ECLI:NL:GHDHA:2021:2898

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
16 december 2021
Publicatiedatum
24 november 2022
Zaaknummer
983701020
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen afwijzing verzoek tot opheffing voorlopige hechtenis

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 16 december 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die eerder in beroep was gekomen tegen de afwijzing van een verzoek tot opheffing van zijn voorlopige hechtenis. De rechtbank Den Haag had op 29 oktober 2021 het verzoek van de verdachte om opheffing van de voorlopige hechtenis afgewezen. De verdachte heeft op 1 november 2021 hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing. Tijdens de behandeling in raadkamer op 16 december 2021 zijn de verdachte, zijn advocaat mr. T. Yilmaz, en de advocaat-generaal mr. I.J.E.H.C. Degeling gehoord.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte eerder al in beroep was gekomen tegen een afwijzing van een verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis, welke zaak inhoudelijk door het hof was behandeld en afgewezen. Gelet op artikel 87, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, kan de verdachte thans niet opnieuw in hoger beroep worden ontvangen. Het hof heeft daarom de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep.

De beschikking is ondertekend door de voorzitter mr. G. Knobbout en de griffier F. Abassi. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis gebracht van de verdachte. Deze uitspraak benadrukt de procedurele aspecten van het strafrecht, met name de regels omtrent de ontvankelijkheid van hoger beroep.

Uitspraak

datum beschikking: 16 december 2021

GERECHTSHOF DEN HAAG

meervoudige raadkamer

BESCHIKKING

gegeven naar aanleiding van het hoger beroep in de zaak van de verdachte, genaamd:
X
geboren op [geboren op] te [geboortestad]
thans gedetineerd in Utrecht – HvB locatie Nieuwegein.
Procesgang
De rechtbank Den Haag heeft ter openbare terechtzitting in eerste aanleg van 29 oktober 2021 het verzoek van de verdachte om opheffing van de voorlopige hechtenis afgewezen.
Blijkens de akte rechtsmiddel is op 1 november 2021 door of namens de verdachte hoger beroep tegen die beslissing ingesteld.
Het hof heeft dit hoger beroep op 16 december 2021 in raadkamer behandeld.
In raadkamer zijn gehoord de verdachte, de advocaat mr. T. Yilmaz en de advocaat-generaal mr. I.J.E.H.C. Degeling.
Het hof heeft in raadkamer kennisgenomen van de beslissing waarvan beroep en van de stukken die betrekking hebben op de voorlopige hechtenis van de verdachte.
Ontvankelijkheid
Op de zitting van de rechtbank Den Haag d.d. 29 januari 2021 is bij de zaak met parketnummer 09-837010-20 de zaak gevoegd met parketnummer 09-837008-21, tevens is voor die zaak de gevangenneming bevolen.
Op de zitting van de rechtbank Den Haag d.d. 25 juni 2021 heeft de verdachte opheffing verzocht van de voorlopige hechtenis die op dat moment gold voor de zaken met parketnummer 09-837010-20 en de daarbij gevoegde zaak met parketnummer 09-837008-21.
De verdachte heeft vervolgens tegen de afwijzing van het verzoek op opheffing van de voorlopige hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft bij beschikking van 22 juli 2021 het hoger beroep ongegrond verklaard.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte eerder in beroep is gekomen tegen een afwijzing van het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis welk beroep inhoudelijk door dit hof is behandeld en afgewezen.
Nu verdachte eerder in beroep is gekomen tegen de afwijzing van een verzoek tot opheffing kan gelet op artikel 87, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, verdachte thans niet worden ontvangen in zijn hoger beroep.
Het hof verklaart verdachte niet-ontvankelijk in zijn beroep.
Beslissing
Het hof:

Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.

Deze beschikking is gegeven op 16 december 2021 door,
mr. G. Knobbout, voorzitter,
mr. J.M. Reinking en mr. J.A.W. van ‘t Westeinde, leden,
in bijzijn van F. Abassi, griffier.
Deze beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier.
………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Den Haag, 16 december 2021
de advocaat-generaal