Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[geïntimeerde 1],
Akieko B.V.,
[geïntimeerde 3],
WoonWelZorg B.V.,
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de memorie van grieven van [appellante], met bijlagen;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 30 april 2021;
- de memorie van antwoord van [geïntimeerden];
- de akte van [appellante] van 24 augustus 2021, met bijlagen;
- de antwoordakte van [geïntimeerden] van 21 september 2021.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de voorzieningenrechter
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Indien de gedaagde een vergoeding van zijn proceskosten van de eiser verlangt, en de eiser betwist dat de gedaagde voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten heeft gemaakt of de hoogte daarvan bestrijdt, ligt het op de weg van de gedaagde om de kosten waarvan hij vergoeding vordert, te specificeren en aannemelijk te maken. Deze vordering is - afgezien van het bepaalde in art. 1019h Rv - niet toewijsbaar buiten de in art. 241 Rv getrokken grenzen. In dit verband verdient nog opmerking dat het liquidatietarief een regeling bevat voor het geval de eiser het geding intrekt voordat de gedaagde een proceshandeling (kan) verricht(en), welke regeling zich mede leent voor toepassing in kort geding.”
7.Beslissing
opnieuw rechtdoende: