Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Uitspraak van 2 augustus 2022
[X] te [Z] , belanghebbende,
de heffingsambtenaar van de gemeente Delft, de Heffingsambtenaar,
Procesverloop
Feiten
Oordeel van de Rechtbank
's-Gravenhage 18 oktober 2002, ECLI:NL:GHDHA:2002:AS2261). Van de heffingsambtenaar mag daarentegen worden verwacht dat, onder andere door middel van bebording en aanduidingen op parkeerapparatuur, het ter plaatse geldende parkeerregime voldoende duidelijk is aangegeven. Het bestaan van de verplichting om parkeerbelasting voor een locatie te voldoen kan blijken uit de aanwezigheid van parkeerapparatuur bij of in de nabijheid van de parkeerplaats, maar ook uit borden of andere aanwijzingen bij of in de directe omgeving van de parkeerplaats op zo'n wijze dat over de verschuldigdheid van parkeerbelasting voor die parkeerplaats redelijkerwijs geen misverstand kan bestaan (vgl. Hoge Raad 22 november 1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3126). Van geval tot geval dient te worden beoordeeld of aan deze laatste voorwaarde is voldaan.
Omschrijving geschil in hoger beroep en conclusies van partijen
Proceskosten en griffierecht
Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vernietigt de naheffingsaanslag; en
- gelast de Heffingsambtenaar aan belanghebbende een bedrag van € 7 aan aanmaningskosten en € 182 aan griffierecht te vergoeden.