Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
BESLISSING
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 23 augustus 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 maanden, waarvan 1 maand voorwaardelijk, voor het opzettelijk en wederrechtelijk binnendringen in een geautomatiseerd werk, in dit geval de website van een onderneming. De tenlastelegging betrof het gebruik van software om toegang te krijgen tot vertrouwelijke informatie van de website, waaronder persoonlijke gegevens van huisartsen.
Tijdens de zitting heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om vernietiging van het vonnis en een veroordeling tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf. Het hof heeft echter geoordeeld dat de website niet kan worden aangemerkt als een geautomatiseerd werk in de zin van artikel 80sexies van het Wetboek van Strafrecht. Dit oordeel is gebaseerd op de wetsgeschiedenis en eerdere jurisprudentie, waarin is vastgesteld dat een geautomatiseerd werk een fysieke inrichting moet zijn en dat een website, als een verzameling gegevens zonder fysieke vorm, hier niet onder valt.
Het hof heeft geconcludeerd dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, en heeft de verdachte daarom vrijgesproken. Tevens is besloten tot teruggave van in beslag genomen voorwerpen aan de verdachte, nu het belang van strafvordering zich daartegen niet meer verzet. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken.