Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop
- het dossier van de procedure bij de kantonrechter in de rechtbank Den Haag;
- de beschikking van de kantonrechter van 6 april 2021;
- het beroepschrift van [appellant], met producties, bij het hof binnengekomen op 4 mei 2021;
- het verweerschrift van de VvE, met producties.
3.Feitelijke achtergrond
Iedere eigenaar en gebruiker is verplicht het privé gedeelte te gebruiken overeenkomstig de daaraan nader in de akte gegeven bestemming. Een gebruik dat afwijkt van de in de akte nader aangegeven bestemming is slechts geoorloofd met toestemming van de vergadering.”
4.Verzoeken en beslissing van de kantonrechter
- primair: een verklaring voor recht dat de volgende besluiten nietig zijn: (i) het besluit van de VvE van 12 november 2020 tot het verlenen van toestemming voor horeca op de begane grond en (ii) het besluit van de VvE van 12 november 2020 tot het verlenen van toestemming voor het aanbrengen van een afvoerkanaal ten behoeve van horeca;
- subsidiair: vernietiging van de hiervoor genoemde besluiten (i) en (ii);
5.Verzoeken in hoger beroep en bezwaren tegen de beschikking van de kantonrechter
bestemmingen niet op in de splitsingsakte opgenomen verbodsbepalingen, zoals hier het verbod op horeca. Het besluit om horeca toe te staan is dan ook nietig. Het besluit tot het aanbrengen van een afvoerkanaal ten behoeve van de horeca is daarmee ook nietig, aldus [appellant].