4.5.[geïntimeerde] voert aldus verweer. Zij betwist dat tussen haar en [appellant] een overeenkomst bestaat met de door [appellant] gestelde inhoud en strekking.
Zij heeft ter onderbouwing dat zij eigenares is en alleen gerechtigd tot de panden de volgende bewijsstukken overgelegd naast de onder 2.a. en c. genoemde notariële akten:
- een koopakte tussen [naam 1] en haarzelf met betrekking tot [adres 4] gedateerd 1 december 1992. (Het hof constateert dat hierin de in de notariële akte a. genoemde koopprijs is vermeld. Voorts is vermeld dat transportdatum is 30 december 1992 en dat het huis wordt verhuurd tegen een huurprijs van NLG 383,10 per maand).
- een koopakte tussen [naam 2] en [broer] als lasthebber van [geïntimeerde] met betrekking tot het pand aan de [straatnaam 1] , gedateerd 25 november 1991. (Het hof constateert dat hierin de in de notariële akte c. genoemde koopprijs is vermeld, dat is vermeld dat het huis is verhuurd en dat het ligt in een renovatiegebied. In de notariële akte wordt melding gemaakt van deze koopovereenkomst van 25 november 1991.)
- als bewijs van de financiering van het pand aan de [straatnaam 1] , de hypotheekakte van 1 mei 1992.
- een Besluit van B&W van Den Haag van 16 februari 2018 tot oplegging van een last onder dwangsom in verband met bij controle op 2 november 2017 gebleken gebreken aan het pand [adres 4] met [geïntimeerde] als geadresseerde (hierna: de aanschrijving).
- bankafschriften over de jaren 2009 – 2018 (overgelegd bij conclusie van antwoord van 10 april 2019) als bewijs dat [geïntimeerde] onroerendezaakbelasting, reinigingsrechten en bijdrage Hoogheemraadschap voor de panden voldoet.
Voorts heeft [geïntimeerde] de volgende standpunten ingenomen:
- [geïntimeerde] heeft erop gewezen dat [appellant] de woning wilde kopen en een hypotheek wilde regelen en zich met dit verzoek tot haar makelaar heeft gericht.
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling in hoger beroep:
- naar aanleiding van de aanschrijving: zij is thans aan verbeurde dwangsommen en boetes € 15.000 verschuldigd en dit kan oplopen tot maximaal € 130.000. Daar heeft zij aan toegevoegd dat B&W vanwege de conservatoire beslagen op dit moment uitgaan van een overmachtssituatie en de invordering hebben gestaakt. De aanschrijving is niet ingetrokken.
- zij doet aangifte voor de vermogensrendementsheffing in box 3 en betaalt de opgelegde belasting aan de Ontvanger; [appellant] heeft nimmer vaste lasten voldaan, zoals de energierekening of andere vaste lasten.