Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Rolnummer rechtbank : 8377407 RL EXPL 20-3999
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 17 juli 2021, waarmee de VVE in hoger beroep is gekomen van de vonnissen van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 27 oktober 2020 en 11 mei 2021;
- de memorie van grieven van de VVE, met bijlagen.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vordering in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
7.Beslissing
opnieuw rechtdoende:
- veroordeelt [verweerder] tot betaling van € 2.151,72, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.823,10 vanaf 19 december 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt [verweerder] in de kosten van het geding in eerste aanleg, aan de zijde van de VVE tot op 11 mei 2021 begroot op € 486,- aan griffierecht en € 101,02 aan explootkosten en € 467,50 aan salaris advocaat;
- veroordeelt [verweerder] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van de VVE tot op heden begroot op € 772,- aan griffierecht, € 121,42 aan explootkosten en € 1.114,- aan salaris advocaat;
- bepaalt dat binnen veertien dagen na de dag van deze uitspraak aan deze kostenveroordeling moet zijn voldaan, bij gebreke waarvan de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW verschuldigd is vanaf het einde van voormelde termijn tot aan de dag der algehele voldoening;
- wijst het meer of anders gevorderde af;