3.2De kantonrechter heeft die vordering toegewezen. Daartoe overwoog hij, voor zover in hoger beroep van belang, als volgt:
- Partijen zijn het erover eens dat [geïntimeerde] haar werkzaamheden op basis van “uurtje factuurtje” zou factureren. Voor zover [geïntimeerde] aan [appellant 1] zou hebben voorgespiegeld dat zij die werkzaamheden goedkoper kon verrichten dan [kantoor 1] , heeft [appellant 1] onvoldoende onderbouwd dat [geïntimeerde] precies dezelfde werkzaamheden heeft verricht als [kantoor 1] en daarvoor meer in rekening heeft gebracht. [geïntimeerde] heeft namelijk naast de reguliere administratieve en fiscale werkzaamheden ook Exact ingevoerd, geadviseerd over de dividenduitkering, de aangifte dividendbelasting gedaan en geadviseerd over de verkoop van vennootschappen. [appellant 1] heeft gesteld dat de werkzaamheden van [geïntimeerde] werden verlicht door de invoering van Exact, maar heeft daarbij niet gespecificeerd en onderbouwd welke werkzaamheden [geïntimeerde] hierdoor ten onrechte in rekening heeft gebracht. Dat [geïntimeerde] in totaal meer in rekening heeft gebracht dan [appellant 1] voor ogen stond en diverse kortingen heeft gegeven, is geen aanwijzing dat zij teveel in rekening heeft gebracht. [geïntimeerde] zal namelijk uitgaan van een bepaalde winstmarge en het geven van kortingen is niet ongebruikelijk, vooral omdat [appellant 1] nog maar kort klant was bij [geïntimeerde] en ook [kantoor 1] er mogelijk nog naar streefden [appellant 1] terug te winnen als klant (r.o. 4.2).
- De urenspecificaties die [geïntimeerde] heeft overgelegd zijn niet te globaal. Zij vermelden welke werkzaamheden zijn verricht en door wie, en hoe lang de betrokken medewerker daarmee bezig is geweest. Zij vermelden weliswaar niet iedere exacte handeling of de inhoud van de gevoerde besprekingen, maar [appellant 1] heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd op grond waarvan geconcludeerd moet worden dat de vermelde werkzaamheden niet hebben plaatsgevonden (r.o. 4.3).
- Als het gaat om de werkzaamheden met betrekking tot: (i) het afronden van de jarrekening over 2015; (ii) de dividenduitkering; (iii) het creëren van een fiscale eenheid en (iv) het aanpassen van het salaris, de managementfee en de huur, heeft [appellant 1] in het licht van de specificaties niet voldoende onderbouwd dat [geïntimeerde] daarvoor te veel uren in rekening heeft gebracht (r.o. 4.4).
- Omdat partijen niet hebben gesteld dat zij een bepaald uurtarief hebben afgesproken geldt op grond van artikel 7:405 lid 2 BW dat [appellant 1] het op de gebruikelijke wijze berekende loon is verschuldigd. [geïntimeerde] heeft dat loon met haar specificaties en opgave van uurtarieven deugdelijk onderbouwd. Het uurtarief van medewerker De Weerd is in het voordeel van [appellant 1] aangepast, en [appellant 1] heeft niet toegelicht waarom [geïntimeerde] geen uurtarief van € 25,- in rekening mocht brengen voor een stagiaire. Daarbij is het aan [geïntimeerde] als opdrachtnemer om te bepalen wie bij haar wat doet (r.o. 4.5).
- [appellant 1] heeft na ontvangst van factuur 17867 niet bij [geïntimeerde] aan de bel getrokken over de kosten van [naam] Pensioenconsultants B.V. (hierna: [pensioenconsultant] ). Pas bij antwoordakte na comparitie heeft hij betwist deze kosten verschuldigd te zijn. Ook toen [appellant 1] zijn werkzaamheden door [kantoor 1] liet verrichten besteedde deze laatste de pensioenberekeningen uit aan [pensioenconsultant] . Met de stelling dat [appellant 1] al enige tijd met pensioen is, heeft [appellant 1] zijn betwisting onvoldoende onderbouwd (r.o. 4.7).
- [appellant 1] heeft geklaagd over de werkzaamheden van [geïntimeerde] met betrekking tot de dividenduitkering en de aangifte dividendbelasting, maar heeft hier geen juridische consequenties aan verbonden, geen vordering in reconventie ingesteld en geen beroep gedaan op verrekening van schade. Ten overvloede geldt dat [appellant 1] onvoldoende heeft onderbouwd waarom [geïntimeerde] op dat punt onjuist heeft geadviseerd. Ook is niet juist dat [geïntimeerde] de aangifte dividendbelasting zonder toestemming heeft gedaan (r.o. 4.11 en 4.12).
- [geïntimeerde] heeft de door haar gevorderde bedragen daarom voldoende onderbouwd. [appellant 1] heeft onvoldoende onderbouwd dat [geïntimeerde] aan [appellant 1] te veel werkzaamheden in rekening heeft gebracht of anderszins bovenmatig heeft gedeclareerd, waardoor er geen aanleiding is de redelijke kosten van die werkzaamheden te schatten (r.o. 4.13).