Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest
Het verloop van het geding
De beoordeling van het hoger beroep
all roundmedewerker van de griffie van het hof aan de advocaten verstuurd e-mailbericht van 8 juli 2021 10:08 uur, inhoudende:
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de afwijzing van zijn verzoek tot voeging of tussenkomst in een faillissementsprocedure bij de Rechtbank Rotterdam. [Appellant] wilde zich voegen in een geschil tussen de curator van de failliete vennootschap M.K.B. en de vennootschap APK. De rechtbank had geoordeeld dat [appellant] zijn vordering niet tijdig had ingesteld, waardoor hij niet-ontvankelijk werd verklaard. Dit vonnis is door [appellant] bestreden in hoger beroep.
De procedure begon met een dagvaarding op 21 juli 2020, waarin [appellant] in hoger beroep kwam van het mondelinge vonnis van 9 juni 2020. Tijdens de mondelinge behandeling op 9 juli 2021 werd de kwestie van de tijdigheid van de vordering tot voeging/tussenkomst besproken. De curator betwistte de argumenten van [appellant] en stelde dat toewijzing van de vordering in strijd zou zijn met de goede procesorde, gezien de eerdere aanhoudingen en het trage procesverloop.
Het hof concludeerde dat, zelfs als de vordering tijdig was ingediend, dit niet automatisch tot toewijzing zou leiden. Er was onvoldoende belang voor [appellant] om zich te voegen, aangezien hij een lasthebber had aangesteld in de procedure. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde [appellant] in de proceskosten. De beslissing werd genomen op 21 september 2021.