Ik woon daar met dhr. [buurman] en onze twee kinderen. De heer [appellant] woont direct naast ons. Ik voel mij niet veilig. De heer [gedaagde] heeft problemen met mijn vriend, dhr. [buurman] . Ik heb in 10 jaar veel gezien en meegemaakt. Ik durf de kinderen niet alleen op de galerij te laten.
Dhr. [appellant] doet ook altijd valse meldingen bij de politie. Ik weet dat deze meldingen van dhr. [appellant] zijn omdat wij dat van de politie horen. Er worden dan meldingen van geluidsoverlast gedaan terwijl wij niet eens thuis zijn. Volgens mij is dhr. [appellant] geobsedeerd door mijn vriend en ik voel mij hier onveilig bij.”
[buurvrouw 2] :
“Ik woon op [straatnaam] [adres 4] , dhr. [appellant] woont direct naast mij. Ik woon er sinds 1984. Ik heb nooit overlast gehad van buren en er is voor zover ik weet, ook nooit over mij geklaagd. Ik kan niet zeggen dat ik geluidsoverlast ervaar van dhr. [appellant] . Er is wel iets anders waar ik last van heb. Zoals ik gezegd heb werk ik bij de politie en als mijn collega’s bij dhr. [appellant] aan de deur komen naar aanleiding van een melding van hem, dan klaagt hij tegenover die collega’s over mij. Hij gaat dan helemaal los over mij en zegt bijvoorbeeld dat ik politiedossiers tegen hem gebruik. Hij heeft ook, dit jaar nog, een officiële klacht tegen mij ingediend bij het klachtenmeldpunt van de politie. Die klacht is weerlegd. Ik heb geen politiedossiers gebruikt. Ik werk al 35 jaar bij de politie en er is verder nog nooit een klacht tegen mij ingediend.”