Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : 7977871 RLEXPL 19-18675
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 13 juli 2020, waarmee [verzoeker] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Den Haag van 22 april 2020;
- het arrest van dit hof van 22 september 2020, waarin een mondelinge behandeling is gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 17 november 2020;
- de memorie van grieven van [verzoeker];
- de memorie van antwoord van [verweerder];
- de akte opgave getuigen van [verzoeker];
- de antwoord akte van [verweerder].
3.Feitelijke achtergrond
a) De auto van [verzoeker], een BMW met kenteken [kenteken] (hierna: de BMW), is in februari 2016 op verzoek van [verzoeker] op naam van [verweerder] gezet omdat [verzoeker] de auto zelf niet kon verzekeren.
b) Op 27 oktober 2016 is de BMW ten gevolge van een aanrijding beschadigd geraakt.
c) Op 27 oktober 2016 is een aanrijdingsformulier ingevuld, waarop als bestuurders van de betrokken auto’s [verweerder] en [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1]) vermeld staan.
d) De BMW was casco verzekerd. De verzekeraar heeft de schade niet vergoed aan [verweerder] wegens het vermoeden van fraude. Volgens de verzekeraar kwamen de lijnen op de BMW niet overeen met de verklaringen over de toedracht van het ongeval.
4.Procedure bij de rechtbank
Subsidiair heeft [verweerder] aangevoerd dat, als hij toch verplicht is schadevergoeding aan [verzoeker] te betalen, dit bedrag moet worden verrekend met een bedrag van € 3.114,67 aan verzekeringspremie, motorrijtuigenbelasting en een verkeersboete die [verzoeker] nog aan [verweerder] verschuldigd is.
5.Vordering in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
De schade aan de BMW (grieven 1 en 2)
ja de bmw is nu van jullie en mijn kosten zijn hierdoor gedekt Ieder zn eigen weg nu’. [verweerder] heeft dit verweer voldoende geconcretiseerd en bewijs aangeboden. Hij zal tot dit bewijs worden toegelaten. Nu de getuigen die over dit thema kunnen verklaren waarschijnlijk voor een groot deel dezelfde getuigen zullen betreffen als de getuigen die in het kader van het getuigenbewijs voor de stellingen van [verzoeker] zullen worden gehoord, komt het het hof om proceseconomische redenen gewenst voor dit getuigenbewijs reeds nu te gelasten, opdat beide bewijsthema’s bij het horen van de getuigen aan de orde kunnen komen.
Conclusie
Wat betreft de door [verzoeker] gevorderde kosten voor een oplegger, nieuwe autosleutels en nieuwe autopapieren is een bedrag van (€ 283,01 + € 41,60 =) € 324,61 toewijsbaar. De overige door [verzoeker] gevorderde kosten zullen worden afgewezen.
7.Beslissing
- laat
- laat
- bepaalt dat [verzoeker] als eerste in de gelegenheid wordt gesteld om getuigen voor te brengen, en dat alle getuigen direct in de beide bewijsopdrachten zullen worden gehoord;
- bepaalt dat, indien [verzoeker] en/of [verweerder] getuigen wil doen horen, de getuigenverhoren zullen worden gehouden in een der zittingszalen van het Paleis van Justitie aan de Prins Clauslaan 60 te Den Haag voor de hierbij benoemde raadsheer-commissaris mr. J.M.T. van der Hoeven-Oud, op
- bepaalt dat, indien één der partijen binnen veertien dagen na de dag van deze uitspraak, opgeeft verhinderd te zijn op de genoemde datum en daarbij de verhinderdata van beide partijen in de maanden december 2022 tot en met maart 2023 opgeeft, de raadsheer-commissaris (in beginsel eenmalig) een nadere datum en tijdstip voor de getuigenverhoren zal vaststellen;
- deelt mee dat het hof al beschikt over een kopie van de volledige procesdossiers in eerste aanleg en in hoger beroep, inclusief producties, zodat het niet nodig is deze voor het getuigenverhoor over te leggen;
- houdt iedere verdere beslissing aan.