ECLI:NL:GHDHA:2022:1339

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
26 juli 2022
Publicatiedatum
21 juli 2022
Zaaknummer
200.309.272/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning en tenuitvoerlegging van een buitenlands arbitraal vonnis in Nederland

In deze zaak heeft Jumbo Shipping V.O.F. (verzoekster) een verzoek ingediend bij het Gerechtshof Den Haag tot erkenning en tenuitvoerlegging van een buitenlands arbitraal vonnis dat op 28 januari 2022 door de Deutsche Institution für Schiedgerichtsbarkeit (DIS) in Bremen, Duitsland, is gewezen. Het arbitraal vonnis betreft een geschil tussen Jumbo en Red Box Energy Services B.V. (verweerster) over een bevrachtingsovereenkomst voor het zeevervoer van monopiles ten behoeve van een offshore windmolenproject in Taiwan. Jumbo vorderde schadevergoeding van Red Box, omdat deze haar verplichtingen uit de overeenkomst niet was nagekomen. Red Box heeft zich teruggetrokken uit de arbitrageprocedure en heeft geen verweer gevoerd in deze procedure.

Het hof heeft vastgesteld dat Jumbo aan alle vereisten voor erkenning en tenuitvoerlegging heeft voldaan, waaronder het overleggen van gewaarmerkte afschriften van de overeenkomst tot arbitrage en het arbitraal vonnis. Het hof heeft geoordeeld dat er geen gronden zijn voor weigering van de erkenning en tenuitvoerlegging van het arbitraal vonnis. Daarom heeft het hof het verzoek van Jumbo toegewezen en het arbitraal vonnis erkend en verlof verleend tot tenuitvoerlegging in Nederland. Tevens is Red Box veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op een totaal van € 2.108,64 aan verschotten en € 2.228,- aan salaris advocaat. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.309.272/01
Beschikking van 26 juli 2022
in de zaak van
Jumbo Shipping V.O.F.,
gevestigd te Schiedam,
verzoekster,
advocaat: mr. L.M. Schat kantoorhoudend in Rotterdam,
tegen
Red Box Energy Services B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
verweerster,
niet verschenen.
Het hof zal partijen hierna respectievelijk Jumbo en Red Box noemen.

1.De zaak in het kort

1.1
Jumbo verzoekt erkenning in Nederland van een tussen haar en Red Box gewezen buitenlands arbitraal vonnis en verlof om dat vonnis in Nederland ten uitvoer te leggen.
1.2
Het hof wijst het verzoek toe, omdat aan alle vereisten is voldaan.

2.Het procesverloop in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure in hoger beroep blijkt uit de volgende stukken:
  • het op 4 april 2022 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift van Jumbo, met producties;
  • het proces-verbaal van het verhoor als bedoeld in artikel 987 Rv van 6 juli 2022.
2.2
Uitspraak is bepaald op heden.

3.De feitelijke achtergrond

3.1
Jumbo heeft met Red Box op 31 augustus 2019 op basis van een BIMCO HEAVYCON 2007 een bevrachtingsovereenkomst gesloten voor het zeevervoer van Duitsland naar Taiwan van zogenoemde monopiles (offshore wind funderingen) ten behoeve van een offshore windmolen project in de wateren van Taiwan (hierna: de bevrachtingsovereenkomst).
3.2
Jumbo heeft op 28 maart 2021 op de voet van Box 29 jo. artikel 39 van de bevrachtingsovereenkomst een arbitrageprocedure aanhangig gemaakt in Bremen, Duitsland bij het
Deutsche Institution für Schiedgerichtsbarkeit(hierna: DIS), waarin zij, stellende dat Red Box haar verplichtingen uit de bevrachtingsovereenkomst niet is nagekomen, onder andere schadevergoeding vordert van Red Box. Red Box is in de arbitrageprocedure (met kenmerk DIS-SV-2021-00500) aanvankelijk bij advocaat verschenen. Het advocatenkantoor van Red Box heeft het DIS op 31 juli 2021 bericht dat het zich heeft teruggetrokken en Red Box niet meer zal vertegenwoordigen in de arbitrageprocedure.
3.3
Bij
Arbitration Awardvan 28 januari 2022 (hierna: het arbitraal vonnis) heeft het DIS Red Box veroordeeld tot, kort gezegd, betaling van (i) USD 1,110,315.56 aan schadevergoeding, vermeerderd met rente en (ii) de kosten van de arbitrageprocedure.
3.4
Van het arbitraal vonnis staat geen rechtsmiddel (meer) open. Het arbitraal vonnis is bindend voor partijen. Red Box heeft geen vernietiging van het arbitraal vonnis gevorderd in Duitsland.
3.5
Red Box heeft niet vrijwillig aan het arbitraal vonnis voldaan.
3.6
Jumbo heeft op 8 maart 2022 verlof van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam verkregen tot het leggen van (repetitief) conservatoir beslag onder derden. De vordering van Red Box is daarbij begroot op USD 1,396,968 en de termijn voor het instellen van de vordering in de hoofdzaak is bepaald op vier weken na het eerst gelegde beslag.

4.Het verzoek en de bevoegdheid van het hof

4.1
Jumbo verzoekt het hof om bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking het arbitraal vonnis, zonder verplichting tot zekerheidstelling, in Nederland te erkennen en haar verlof te verlenen tot tenuitvoerlegging van het arbitraal vonnis in Nederland, met veroordeling van Red Box in de kosten van deze procedure. Jumbo baseert haar verzoek primair op artikel 1076 Rv en subsidiair op artikel 1075 Rv in verbinding met, naar het hof begrijpt, de artikelen III en IV van het Verdrag over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechterlijke uitspraken (het Verdrag van New York, hierna ook: het Verdrag).
4.2
Op dit verzoek is het Verdrag van New York van toepassing, nu zowel Nederland als Duitsland daarbij partij is. Op grond van artikel 1075 lid 2 Rv is het hof absoluut bevoegd om kennis te nemen van het verzoek en zijn de artikelen 985-991 Rv van overeenkomstige toepassing, voor zover het Verdrag geen afwijkende voorzieningen inhoudt. Nu Red Box statutair gevestigd is in Rotterdam, is dit hof ook relatief bevoegd (artikel 985, derde volzin, Rv).
4.3
Op grond van artikel 987 Rv dient voor het verlenen van verlof de partij tegen wie de tenuitvoerlegging wordt verlangd, te worden opgeroepen voor verhoor. Deze oproeping geschiedt door een vanwege de verzoeker uitgebracht deurwaardersexploot. Omdat verweerster een rechtspersoon is die volgens de gegevens van het Handelsregister van de Kamer van Koophandel op een adres in Nederland is ingeschreven, dient oproeping in beginsel te geschieden overeenkomstig artikel 50 Rv. Daaruit volgt dat de betekening van het exploot moet plaatsvinden aan het kantoor van de rechtspersoon of aan de woonplaats van een van de bestuurders. Indien een dergelijke betekening niet mogelijk is, geschiedt betekening van het exploot op de voet van artikel 54 lid 3 in verbinding met lid 2 Rv aan het parket van de ambtenaar van het openbaar ministerie bij het gerecht waar de zaak dient, en wordt een uittreksel van het exploot zo spoedig mogelijk bekend gemaakt in de Staatscourant onder vermelding van naam en kantooradres van de deurwaarder of van de advocaat van wie afschrift van het exploot kan worden verkregen.
4.4
Ondanks behoorlijke oproeping daartoe – zoals blijkt uit het op verzoek van Jumbo uitgebrachte deurwaardersexploot waarbij Red Box is opgeroepen voor de zitting van 6 juli 2022 om 13.30 uur, aan het hof toegezonden per brief van 21 juni 2022 – is Red Box in deze procedure niet verschenen en heeft zij dus geen verweer gevoerd.

5.De beoordeling van het verzoek

5.1
Op grond van artikel 1076 lid 1 Rv kan een buitenlands arbitraal vonnis in Nederland worden erkend en ten uitvoer gelegd als een verdrag toepasselijk is dat toelaat dat een partij zich beroept op de wet van het land waar erkenning en tenuitvoerlegging worden verzocht. Artikel III tweede volzin van het Verdrag bepaalt voor zover hier van belang dat de erkenning of tenuitvoerlegging van scheidsrechterlijke uitspraken waarop het Verdrag van toepassing is niet zal worden onderworpen aan aanzienlijk drukkender voorwaarden dan die waaraan de erkenning of tenuitvoerlegging van de nationale scheidsrechterlijke uitspraken is onderworpen.
5.2
Artikel 1076 lid 1 Rv bepaalt dat de partij die de erkenning en tenuitvoerlegging verzoekt bij haar verzoek dient over te leggen het origineel of een gewaarmerkt afschrift van de overeenkomst tot arbitrage en van het arbitraal vonnis.
5.3
Het hof heeft vastgesteld dat Jumbo in deze procedure een gewaarmerkt afschrift van het origineel van de bevrachtingsovereenkomst en een gewaarmerkt afschrift van het origineel van het arbitraal vonnis heeft overgelegd. Deze stukken zijn ter gelegenheid van de zitting van 6 juli 2022 aan de advocaat van Jumbo terug in handen gegeven. Naar het oordeel van het hof heeft Jumbo aldus voldaan aan de vereisten voor erkenning en tenuitvoerlegging van het arbitraal vonnis.
5.4
Van een grond voor weigering van de verzochte erkenning en tenuitvoerlegging is niet gebleken.
5.5
Het voorgaande brengt mee dat het verzoek tot erkenning en tenuitvoerlegging op de primaire grondslag toewijsbaar is. Deze uitkomst rechtvaardigt dat Red Box overeenkomstig het verzoek van Jumbo zal worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. Het hof gaat ervan uit dat het verzoek van Jumbo zich ook uitstrekt tot de kosten van het gelegde conservatoir beslag. Nu dit geding als hoofdzaak als bedoeld in artikel 706 Rv heeft te gelden, behoren ook die kosten tot de verschotten. Omdat verlof is verleend (productie V3), zijn het griffierecht (€ 676,-) en advocaatkosten ten bedrage van € 563,- (1 punt à € 563,- (tarief II in eerste aanleg)) toewijsbaar. Dat verdere beslagkosten zijn gemaakt, is niet gesteld of gebleken.

6.De beslissing

Het hof:
- verstaat dat het op 28 januari 2022 te Bremen, Duitsland, tussen partijen gewezen arbitraal vonnis (met kenmerk DIS-SV-2021-00500) in Nederland wordt erkend;
- verleent Jumbo verlof tot tenuitvoerlegging van het op 28 januari 2022 te Bremen, Duitsland, tussen partijen gewezen arbitraal vonnis (met kenmerk DIS-SV-2021-00500) in Nederland;
- veroordeelt Red Box in de kosten van dit geding, aan de zijde van Jumbo tot op heden begroot op € 2.108,64 aan verschotten (€ 1.239,- aan beslagkosten (5.5 hiervoor), € 86,64 aan explootkosten en € 783,- aan griffierecht) en € 2.228,- aan salaris advocaat (2 punten à € 1.114,- (tarief II));
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mrs. P. Glazener, R.S. van Coevorden en A.J. Swelheim en is ondertekend en in het openbaar uitgesproken door mr. J.E.H.M. Pinckaers, rolraadsheer, op 26 juli 2022 in aanwezigheid van de griffier.