Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 26 maart 2021, waarmee Foreburgh in hoger beroep is gekomen van het tussen partijen gewezen vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag van 26 februari 2021 (hierna: het bestreden vonnis);
- het herstelexploot van 6 mei 2021;
- de memorie van grieven van Foreburgh, met producties 1-5;
- het tussenarrest van dit hof van 6 juli 2021;
- productie 6 van Foreburgh;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 26 augustus 2021;
- de memorie van antwoord van [geïntimeerde], tevens houdende eiswijziging/-vermeerdering, met producties 1-4;
- de akte van Foreburgh, houdende bezwaar tegen eiswijziging, met producties 1-2;
- de (antwoord)akte van [geïntimeerde];
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 8 februari 2022 en de daarbij voorgedragen pleitnota’s;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 9 maart 2022.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
a. hem toegang te blijven verlenen tot de eerder door hem aan Foreburgh overgedragen CRM database Portefeuille Signalen van de Nationale Hypotheekbond, totdat deze aan hem is terugovergedragen;
b. deze database aan hem (terug) over te dragen binnen veertien dagen na vonnis,
op verbeurte van een dwangsom.
5.Vorderingen in hoger beroep
1) de gegevens van de klanten/klantendossiers van [geïntimeerde] in de CRM database Portefeuille Signalen van de Nationale Hypotheekbond, zoals vermeld op het door [geïntimeerde] als productie 4 bij de memorie van antwoord, tevens houdende eiswijziging/-vermeerdering, overgelegde overzicht, aan [geïntimeerde] over te dragen door ondertekening van het daartoe bestemde mutatieformulier;
2) mee te werken aan overdracht van de (lees: door [geïntimeerde]) bij haar in 2017 ondergebrachte verzekeringsportefeuille aan Verzekeringscentrum Zaanstad BV door de betreffende verzekeringsmaatschappijen op de hoogte te stellen door ondertekening van een brief waarin de overgang van de portefeuille van Foreburgh naar Verzekeringscentrum Zaanstad BV wordt medegedeeld,
met veroordeling van Foreburgh in de kosten, bij arrest dat uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard.
6.Beoordeling in hoger beroep
procedureel
“Van Foreburgh kan dan ook verlangd worden dat zij meewerkt aan retro-overdracht van de door [geïntimeerde] in de database ingebrachte klanten, voor zover die klanten, vanwege WFT-gerelateerde werkzaamheden, onder de naam Foreburgh zijn bediend […] [geïntimeerde] heeft in zijn akte van 12 februari 2021 aangegeven dat hij bereid is een lijst van klanten op te stellen, die nooit onder de naam Foreburgh zijn geadviseerd. Indien alsnog mocht blijken dat deze klanten wel onder naam van Foreburgh zijn bediend, dan is [geïntimeerde] bereid deze klanten alsnog van de lijst te schrappen. Deze voorgestelde werkwijze komt de voorzieningenrechter alleszins redelijk voor in de voorzieningenrechter gaat er vanuit dat partijen dienovereenkomstig handelen.”
7.Beslissing
opnieuw recht doende,