ECLI:NL:GHDHA:2022:1425
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake BIZ-bijdragen Centrum Spijkenisse en de rechtmatigheid van de heffing
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [X] B.V. tegen de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam over de BIZ-bijdragen voor het jaar 2017. De Heffingsambtenaar van de gemeente Nissewaard had 15 aanslagen opgelegd aan belanghebbende, die in totaal € 6.132 bedroegen. De Rechtbank verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond, waarop zij in hoger beroep ging. Belanghebbende betoogde dat de BIZ-bijdragen in strijd zijn met het vrije verkeer van personen, kapitaal en diensten binnen de EU en dat de heffing niet rechtvaardig is. Het Gerechtshof Den Haag oordeelde dat de BIZ-bijdragen geen schending van het VWEU of artikel 1 EP EVRM met zich meebrachten. Het Hof stelde vast dat de wetgever bij de totstandkoming van de Wet BIZ de mogelijkheid heeft gekozen om zowel eigenaren als gebruikers van onroerende zaken in de heffing te betrekken, wat een legitiem doel dient. Het Hof concludeerde dat er geen sprake was van een individuele en buitensporige last voor belanghebbende en dat de BIZ-bijdragen niet in strijd zijn met de Europese regelgeving. De uitspraak van de Rechtbank werd bevestigd en het hoger beroep van belanghebbende werd ongegrond verklaard.