Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Het geding
2.Feiten, verzoek en oordeel kantonrechter
associate partnershebben het bureau verlaten. Op of omstreeks 28 juni 2017 heeft er tussen partijen een ‘Result & Development-gesprek’ – lees: functioneringsgesprek – plaatsgevonden. Dat is ook gebeurd op of omstreeks 9 april 2018. In de verslagen van beide gesprekken is te lezen dat [verweerster] volgens Mecanoo voldoet aan “
het verwachte niveau” (niveau 3 van de 4). In het verslag van het gesprek van 28 juni 2017 is verder te lezen dat Mecanoo “
blij” is met [verweerster] , maar dat Mecanoo wel verwacht dat [verweerster] meedoet in de “
change van het bureau”. Ook is daarin vermeld dat Mecanoo als “
tip” aan [verweerster] meegeeft om zich op een meer proactieve manier in te zetten voor “BD” (business development: de afdeling binnen Mecanoo die zich bezighoudt met de acquisitie van projecten). In het verslag van 9 april 2018 is daarnaast te lezen dat Mecanoo als verbeterpunt aan [verweerster] meegeeft: “
meer tijd voor netwerken (…) plus Business Development”.
“(…)
associate partners[collega 1] en [collega 2], hierna: [collega 1] en [collega 2]) zal worden gepland. Op 23 april 2019 is een vervolggesprek gevoerd waarin is besproken dat de BD-uren effectiever moeten worden ingezet en [verweerster] zich hiervoor vanaf 1 mei 2019 samen met een nieuwe medewerker gaat inzetten. Ook kwam de acquisitie en samenwerking aan de orde. In de gespreksaantekeningen van [eigenaar] staat met betrekking tot [verweerster] onder meer het volgende vermeld:
[verweerster] – Verbetertraject I”. Daarin is onder meer het volgende geschreven:
Vandaag is er een nieuw gesprek gepland omdat er weinig verbetering zichtbaar is tov vorige maanden. [verweerster] is nog steeds onzichtbaar binnen het kantoor, associate partners willen niet met haar samenwerken, (te duur, te weinig toegevoegde waarde). Ontwerpkwaliteiten ontbreken en projecten lopen vaak chaotisch en vaak verliesgevend. Deze eigenschappen passen niet bij de verantwoordelijkheden van iemand met een N9 positie, een van de hoogste posities binnen Mecanoo. (…)
(…) Daarnaast is [verweerster] langsgegaan bij sommige senioren en associate partners. Zij stelt dat zij hebben aangegeven dat zij wel graag met haar samenwerken. Aan [verweerster] gevraagd of zij deze gespreksverslagen + haar Plan van Aanpak + de output van het R&D gesprek volgende keer aan ons kan voorleggen. (…)
- [eigenaar] stelt dat associate partners [betrokkene 1] en [betrokkene 2] sowieso niet met [verweerster] willen samenwerken. [verweerster] heeft zelf al enkele jaren geleden aangegeven niet met partner [betrokkene 3] te willen werken.
- [verweerster] stelt dat [collega 2], [collega 1] en [betrokkene 4] mogelijk wel graag met haar samenwerken. (…) Dit moet worden aangetoond. Voorgesteld om bij volgende overleggen een paar associate partners te laten aansluiten.
- Over het algemeen, stelt [adviseur], vormt [verweerster] een eiland en is ze geen zichtbare trekker binnen Mecanoo. Er zijn geen rechtstreekse acquisities via het netwerk van [verweerster], en persoonlijke relaties die Mecanoo verder kunnen helpen.
Als N9 medewerker is het de bedoeling dat je effectief leiding kan geven aan verschillende projectteams en/of samen acquisities tot een goed einde kan brengen. Beide kwaliteiten komen bij [verweerster] nu niet tot uitdrukking. (…)
- [eigenaar] ziet op dit moment dat [verweerster] haar N9 positie niet waar maakt binnen Mecanoo. Zowel op interne samenwerking als op productiviteit zijn er grote gebreken.
- [verweerster] denkt daar anders over, ziet wel een rol voor haar weggelegd binnen Mecanoo.
- Over 2 weken komen we weer samen.
- [verweerster] zal met [collega 1] samen zitten over proces Heiloo, en uitkomst delen in volgende meeting.
- [betrokkene 5] maakt een verslag van het gesprek en opzet voor verbetertraject. Deze wordt besproken en nader ingevuld in de volgende meeting. Doel: functioneren verbeteren naar niveau N9 positie, en hier termijn aan verbinden.”
de voorcalculatie topzwaar en teveel verbrokkeld”was en dat [verweerster] teveel mensen ernaast nodig heeft.
– Verbetertraject II”is onder meer het volgende vermeld:
Samenwerking associate partners/[functienaam] verbeteren.
Ontwerpkwaliteiten
Acquisities
Projectorganisatie
Zichtbaarheid kantoor [verweerster] is in het bureau geïsoleerd geraakt, functioneert op een eiland en is ze geen zichtbare trekker binnen Mecanoo.
[verweerster] maakt uiterlijk op 1 september a.s. een Plan van Aanpak aan de hand van de verbeterpunten:
- Associate partners sluiten vanaf 1 september 2019 aan bij evaluatiemomenten
- [verweerster] gaat enkele tenders leiden met inzet op winst
- [verweerster] gaat een cursus gericht op samenwerking met collega’s doen
- [verweerster] zorgt ervoor dat ze binnen kantoor zichtbaarder wordt, met associate partners overlegt/samenwerkt.
associate partner[collega 2] en de nieuwe directeur [nieuwe directeur], en een laatste gesprek met alleen [verweerster], [nieuwe directeur] en de beide advocaten van partijen. De mediation is per 26 maart 2020 beëindigd zonder overeenstemming. Parallel hieraan hebben partijen besloten om op 29 januari 2020 een tweede mediation te starten tussen [verweerster] en [eigenaar]. Deze mediation is per 26 februari 2020 zonder overeenstemming beëindigd.
primairop grond van disfunctioneren (art. 7:669 lid 3 sub d BW) en
subsidiairop grond van een verstoorde arbeidsverhouding (art. 7:669 lid 3 sub g BW) en
meer subsidiairde combinatie- ofwel i-grond (art. 7:669 lid 3 sub i BW), met veroordeling van [verweerster] in de proceskosten.
- een billijke vergoeding van € 350.000 bruto;
- de wettelijke transitievergoeding van € 43.089,53 bruto, en
- de proceskosten.
- de bestreden beschikking te vernietigen voor wat betreft de toekenning van een billijke vergoeding, en opnieuw rechtdoende:
- het verzoek van [verweerster] ten aanzien van een billijke vergoeding af te wijzen, dan wel subsidiair de hoogte op nihil te stellen, dan wel een door het hof redelijk te achten lager bedrag;
- [verweerster] te veroordelen tot terugbetaling van € 300.455,50 aan teveel betaalde billijke vergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf vijf dagen na de datum van uitspraak; en
- [verweerster] te veroordelen in de proceskosten van beide instanties.
3.De beoordeling van het hoger beroep
Kamerstukken II,vergaderjaar 2013/2014, 33818, nr. 3, pag. 34). In dergelijke gevallen is het evident dat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of nagelaten.
associate partnerswaarmee [verweerster] tot dan toe samenwerkte) ook al aan de orde geweest. Aan [verweerster] is toen meegegeven dat zij mee moest in de veranderingen van de organisatie (
“change van het bureau”), dat zij zich op een proactieve manier moest inzetten voor Business Development (acquisitie) en meer tijd moest besteden aan netwerken. Dat in die functioneringsgesprekken is vermeld dat [verweerster] over het geheel genomen “
op het verwachte niveau” presteerde, doet er niet aan af dat deze punten wél aan [verweerster] zijn gecommuniceerd. Gezien haar functieniveau en senioriteit moest voor [verweerster] duidelijk zijn dat van haar op deze onderdelen in ieder geval meer resultaat werd verwacht. Dat dit – zoals zij stelt – “
geen serieuze aandachtspunten” zouden zijn (par. 3.15 verweerschrift) omdat er geen concrete “
targets”zijn gesteld, volgt het hof dan ook niet. Overigens acht het hof voldoende aannemelijk dat [verweerster] hierop ook tussentijds (al dan niet zijdelings) door Mecanoo is gewezen, zoals door de voormalig financieel directeur [voormalig financieel directeur] (hierna [voormalig financieel directeur]) schriftelijk is verklaard (prod. 18 bij beroepsschrift). [verweerster] heeft betwist dat zij tussentijds is aangesproken, maar [voormalig financieel directeur] heeft concreet toegelicht dat hij in de periode vanaf 2017 tot halverwege 2019 meerdere keren aan [verweerster] “
in zo objectief mogelijk termen” heeft aangesproken op b.v. te hoge ureninzet bij acquisities en samenwerkingsissues ([verweerster] was kritisch op anderen en niet “
reflectief” en [voormalig financieel directeur] moest soms bemiddelend optreden), en dat dit “
geen gemakkelijke gesprekken” waren. Mecanoo heeft op 3 april 2019 inderdaad in stevige bewoordingen aan [verweerster] kenbaar gemaakt dat er kritiek was op haar functioneren op (onder meer) het gebied van acquisitie en samenwerken, maar dat zij hierdoor is overvallen met als (enige) doel om een onwerkbare arbeidsverhouding te bewerkstelligen, acht het hof niet aannemelijk.
associate partners[collega 1] en [collega 2] door het voeren van gesprekken, en het verbeteren van acquisitie door haar per 1 mei 2019 te betrekken bij de BD-afdeling. Mecanoo heeft vervolgens in de periode vanaf 1 juli 2019 opnieuw duidelijk gemaakt aan [verweerster] dat zij op een aantal vlakken moest verbeteren (zie onder meer het verslag “
– Verbetertraject I”). Daarbij is van belang dat – anders dan [verweerster] meent – de door Mecanoo geuite kritiek niet geheel ongefundeerd was. Dit volgt onder meer uit de hiervoor in rov. 2.6 e.v. genoemde brieven en e-mails waarin [verweerster] door Mecanoo meermalen erop wordt gewezen dat haar inzet bij acquisitie te zwaar was (“
te duur” met te grote teams en té gedetailleerd met te weinig declarabele uren), en dat de interne samenwerking met enkele
associate partners(zoals [collega 2] en [collega 1]) moeizaam liep, waardoor [verweerster] in een isolement terecht kwam. [verweerster] heeft de genoemde feedbackpunten echter niet ter harte genomen, maar meermalen krachtig tegengesproken; in haar visie werden haar ten onrechte verliezen in de schoenen geschoven terwijl het probleem juist lag bij de projectmanager van de opdrachtgever (project Rijks), kreeg zij de schuld van problemen binnen de samenwerking terwijl de betrokken
associate partner[collega 1] zelf te weinig tijd had en onduidelijke aanwijzingen gaf (project Heiloo) en werd [verweerster] (ondanks verzoeken daartoe) niet in staat gesteld om aan te sluiten bij het acquisitieoverleg en overige overleggen en werd zij – in feite – door Mecanoo zelf op een eiland geplaatst. Mecanoo heeft daarnaast volgens [verweerster] volledig uit het oog verloren dat zij ook goede dingen voor het bedrijf heeft gedaan. Het hof is echter van oordeel dat Mecanoo voldoende concrete feiten en omstandigheden heeft genoemd (zie hiervoor rov. 2.12-2.14) waaruit genoegzaam volgt dat [verweerster] niet over de volle breedte voldeed aan de eisen die Mecanoo als werkgever de laatste jaren aan haar stelde, en redelijkerwijs mocht stellen, mede bezien in het licht van de functieomschrijving en de ruime ervaring en senioriteit van [verweerster]. Dat [verweerster] ook een positieve bijdrage heeft geleverd aan (het succes van) Mecanoo, doet hieraan niet af.
– Verbetertraject II”). Daarin is concreet vermeld wat van [verweerster] werd verwacht: o.m. verbetering in de samenwerking en acquisitie, projectorganisatie en zichtbaarheid in de organisatie. Uiterlijk 1 september 2019 zou het Plan van Aanpak moeten zijn geformuleerd, en daarnaast was een tijdslijn opgesteld tot het einde van het traject op 1 januari 2020 met diverse evaluatiemomenten. [verweerster] heeft onvoldoende onderbouwd dat Mecanoo met die geïnvesteerde tijd en moeite niet op zijn minst heeft geprobeerd om [verweerster] weer terug te krijgen in haar eigen functie. Weliswaar leest het hof in de verschillende verslagen dat Mecanoo op enig moment stevige bewoordingen heeft gekozen, mogelijk vanuit een bepaalde frustratie dat [verweerster] niet wilde inzien dat er iets schortte aan haar functioneren (zie rov. 2.13: “
de toon is zo scherp (…) omdat [verweerster] de problemen maar blijft ontkennen of niet wil inzien”). [verweerster] heeft die woorden (begrijpelijkerwijze) als persoonlijk afbreukmakend ervaren. Het hof constateert echter op basis van de stukken en de verklaringen van partijen ter zitting dat de verstoring van de arbeidsverhouding op zijn minst ook is gelegen in de defensieve houding van [verweerster] en een bepaald onvermogen om te reflecteren op de ontvangen feedback. Dit lijken belangrijke factoren geweest te zijn die hebben bijgedragen aan het in stand houden van het hoogopgelopen arbeidsconflict. Zo heeft [verweerster] de kritiek op haar functioneren steevast bestreden en tegen Mecanoo gezegd dat zij niet kan meewerken aan het verbeterplan “
omdat zij niet inziet hoe ze disfunctioneert. (…) ze vindt dat in de gesprekken alleen de negatieve aspecten belicht worden” (rov. 2.13) en (rov. 2.11 in juli 2019) “
Ik bestrijd dat ik nu onder de maat functioneer. Dus: een verbetertraject is op dit moment niet aan de orde (...)”. De verharding tussen partijen en daarmee de duurzaam verstoorde arbeidsverhouding is door de onverzoenlijke houding van [verweerster] voor een deel aan haarzelf te wijten. Het hof kan in ieder geval niet meegaan in de conclusie van [verweerster] dat het opstellen van een verbeterplan op zichzelf genomen al blijk zou geven van het aansturen op een verstoorde arbeidsverhouding.
associate partner[collega 2] en (de inmiddels nieuw aangetreden) directeur over een tijdspanne van twee maanden. Toen ook deze pogingen om tot oplossingen te komen niet waren geslaagd, heeft Mecanoo pas een ontbindingsverzoek bij de kantonrechter ingediend. Dat een oplossing binnen het bestaande dienstverband van [verweerster] niet meer haalbaar was omdat de verhoudingen zodanig verstoord waren geraakt – hetgeen door [verweerster] zelf ook is erkend – is in dit licht niet te wijten aan ernstig verwijtbaar handelen van Mecanoo. [verweerster] heeft waar het gaat om het herstel van de arbeidsverhouding ook niet onderbouwd wat Mecanoo redelijkerwijs nog meer had kunnen en moeten doen om de verstoorde arbeidsverhouding weer vlot te trekken.
opnieuw rechtdoende: