2.5De uitspraak op bezwaar is blijkens het — op dit punt niet weersproken — beroepschrift voor het eerst aan de gemachtigde van eiser toegezonden op 4 juni 2020. Dit betekent dat op 5 juni de beroepstermijn is gaan lopen en dat het beroepschrift — van 15 juli 2020 — tijdig is ingediend. Het beroep is ontvankelijk.
4. Eiser is van mening dat hij ten onrechte niet op zijn bezwaarschrift is gehoord. Op grond van artikel 30, eerste lid, van de Wet WOZ in samenhang met artikel 25, vierde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, wordt een belanghebbende echter — in afwijking van de hoofdregel in artikel 7:2 van de Awb — alleen gehoord op zijn of haar verzoek. Uit de stukken blijkt niet dat eiser dat verzoek tijdig heeft gedaan. Zijn klacht op dit punt is ongegrond.
5. De onroerende zaak is een appartement (bouwjaar 1916) met een woonoppervlakte van 102 m2.
6. Op grond van artikel 17, tweede lid, van de Wet WOZ wordt de waarde van de onroerende zaak bepaald op de waarde die eraan moet worden toegekend indien de volle en onbezwaarde eigendom ervan zou kunnen worden overgedragen en de verkrijger de zaak in de staat waarin die zich bevindt, onmiddellijk en in volle omvang in gebruik zou kunnen nemen. Uit de geschiedenis van de totstandkoming van de Wet WOZ blijkt dat de WOZ-waarde gelijk dient te zijn aan de prijs die de meest biedende koper betaalt na de meest geschikte voorbereiding. Dit is het uitgangspunt dat de wetgever heeft gekozen bij de waardering volgens de Wet WOZ. In het algemeen mag verweerder bij zijn waardebepaling gebruik maken van (per waardepeildatum geïndexeerde) verkoopcijfers van vergelijkingsobjecten die zijn verkocht een jaar vóór de waardepeildatum, maar ook van verkoopcijfers van een jaar ná de waardepeildatum.
7. Verweerder moet aannemelijk maken dat hij de waarde van de onroerende zaak niet te hoog heeft vastgesteld. Hiertoe legt hij een taxatierapport over van 13 juli 2021 opgemaakt door [naam taxateur] en de daarin opgenomen waardematrix (hierna: de matrix). De woning is door de taxateur gewaardeerd aan de hand van de verkoopcijfers van vergelijkbare woningen met behulp van de vergelijkingsmethode.
8. Eiser heeft gesteld dat het eigen aankoopcijfer niet bruikbaar is vanwege door de makelaar gehanteerde veiling-methode. Blijkens het verweerschrift en het taxatierapport heeft verweerder het eigen aankoopcijfer niet gebruikt bij zijn waardering omdat het eigen aankoopcijfer te ver is gelegen van de waardepeildatum. Dit standpunt van eiser treft geen doel.
9. De in het taxatierapport vermelde vergelijkingsobjecten zijn bruikbaar bij de waardering, omdat deze op de belangrijkste waardebepalende kenmerken, zoals ligging, type, bouwjaar, inhoud, oppervlakte en onderhoudstoestand goed vergelijkbaar zijn met de onroerende zaak. Uit de matrix bij het taxatierapport volgt dat de m2-prijs van de onroerende zaak € 1.725,- bedraagt tegen een gemiddelde m2-prijs van € 2.109,- voor de vergelijkingsobjecten. De rechtbank is van oordeel dat verweerder aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld.”