In deze zaak gaat het om de gevolgen van het faillissement van HIK Systeme und Module GmbH voor de appelprocedure die aanhangig is bij het Gerechtshof Den Haag. HIK werd op 1 december 2019 in staat van faillissement verklaard, en de curator, [naam curator], heeft in hoger beroep de procedure voortgezet. De rechtbank Rotterdam had eerder in eerste aanleg geoordeeld dat de vordering van HIK toewijsbaar was tot een bedrag van € 52.031,26, maar het hof moest zich buigen over de vraag wat de gevolgen van het faillissement zijn voor de lopende procedure. Het hof heeft vastgesteld dat de procedure op het moment van faillietverklaring niet geschorst was, maar dat de artikelen 27-29 van de Faillissementswet (Fw) van toepassing zijn geworden na de faillietverklaring. Dit betekent dat de procedure van rechtswege is geschorst en alleen kan worden hervat indien de vordering op de verificatievergadering wordt verwezen naar de renvooiprocedure. Het hof heeft de procedure ambtshalve gestaakt, wat betekent dat de zaak niet verder behandeld zal worden totdat aan de voorwaarden voor hervatting is voldaan. De beslissing van het hof is op 11 mei 2021 openbaar uitgesproken.