Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 3 augustus 2021
[appellante] Holding B.V.,
mr. Roland Slotboomin zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van ECP Finance B.V.,
Dynniq Nederland B.V.,
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] Holding B.V. tegen een rolbeslissing van de rechtbank Den Haag van 9 december 2020. De rolbeslissing betrof de ontvankelijkheid van [appellante] in haar hoger beroep. Bij exploot van 5 maart 2021 heeft [appellante] hoger beroep ingesteld. De rechtbank had in haar rolbeslissing overwogen dat de door [appellante] aangezegde schorsing en hervatting geen effect sorteert, wat volgens [appellante] betekende dat het geding voor haar was geëindigd. Hierdoor stelde [appellante] dat de rolbeslissing voor haar gold als een eindvonnis, waartegen zij niet tegelijk met het eindvonnis in de hoofdzaak in hoger beroep kon gaan, omdat zij geen procespartij was.
Het hof heeft de ontvankelijkheid van [appellante] in haar hoger beroep beoordeeld aan de hand van artikel 337 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Het hof oordeelde dat de rolbeslissing van 9 december 2020 geen vonnis was als bedoeld in artikel 337 lid 1 Rv en dat er geen andere bepalingen waren die een hoger beroep mogelijk maakten. Het hof verwees naar een arrest van de Hoge Raad van 30 januari 2015, waarin werd geoordeeld dat een afwijzing van een vordering tot tussenkomst als een eindvonnis geldt. Het hof concludeerde dat de afwijzing van de incidentele vordering tot schorsing van het geding ook als een eindvonnis moet worden beschouwd.
Uiteindelijk heeft het hof [appellante] ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep en de zaak verwezen naar de rol van 14 september 2021 voor het indienen van een memorie van grieven door [appellante].