De beoordeling in hoger beroep
9. Het hof ziet aanleiding om de grieven gezamenlijk te bespreken. Het komt daarbij aan op de vraag of Estata Makelaars onrechtmatig heeft gehandeld jegens [appellanten] door in de verkoopbrochure en in de advertentie op de Fundawebsite een woonoppervlak te vermelden van 247m2 terwijl het werkelijke woonoppervlak kleiner is.
10. Het hof stelt het volgende voorop. Een verkopend makelaar handelt onrechtmatig als hij verkeerde informatie verstrekt over eigenschappen van de zaak waarvan hij moet begrijpen dat deze voor de (betrokken) koper bij diens aankoopbeslissing van belang kunnen zijn. Indien het om een woning gaat, behoort tot die eigenschappen in het algemeen de netto woon- of gebruiksoppervlakte.
11. Vast staat dat Estata Makelaars verplicht was om de NVM-meetinstructie toe te passen. De meetinstructie strekt tot bescherming van de belangen van de aspirant-kopers. Zij bepaalt in belangrijke mate het vertrouwen dat kopers van woningen die worden aangeboden door NVM-makelaars mogen ontlenen aan de in de verkoopinformatie genoemde woon- of gebruiksoppervlakte: in beginsel mogen zij ervan uitgaan dat de vermelde oppervlakte is gemeten met inachtneming van de meetinstructie en dus – afgezien van de in de meetinstructie zelf genoemde ondergeschikte afwijkingen ten gevolge van bijvoorbeeld interpretatieverschillen, afrondingen of beperkingen bij het uitvoeren van de meting – overeenkomt met het netto woonoppervlak van de woning.
12. Estata Makelaars heeft zich op het standpunt gesteld dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan doordat zij het inmeten heeft overgelaten aan een specialist, namelijk Alex Housing, en zij zijn bevindingen ook marginaal heeft getoetst. Tuchtrechtelijk is een makelaar ook niet verantwoordelijk voor een foutieve meting door een ingeschakelde derde. Het hof verwerpt dat betoog. De civiele rechter is niet gebonden aan beslissingen van de tuchtrechter. Bovendien komen op grond van art. 6:76 BW eventuele fouten van ingeschakelde hulppersonen, zoals Alex Housing, voor rekening van Estata Makelaars.
13. Estata Makelaars heeft er verder op gewezen dat in het meetrapport van Alex Housing staat vermeld dat daaraan nadrukkelijk geen rechten konden worden ontleend en dat [appellanten] van dit exoneratiebeding kennis heeft genomen. Het hof is van oordeel dat dit een standaardmededeling is die op zichzelf niet specifiek genoeg is om afbreuk te kunnen doen aan het vertrouwen dat de aspirant-koper, die geïnteresseerd is in een woning die wordt aangeboden door een NVM-makelaar, aan het verplichte karakter van die meetinstructie mag ontlenen. Estata Makelaars heeft zich ook nog beroepen op artikel 6.11 van de koopovereenkomst, waarin is bepaald dat een verschil tussen de opgegeven en de werkelijke grootte geen van de partijen enig recht verleent. Voor zover Estata Makelaars zich als derde al daarop kan beroepen, geldt in elk geval dat die bepaling ziet op de over- of ondermaat van het gehele perceel, en niet op het gebruiksoppervlak van de woning.
14. Niet in geschil is dat het woonoppervlak van de woning, gemeten volgens de NVM-meetinstructie, kleiner is dan de opgegeven 247 m2. Partijen twisten echter over de vraag hoe groot het verschil is en of al dan niet sprake is van een ondergeschikte afwijking. Het hof merkt daarbij op dat het aan [appellanten] is om te stellen en, zo nodig, te bewijzen dat de meetinstructie niet juist is toegepast en dat daarbij sprake is geweest van een niet ondergeschikte afwijking. [appellanten] heeft zich op het standpunt gesteld dat uit de rapporten van www.inmeten.com en FemVisie blijkt dat het juiste woonoppervlak 224 m2 is, dat er dus sprake is van een verschil van 23 m2 en dat dit een niet ondergeschikte afwijking van bijna 10% betreft. Estata Makelaars heeft die rapporten gemotiveerd betwist onder verwijzing naar een herberekening van Alex Housing waaruit een woonoppervlak volgt van 235,1 m2. Het verschil is dan slechts 11,9 m2 hetgeen volgens Estata Makelaars een ondergeschikte afwijking is van 4,8%. Estata Makelaars heeft aangegeven dat het verschil met de eerste rapportage van Alex Housing wordt verklaard door onduidelijkheid die in 2014 bestond over de meetinstructie met betrekking tot trapgaten/vides. In het eerste rapport had Alex Housing de trappen/vides volledig meegenomen als woonoppervlak. Voor het resterende verschil van ongeveer 11 m2 heeft Alex Housing geen verklaring. De verschillen lijken met name te zitten in de begane grond (4 m2) en de 2e verdieping (5,7 m2). Op de 1e verdieping is er slechts een verschil van 1,7 m2. Deze verschillen komen volgens Estata Makelaars voort uit interpretatieverschillen. [appellanten] heeft tegenover deze gemotiveerde betwisting niet nader toegelicht waarom de herberekening van Alex Housing niet conform de meetinstructie zou zijn vastgesteld, hetgeen wel op zijn weg had gelegen. Het enkele feit dat Alex Housing in de eerste rapportage een verkeerde meting met betrekking tot de trapgaten heeft gedaan, rechtvaardigt niet zonder meer de conclusie dat de herberekening ook onjuist zou zijn. De omstandigheid dat zowel www.inmeten.com als FemVisie tot hetzelfde metrage van 224 m2 komen, zou weliswaar een aanwijzing kunnen vormen maar zonder nadere toelichting, die ontbreekt, kan het hof niet vaststellen of Alex Housing bij de herberekening een verkeerde meting heeft gedaan of dat het verschil berust op interpretatieverschillen. Het hof moet daarom uitgaan van een woonoppervlak van 235,1 m2. Dat levert ten opzichte van het opgegeven woonoppervlak van 247 m2 een verschil op van 11,9 m2 en dat is een afwijking van bijna 5%. Naar het oordeel van het hof is dat geen ondergeschikte afwijking zodat Estata Makelaars in beginsel aansprakelijk kan worden gehouden. Aan de stelling van Estata Makelaars dat [appellanten] zelf aan de hand van beschikbare plattegronden dit verschil had kunnen herleiden indien het woonoppervlak zo belangrijk voor hem was, gaat het hof voorbij omdat Estata Makelaars daarmee miskent dat [appellanten] mocht vertrouwen op de juistheid van het in de verkoopinformatie vermelde woonoppervlak.
15. Volgens Estata Makelaars bestaat er geen causaal verband tussen het onrechtmatig handelen en de schade. Dat bij bekendheid met het juiste woonoppervlak de verkoper de woning voor minder zou hebben verkocht is niet onderbouwd en wordt door Estata Makelaars betwist. Het hof is van oordeel dat aan het causaal verband in dit geval geen hoge eisen mogen worden gesteld. Estata Makelaars heeft immers door de onjuiste informatie in de verkoopbrochure en op Funda zelf de situatie in het leven geroepen dat niet meer valt vast te stellen hoe [appellanten] zou hebben gehandeld indien hij van de juiste stand van zaken op de hoogte was geweest. Het ligt in de rede dat het woonoppervlak in elk geval enige invloed zou hebben gehad op de beslissing van [appellanten] om de woning al dan niet te kopen, en op de prijs van de woning. Om die reden neemt het hof het bestaan van causaal verband aan.
16. De omvang van de schade die [appellanten] heeft geleden, dient te worden bepaald door vergelijking van de situatie waarin hij verkeert met de situatie waarin hij zou hebben verkeerd wanneer de onrechtmatige gedraging van Estata Makelaars achterwege zou zijn gebleven. Dit betreft dus de situatie waarin Estata Makelaars (althans het door haar ingeschakelde Alex Housing) zich wel aan de meetinstructie zou hebben gehouden en de verkoopbrochure en de Fundawebsite de juiste woonoppervlakte zou hebben vermeld. Ook in die situatie zou de woning niet een woonoppervlakte van 247 m2 hebben gehad. Reeds daarom gaat de schadeberekening van [appellanten] die gebaseerd is op het verschil in m2 vermenigvuldigd met de prijs per m2 niet op. Daarbij komt dat een koper niet een aantal m2 tegen een prijs per m2 koopt, maar dat hij een woning koopt waarbij de woonoppervlakte een van de eigenschappen is. De woonoppervlakte is daarmee - net als de overige eigenschappen van de woning - een factor van belang, maar is niet de enige factor die bij de totstandkoming van de koopprijs een rol speelt. [appellanten] heeft ook niet onderbouwd dat de woonoppervlakte van doorslaggevende betekenis is geweest bij de zoektocht naar en de aankoop van de woning. Als onweersproken staat vast dat het hier ging om een fraai gerenoveerd herenhuis met een ruime voor- en achtertuin, in perfecte staat en zo te betrekken. Bij een dergelijk pand zal een (ten opzichte van de gehele woonoppervlakte) relatief klein verschil slechts een beperkte invloed hebben op de koopprijs. Het hof acht aannemelijk dat, indien bekend zou zijn geweest dat het woonoppervlak van de woning 235,1 m2 was, dit tot vermindering van de koopprijs had geleid. Het gaat hier om een afwijking die, hoewel niet van ondergeschikt belang, toch tamelijk gering is (circa 5%).Tot welke prijsvermindering de bekendheid van partijen met het kleinere woonoppervlak zou hebben geleid, is niet meer met nauwkeurigheid vast te stellen. Daarom zal het hof de schade schatten op de voet van artikel 6:97 BW. Het hof stelt, alles in aanmerking nemende, de door [appellanten] geleden schade ex aequo et bono vast op € 10.000.
17. De bewijsaanbiedingen over en weer zullen als niet ter zake dienend worden gepasseerd. Het door [appellanten] gedane bewijsaanbod (punt 4 memorie van grieven) is bovendien niet gespecificeerd, hoewel de bewijs(leverings-)last op hem rust.
18. Uit het voorgaande volgt dat de grieven over en weer niet tot een ander oordeel kunnen leiden. Het hof zal daarom het bestreden vonnis bekrachtigen. Bij die uitkomst past dat [appellanten] wordt veroordeeld in de kosten van het principaal hoger beroep, vermeerderd met nakosten en rente zoals gevorderd, en Estata Makelaars in de kosten van het incidenteel hoger beroep.