Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
III SCHADE
8.VERPLICHTINGEN IN GEVAL VAN SCHADE
13.VOORZORGSMAATREGELEN
15.NIET NAKOMEN INFORMATIEVERPLICHTINGEN
24.DEKKING
3.Beoordeling
in zoverregeen rechten kunnen worden ontleend.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een geschil tussen United Metals B.V. (UM) en HDI Global SE over een schadevergoeding in het kader van een machinebreukverzekering en bedrijfsschadeverzekering. UM is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Rotterdam, waarin HDI werd veroordeeld tot betaling van een deel van de schade, maar andere vorderingen werden afgewezen. De kern van het geschil betreft de vraag of UM de machine eerder had moeten stilzetten om verdere schade te voorkomen en of de schademelding tijdig was gedaan. De machine, een schrootschaar, vertoonde verschillende defecten, en na een inspectie door de leverancier werd vastgesteld dat er sprake was van onvoldoende druk in de hydraulische cilinders. HDI betoogde dat UM niet tijdig had gereageerd op signalen van mogelijke schade, wat leidde tot verergering van de schade. Het hof oordeelde dat UM de machine op 16 mei 2014 had moeten stilzetten, en dat de schademelding op 2 juli 2014 te laat was. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank, waarbij werd bepaald dat de bedrijfsschade als gedekte schade onder de verzekeringsovereenkomst geldt, voor zover deze schade het gevolg is van de materiële schade die voor vergoeding in aanmerking komt. Het hof wees de overige vorderingen van UM af en bepaalde dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt.