Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
1.[geïntimeerde 1] ,
3. Octatube Space Structures B.V.,
1.Waar deze zaak over gaat
2.Het verloop van het geding
3.Inleiding
RECITALS
Subcontract”).
Advance Payment”).
National Galleryin Dublin.
4.Beoordeling van het hoger beroep
- De bestuurders zijn aansprakelijk jegens de Vennootschap (althans de failliete boedel) op grond van onbehoorlijk bestuur in de zin van art. 2:9 BW.
- De bestuurders zijn aansprakelijk jegens de boedel omdat zij hun taak kennelijk onbehoorlijk hebben vervuld en aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement (art. 2:248 lid 1 BW). Een vordering op grond van art. 2:248 BW kan alleen worden ingesteld op grond van onbehoorlijke taakvervulling die in de periode van drie jaar voorafgaand aan het faillissement heeft plaatsgevonden (art. 2:248 lid 6 BW).
- De bestuurders zijn aansprakelijk jegens de schuldeisers omdat hen een ernstig persoonlijk verwijt kan worden gemaakt ter zake van de handelwijze van de Vennootschap (art. 6:162 BW). Meer in het bijzonder gaat het erom dat de bestuurders wisten of behoorden te weten dat de door hen bewerkstelligde of toegelaten handelwijze van de Vennootschap tot gevolg zou hebben dat de Vennootschap haar verplichtingen niet zou nakomen en ook geen verhaal zou bieden voor de als gevolg daarvan optredende schade (HR 8 december 2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ0758, Ontvanger / Roelofsen). Volgens de curator c.s. komt deze vordering ook aan de curator toe omdat hij opkomt voor de belangen van de gezamenlijke schuldeisers (HR 14 januari 1983, NJ 1983, 597, Peeters q.q. / Gatzen).
- De rechtbank heeft geoordeeld dat op de financieringsovereenkomst Spaans recht van toepassing is en dat het er naar Spaans recht in wezen om draait wat de contractspartijen bij het sluiten van de overeenkomst hebben bedoeld (rov. 4.6).
- De rechtbank is van oordeel dat uit clausule 6 van de financieringsovereenkomst niet volgt dat de Vennootschap het voorschot uitsluitend mocht aanwenden na goedkeuring en certificering. In de considerans van de overeenkomst staat dat de Vennootschap het voorschot nodig heeft voor het doen van investeringen. Dit wijst er eerder op dat het voorschot wel mocht worden gebruikt (rov. 4.7).
- De Vennootschap heeft correspondentie tussen haar en de Fundación overgelegd, die de stelling van [geïntimeerde 1] c.s. ondersteunt dat het voorschot direct mocht worden aangewend voor het doen van investeringen. In deze correspondentie heeft de Vennootschap laten weten dat zij niet in staat is zelf (voor) te financieren. Ter zitting bij de rechtbank is namens de Fundación verklaard dat de Vennootschap het voorschot weliswaar om die reden wilde ontvangen, maar dat het uiteindelijk slechts is verstrekt om zeker te stellen dat de Vennootschap zou worden betaald voor het werk na certificering en goedkeuring. Tegenover de gemotiveerde betwisting door [geïntimeerde 1] c.s., heeft de Fundación deze stelling echter met onvoldoende feiten of omstandigheden onderbouwd (rov. 4.8).
- De rechtbank volgt niet het betoog van de Fundación dat het systeem van certificeren en goedkeuren geen enkele functie meer had indien het voorschot al daarvoor mocht worden uitgegeven. Immers, voor zover de Vennootschap het door Ute opgedragen werk had voltooid, kon door het systeem van certificeren en goedkeuren worden vastgesteld op welke vergoeding de Vennootschap definitief aanspraak had. Pas als het voorschot volledig was ingelopen, kon de Vennootschap bij Ute aanspraak maken op (verdere) betaling van de door haar verrichte werkzaamheden. Bovendien is onvoldoende weersproken dat de Vennootschap haar werkzaamheden niet kon voortzetten indien zij het voorschot niet direct mocht aanwenden; het voorschot moest voorkomen dat het project zou komen stil te liggen (rov. 4.9).
- Anders dan de curator heeft aangevoerd, volgt uit het vonnis van de rechtbank Madrid niet dat de aanwending van het voorschot vóór certificering en goedkeuring in strijd was met de financieringsovereenkomst. De Spaanse rechtbank heeft slechts overwogen dat de Vennootschap het voorschot moest gebruiken voor een specifiek doel, namelijk het uitvoeren van het aan de Vennootschap opgedragen werk. De rechtbank Madrid oordeelt niet dat het voorschot pas mocht worden aangewend na certificering en goedkeuring (rov. 4.10). Ook overigens is er in het vonnis van de rechtbank Madrid onvoldoende steun te vinden voor het standpunt van de curator (rov. 4.11).
opeisbarevordering op de Vennootschap had. De betalingsvoorwaarden die tussen de Vennootschap en Octatube SS golden, waren immers (vrijwel) gelijk aan de voorwaarden die tussen de Vennootschap en Ute waren overeengekomen, aldus de curator c.s. Deze stelling faalt. De opdrachtbevestiging van 22 juli 2013 waarin de afspraken tussen de Vennootschap en Octatube SS zijn bevestigd, bepaalt: