Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : C/10/585533 HA ZA 19-1043
1.Djina B.V.,
[appellante],
[appellant],
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de memorie van grieven van Djina c.s., met bijlagen;
- de memorie van antwoord in principaal appel, tevens memorie van grieven in incidenteel appel van DSW, met bijlagen;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel van Djina c.s.;
- de aanvullende bijlagen (genummerd 38-40) die DSW met het oog op de hierna te noemen mondelinge behandeling heeft ingediend.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
- Thuiszorg [naam] , Djina en [appellante] hoofdelijk veroordeelt tot betaling van € 176.067,69, althans een door de rechtbank te bepalen bedrag, aan schadevergoeding, en tot betaling van € 17.730,-- aan buitengerechtelijke kosten,
- de door [appellante] en [appellant] gesloten koopovereenkomst vernietigt, en
- Thuiszorg [naam] en Djina c.s. hoofdelijk veroordeelt in de proceskosten.
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
a) er geen schade kan worden vastgesteld tot vergoeding waarvan Djina en/of [appellante] zou(den) kunnen worden veroordeeld en de koopovereenkomst tussen [appellante] en [appellant] niet als paulianeus kan worden aangemerkt, en
b) Djina en [appellante] zich niet kunnen verweren tegen de vordering tegen Thuiszorg [naam] en dat een oordeel over het gevorderde ‘in deze zaak’ – memorie van grieven, nr. 18; het hof begrijpt: in de onderhavige procedure tussen DSW en Djina c.s. – misbruik van recht oplevert.
a) van benadeling van schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden geen sprake is omdat de woning is verkocht tegen een marktconforme prijs, en
b) [appellante] en [appellant] ten tijde van de (ver)koop niet wisten of behoorden te weten dat de (ver)koop tot benadeling van schuldeisers zou leiden omdat toen van (een vermoeden van) enige vordering op [appellante] in privé geen sprake was en [appellant] niet betrokken was bij de bedrijfsvoering van Thuiszorg [naam] .
Dit betoog kan [appellante] en [appellant] echter niet baten. Daartoe overweegt het hof het volgende.