ECLI:NL:GHDHA:2021:2812
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- U.E. Tromp
- J.T. Sanders
- W.M.G. Visser
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een bezwaar tegen een rentebeschikking en de bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 4 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de Rechtbank Den Haag van 5 december 2019. De belanghebbende, [X] te [Z], had hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de Ontvanger van de Belastingdienst, die het bezwaar tegen een rentebeschikking van 24 juli 2017 ongegrond had verklaard. De Rechtbank had de Ontvanger veroordeeld tot het betalen van immateriële schadevergoeding en proceskosten aan de belanghebbende. Het Hof heeft de mondelinge behandeling van het hoger beroep op 22 januari 2021 gehouden, waarbij partijen aanwezig waren. Het Hof heeft vastgesteld dat de geschilpunten in hoger beroep nagenoeg gelijk zijn aan die in eerste aanleg. Het Hof heeft geoordeeld dat de Rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld en dat de argumenten van de belanghebbende in hoger beroep niet voldoende zijn om tot een ander oordeel te komen. Het Hof heeft geen reden gezien om prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU te stellen. De uitspraak van de Rechtbank is bevestigd en het hoger beroep is ongegrond verklaard. De kostenveroordeling van de Ontvanger is niet gewijzigd.