Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
beschikking van 12 januari 2021
Facilities & Results B.V. h.o.d.n. Fris & Rein Schoonmaakdiensten,
[verweerster 1] ,
2. [verweerster 2] ,
[verweerster 3]
Het verdere verloop van het geding
Beoordeling van het hoger beroep
Bewijswaardering
aanmerkelijkminder uren bij DSR hebben gewerkt dan zij aan F&R hebben opgegeven, kan daarom niet op dit systeem worden gebaseerd. Het mag zo zijn dat het toegangssysteem van DSR het voor buitenstaanders moeilijk maakt ongeregistreerd het terrein op te komen, in de praktijk lag dit kennelijk voor verweersters – die al jaren bij DSR werkten en bekenden waren voor de portiers – anders. De omstandigheid dat dit mogelijk was omdat verweerders zich geregeld niet aan de regels hielden, zoals [verweerster 2] heeft verklaard (waardoor zij en de andere verweersters, weliswaar geautoriseerd maar ongeregistreerd op het DSR-terrein aanwezig konden zijn) doet daaraan niet af. Dit betekent dat het bewijsvermoeden dat verweersters (maximaal het aantal uren dat zij bij DSR als aanwezig waren geregistreerd en dus) aanmerkelijk minder hebben gewerkt dan het aantal aan F&R opgegeven uren is ontkracht, zodat het alsnog aan F&R is te bewijzen dat aanmerkelijk minder (en zo ja, hoeveel minder) door verweersters is gewerkt dan door hen geregistreerd. F&R is in dit bewijs niet geslaagd. Noch de omstandigheid dat er klachten waren over het schoonmaakwerk en dat F&R niet begrijpt hoe het anders mogelijk was dat het bij DSR werkzame team van F&R met de beschikbare uren er niet in slaagde het werk naar behoren uit te voeren, noch de omstandigheid dat verweersters niet aanwezig waren op het DSR-terrein als de directie ter controle langskwam, is voldoende om tot fraude als door F&R gesteld te concluderen. Dit brengt het hof tot het oordeel dat de kantonrechter terecht de verzochte ontbinding op de e-grond (wegens fraude), gebaseerd op de geregistreerde uren uit het DSR-systeem, heeft afgewezen evenals de vaststelling van onwettig afwezige uren en de daarop gebaseerde terugbetaling van salaris.
Beslissing
in zoverre opnieuw rechtdoende:
- bepaalt dat de arbeidsovereenkomsten tussen F&R en verweersters eindigen met ingang van 1 februari 2021;
- verklaart voor recht dat verweersters ernstig verwijtbaar hebben gehandeld althans nagelaten en daarom geen recht hebben op een transitievergoeding ten laste van F&R;
- bekrachtigt de bestreden beschikking ten aanzien van de kostenveroordeling;
- compenseert de proceskosten in hoger beroep in die zin dat partijen elk de eigen proceskosten dragen;
- wijst af het meer of anders verzochte.