ECLI:NL:GHDHA:2021:2558

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
14 december 2021
Publicatiedatum
24 december 2021
Zaaknummer
200.291.154/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake incassowerkzaamheden en prijsafspraken tussen e-Legal Incasso advocaten B.V. en [de vof] c.s.

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van e-Legal Incasso advocaten B.V. tegen een vonnis van de kantonrechter, waarin de vorderingen van e-Legal c.s. zijn afgewezen. De zaak betreft de betaling van facturen voor incassowerkzaamheden die door e-Legal zijn verricht voor [de vof]. De centrale vragen zijn welke prijsafspraken zijn gemaakt en tot welke incassowerkzaamheden opdracht is gegeven. De procedure begon met een dagvaarding in hoger beroep op 19 februari 2021, na een eerder vonnis van de kantonrechter op 9 februari 2021. Tijdens de zitting op 29 november 2021 is de zaak besproken via een videoverbinding, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Het hof heeft vastgesteld dat de opdrachtbevestigingen die aan [de vof] zijn gestuurd, de incassovoorwaarden en algemene voorwaarden bevatten, en dat [de vof] zich akkoord heeft verklaard met deze voorwaarden. Het hof oordeelt dat e-Legal niet voldoende heeft aangetoond dat de spelregels en resultaatsafhankelijke vergoedingen van toepassing zijn op de opdrachten die aan haar zijn verstrekt. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de vorderingen van e-Legal toe tot een bedrag van € 851,53, vermeerderd met contractuele rente en buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten worden gecompenseerd.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht
Zaaknummer hof: 200.291.154/01
Zaaknummer rechtbank: 8742027 RL EXP 20-15885
Arrest van 14 december 2021
in de zaak van
e-Legal Incasso advocaten B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
appellante,
hierna te noemen: e-Legal,
advocaat: mr. L.R. Ridderbroek te Rotterdam,
tegen

1.[vof] in liquidatie,

voorheen gevestigd te [vestigingsplaats],
hierna te noemen: [de vof],
2. [geïntimeerde 2],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: [geïntimeerde 2],
3. [geïntimeerde 3],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen [geïntimeerde 3],
verweerders,
hierna tezamen: [de vof] c.s.,
advocaat: mr. R. Charité te Den Haag.

1.De zaak in het kort

1.1
In deze zaak gaat het om de betaling van facturen voor door een bureau van incasso advocaten verrichte incassowerkzaamheden. Op enig moment is een van de incasso-opdrachten ingetrokken. Centraal staan de vragen tot welke incassowerkzaamheden opdracht is gegeven en welke prijsafspraken daarover zijn gemaakt.

2.Procesverloop

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • het dossier van de procedure bij de kantonrechter in de rechtbank Den Haag;
  • het tussen partijen gewezen vonnis van 9 februari 2021;
  • de dagvaarding in hoger beroep van 19 februari 2021 van e-Legal;
  • de memorie van grieven van e-Legal, met bijlagen;
  • de memorie van antwoord van [de vof] c.s., met bijlagen.
2.2
Op 29 november 2021 heeft, in verband met coronamaatregelen via een video-verbinding, een zitting plaatsgevonden waar de zaak is besproken. De advocaten hebben de zaak tijdens de zitting toegelicht, mr. Charité aan de hand van overgelegde pleitaantekeningen.

3.Feiten

3.1
Op grond van de niet weersproken stukken en met inachtneming van hetgeen onder de
grieven 1 en 2onweersproken is aangevoerd, staat in hoger beroep tussen partijen onder meer het volgende vast.
3.2
[de vof] heeft aan e-Legal de incasso uit handen gegeven van vorderingen van [de vof] op twee van haar debiteuren. Een debiteur was Dutch Technical Support B.V. (hierna: DTS), waarop [de vof] op 12 juni 2019 een vordering had van in hoofdsom € 11.144,70. De tweede debiteur was Asbest Bouwservice Nederland B.V. (hierna: ABSN), waarop [de vof] omstreeks 5 juni 2019 een vordering had van in hoofdsom € 22.363,-.
3.3
In verband met het traject ABSN heeft [de vof], na telefonisch contact met e-Legal, op haar website een webformulier ‘beslag laten leggen’ ingevuld, waarop e-Legal [de vof] op 27 mei 2019 een schriftelijke ‘opdrachtbevestiging’ heeft gestuurd. Op 4 juni 2019 heeft
e-Legal aan [de vof] een gelijkluidende opdrachtbevestiging voor het traject DTS gestuurd. Bij de verstuurde opdrachtbevestigingen waren telkens de ‘incassovoorwaarden’ en ‘algemene voorwaarden e-legal incassoadvocaten’ gevoegd.
3.4
De onder 3.3. bedoelde opdrachtbevestigingen bevatten beide de volgende tekst:
Inhoud opdracht
De opdracht betreft het verzorgen van een verzoekschrift voor verlof voor conservatoir verhaalsbeslag en het nadien instrueren van de deurwaarder in verband met de daadwerkelijke beslaglegging.
(…)
Kosten
De vaste prijs voor het honorarium ad € 750 geldt voor conservatoir verhaalsbeslag op roerende zaken (…), op onroerende zaken en onder derden (…). Hiermee kan doorgaans worden volstaan.
Bij beslaglegging op andere beslagobjecten (…) worden de meerdere werkzaamheden aanvullend op uurbasis in rekening gebracht. (…) Hetzelfde geldt indien er een inhoudelijk verweer van de debiteur bekend is (…) Bij spoed wordt het honorarium met een factor 1,5 vermenigvuldigd.
Het verschuldigde griffierecht (…) bedraagt (….). De hoogte van de deurwaarderskosten is afhankelijk van het aantal en de soort beslagen. (….). Voor de bovenvermelde kosten ontvangt u een voorschotfactuur.
Incasso
Het bovenvermelde honorarium betreft een vaste prijs voor de conservatoire beslaglegging in het kader van de behandeling van een incassodossier door ons kantoor. De onderliggende incasso-opdracht behandelen wij op basis van onze bijgesloten incassovoorwaarden (bijlage).
(…)
Eis in de hoofdzaak
Verlof voor conservatoir beslag is verbonden aan de voorwaarde dat er na beslaglegging op korte termijn een gerechtelijke procedure wordt gestart om een vonnis te verkrijgen voor de vordering waarvoor beslag wordt gelegd. Dit wordt het instellen van de eis in de hoofdzaak genoemd. (….) Voor het instellen van de eis in de hoofdzaak ontvangt u te zijner tijd een afzonderlijk prijsvoorstel.
Toepasselijke voorwaarden
Tot slot treft u bijgesloten onze algemene voorwaarden aan (…) welke van toepassing zijn op alle uit te voeren opdrachten.
Ik verneem graag of u akkoord bent met het voorgaande. Graag ontvang ik hiertoe een ondertekend exemplaar van deze opdrachtbevestiging retour. (…)”
3.5
De bij de opdrachtbevestigingen gevoegde ‘incassovoorwaarden’ luiden onder meer:
1. No cure no pay incasso
(….)
Spelregels
Er gelden spelregels voor incasso. Zie voor informatie artikel 3.
2. Buitengerechtelijke incasso
(…)
3. Spelregels
(…)
Onze spelregels
(…)
Uw spelregels
Wij spelen eerlijk Wij verwachten dat u ook eerlijk speelt.U begrijpt ook wel dat wij voor onze inspanningen willen worden beloond indien wij uw vorderingen incasseren. Dat is niet meer dan redelijk. Want als wij niets incasseren, hoeft u ons ook niet te betalen. Dit laatste veronderstelt natuurlijk wel dat wij door u daadwerkelijk in staat worden gesteld om uw vordering te kunnen incasseren. Daarom gelden voor u de volgende spelregels.
Spelregel 2: u stelt ons in staat ons werk te doen (geen belemmering)
(…)Hiervan is geen sprake indien u:
(…)
- ons door u ontvangen betalingen niet meldt (…) binnen (…) vijf dagen
(…
- de incasso-opdracht tussentijds beeindigt zonder onze instemming.
(…) Bij overtreding van deze spelregels bent u ons (…) een incassoprovisie verschuldigd over de hoofdsom van de ter incasso ingediende vordering (….) onverminderd eventuele overige vergoedingen die ons kantoor toekomen.
(…)
Waarvoor geldt no cure no pay incasso niet?
(…)
Vorderingen die inhoudelijk worden betwist
(…)4. Gerechtelijke incasso en executie
(…)Indien het buitengerechtelijke incassotraject niet tot betaling leidt, dan adviseren wij uvrijblijvendover de mogelijkheden om een vordering in rechte te incasseren. Wij verstrekken u in dat geval een uitgebreid procesadvies voorzien van een prijsvoorstel. Pas na ontvangst van uw akkoord wordt daadwerkelijk overgegaan tot rechtsmaatregelen. (…)
Voor wat betreft de kosten geldt dat wij u graagduidelijkheid vooraf en geen verrassingen achterafbieden. Daarom bieden wij vrijwel alle diensten aan voor een vaste prijs in plaats van een uurtarief. Wij hanteren onder meer een vaste prijs voor gerechtelijke incassoprocedures, conservatoire beslaglegging en faillissementsaanvragen. Zo weet u vooraf precies waaraan u toe bent.
(…)Executie
Indien de debiteur niet vrijwillig aan het vonnis voldoet, dan adviseren wij uvrijblijvendover de mogelijkheid om het vonnis te executeren. Wij verstrekken u in dat geval een uitgebreid executieadvies voorzien van een prijsvoorstel.
(…)5. Toerekening van betalingen
(…)
8. (Tussentijdse) beëindiging
Onverminderd artikel 2.3 van onze algemene voorwaarden (…) geldt dat wij gerechtigd zijn om een incasso-opdracht (tussentijds) te beëindigen …
9. Algemene voorwaarden
Naast deze incassovoorwaarden zijn van toepassing onze algemene voorwaarden. (…)”
3.6
De eveneens bij de opdrachten gevoegde ‘algemene voorwaarden’ luiden onder meer:
“(…)
2.3 (…)
e-legal behoudt in geval van beëindiging aanspraak op betaling van de tot dan toe verrichte werkzaamheden en de met de beëindiging verband houdende werkzaamheden en kosten. Indien voor de werkzaamheden van e-Legal een vaste prijs is overeengekomen, dan blijft de opdrachtgever de vaste prijs volledig verschuldigd (…). Indien e-Legal voor wat betreft de vergoeding van haar werkzaamheden (mede) afhankelijk is van het behalen van een bepaald resultaat, zoals bij een overeengekomen vergoeding ter hoogte van de verschuldigde rente, incassokosten en/of incassoprovisie, en dit resultaat niet langer kan worden behaald vanwege de (tussentijdse) beëindiging, dan is de opdrachtgever de rente, incassokosten en/of (incasso)provisie niettemin volledig verschuldigd indien de opdracht wordt beëindigd door de opdrachtgever (…)
(…)
5.1 (…)
Het gebruikelijke uurtarief bedraagt € 195,00 (…).
5.9
In geval van (tussentijdse) beëindiging zoals vermeld in artikel 2.3 wordt de (incasso)provisie vastgesteld op het bedrag dat zou zijn verschuldigd indien het beoogde resultaat volledig zou zijn behaald (…)
6.2
Door het verstrijken van de betalingstermijn is de opdrachtgever van rechtswege in verzuim (…). Opdrachtgever is alsdan een rente verschuldigd van 2% per maand, tenzij de opdrachtgever een consument is (…).
6.3
Indien de opdrachtgever in verzuim is (…) dan komen (…) alle kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte voor rekening van de opdrachtgever. De buitengerechtelijke incassokosten bedragen tenminste 15% van de verschuldigde hoofdsom en rente met een minimum van € 250,00 (…).
7.5
Onverminderd het bepaalde in art. 6:89 BW vervallen alle vorderingsrechten en andere bevoegdheden van de opdrachtgever uit welke hoofde dan ook jegens e-Legal in verband met de uitvoering van de opdracht in ieder geval 1 jaar nadat de opdrachtgever bekend werd (…) met de gebeurtenis waarop deze rechten en bevoegdheden zijn gebaseerd. (…).”
3.7
[de vof] heeft zich met beide opdrachtbevestigingen (waarbij de incassovoorwaarden en algemene voorwaarden waren gevoegd) akkoord verklaard.
3.8
Op enig deel van de website van e-Legal was het volgende vermeld:
1. Advocaatkosten beslaglegging (vaste prijs)
Onze vaste prijs voor conservatoire beslaglegging bedraagt € 575,00 exclusief BTW en verschotten (…). Deze prijs geldt alleen als wij het onderliggende incassodossier ook behandelen. Bij beslaglegging buiten een incassodossier om worden de samenhangende werkzaamheden aanvullend op uurbasis in rekening gebracht (…) Tip: verstrek ons zowel opdracht voor beslaglegging als voorincasso. In dat geval worden de bovenvermelde samenhangende werkzaamhedennietafzonderlijk in rekening gebracht. Zo kunt u profiteren van onze vaste prijs voor beslaglegging en incasseren wij uw vordering direct op basis van onzeno cure no payincassovoorwaarden.”
3.9
Op 19 juni 2019 heeft e-Legal [de vof] in het traject ABSN een ‘procesadvies tot dagvaarding’ gestuurd, dat onder meer als volgt luidt:
Instellen eis in de hoofdzaak
In bovenvermeld incassodossier is eerder conservatoir beslag gelegd. (…) Om deze reden adviseer ik u om tot dagvaarding van de debiteur over te gaan.
(…)
Kosten
Het honorarium voor de werkzaamheden in verband met de gerechtelijke incassoprocedure bedraagt€ 1.275(exclusief BTW). Dit betreft een vaste prijs voor een gerechtelijke procedure zonder verweer. Verder wordt bij een vaste prijsafspraak een provisie in rekening gebracht over het bedrag dat wordt betaald (…). De provisie bedraagt 15% over de eerste € 25.000,00 (…). Het verschuldigde griffierecht (…) bedraagt (…). De deurwaarderskosten (…) bedragen (…). Voor de bovenvermelde kosten ontvangt u een voorschotfactuur. (…)
Risico’s en kosten bij verweer of geen verhaal
(…) Indien de debiteur verweer voert in de gerechtelijke procedure, dan worden de vervolgwerkzaamheden aanvullend in rekening gebracht op uurbasis of desgewenst (en indien mogelijk) op basis van een vaste prijsafspraak.
Aangezien de eis in de hoofdzaak tijdig dient te worden ingesteld, adviseer ik u tot dagvaarding over te gaan. Ik verneem graag of dit akkoord is. (…).”
3.1
[de vof] ([geïntimeerde 2]) heeft zich in een e-mail van 20 juni 2019 met dit advies akkoord verklaard.
3.11
Op 3 juli 2019 heeft e-Legal aan [de vof] in het traject DTS een ‘procesadvies tot faillissementsaanvraag’ gestuurd, dat (onder meer) als volgt luidt:
“In bovenvermeld incassodossier heeft de debiteur uw vordering ondanks een sommatie nog niet voldaan. Om alsnog betaling te bewerkstelligen resteert thans geen andere mogelijkheid dan tot rechtsmaatregelen over te gaan. Aangezien onzeker is of een beslaglegging (voldoende) doel zal treffen, hebt u mij verzocht om u te informeren over de mogelijkheid om het faillissement van de debiteur aan te vragen. Ik licht hieronder kort toe wat dit inhoudt.
(…)
Onderzoek naar steunvorderingen
Indien u geen steunvordering(en) hebt, kan ik desgewenst zelfstandig onderzoek doen naar mogelijke steunvorderingen (…). Zonder tegenbericht ga ik ervan uit dat u dit onderzoek wenst te laten verrichten.
Advies tot faillissementsaanvraag
Aangezien (…) adviseer ik tot faillissementsaanvraag over te gaan. Ik verneem graag of dit akkoord is.
Kosten
Na ontvangst van uw akkoord ontvangt u een voorschotfactuur voor de kosten van de faillissementsaanvraag. Het honorarium voor de werkzaamheden in verband met de faillissementsaanvraag bedraagt € 750,00 (exclusief BTW). Het honorarium voor het uitvoeren van het onderzoek naar steunvorderingen bedraagt € 247,00 per onderzochte debiteur (exclusief BTW). Bij spoed wordt het honorarium met een factor 1,5 vermenigvuldigd. Het verschuldigde griffierecht (…) bedraagt (…). De deurwaarderskosten bedragen (…). Eventuele overige verschotten (…) worden afzonderlijk in rekening gebracht.
De werkzaamheden worden uitgevoerd na ontvangst van uw betaling. Eventuele overige kosten worden achteraf in rekening gebracht. (…)
Zoals vermeld in (…) geldt dit prijsvoorstel voor de bovenvermelde vervolgwerkzaamheden en geldt dit niet ter vervanging van eerdere prijsafspraken voor eerdere werkzaamheden.
Overige prijsvoorwaarden
Het bovenvermelde honorarium betreft een vaste prijs voor de faillissementsaanvraag en het eventueel bijwonen van 1 mondelinge behandeling. (…) Mocht u willen overgaan tot faillissementsaanvraag, dan komt uw akkoord op dit procesadvies in de plaats van uw akkoord c.q. opdracht om over te gaan tot (conservatoire) beslaglegging.
(…) Ik wacht uw reactie af. (…).”
3.12
[de vof] ([geïntimeerde 2]) heeft in een e-mail van 12 juli 2019 geantwoord: “akkoord met faillissement aanvragen.”
3.13
In het traject ABSN heeft e-Legal [de vof] op 13 september 2019 het volgende bericht:
“In bovenvermeld incassodossier heeft de debiteur in de dagvaardingsprocedure verweer tegen de vordering gevoerd. Conform de gemaakte afspraken worden de vervolgwerkzaamheden dan op uurbasis in rekening gebracht. Ik licht hieronder toe wat dit inhoudt.
Voortzetting op uurbasis
Dit houdt in dat de vervolgwerkzaamheden in rekening worden gebracht op uurbasis. Dit geldt ook voor de eventuele vervolgwerkzaamheden die al zijn uitgevoerd in verband met het verweer van de debiteur in de gerechtelijke procedure. Ons basis uurtarief bedraagt € 195,00 (…).
Voorschotfacturatie
Gezien het voorgaande ontvangt u bijgesloten een voorschotfactuur voor de vervolgwerkzaamheden ad € 1.500 excl. BTW (…).”
3.14
In reactie op een herhaald verzoek van e-Legal om informatie voor de faillissementsaanvraag in de zaak DTS heeft [de vof] ([geïntimeerde 2]) aan e-Legal op 26 september 2019 per e-mail bericht af te zien van de zaak en het geld zelf wel te zullen halen.
3.15
E-Legal heeft hierop [de vof] laten weten dat bij tussentijdse opzegging een afrekening volgt voor een bedrag van in totaal € 5.381,97 aan kosten (rente, incassokosten en provisie) en verzocht om een bevestiging of inderdaad tussentijds werd opgezegd.
3.16
Op 20 november 2019 heeft e-Legal aan [de vof] meegedeeld dat het incassodossier in het traject DTS
‘is gesloten omdat u zich niet aan de spelregel(s) 1 en/of 2 hebt gehouden (zie artikel 3 van onze incassovoorwaarden)’en daarbij verwezen naar een bijlage met een eindafrekening/factuur ten bedrage van € 4.824,33. Aan [de vof] ([naam]) mailde e-Legal diezelfde dag:
“Nu is gebleken dat er door debiteur aan jullie is betaald, zullen wij het dossier inderdaad sluiten. De betaling van debiteur had echter door jullie binnen een termijn van uiterlijk 5 dagen bij ons moeten worden gemeld. Voormelde houdt in dat wij alsnog de eerder door mij gemelde kosten in rekening brengen. (…).”
3.17
Op 21 november 2019 heeft [de vof] ([geïntimeerde 2]) aan e-Legal gemaild:
“deze zaak is opgezegd op 4-7-2019. Ik heb hier een factuur van +2800 euro voor niks doen. Ik ben klaar met deze gekkigheid en maffia praktijken. Jullie hebben niets voor mij betekend voor beide zaken niet. Ik heb meer dan 13k betaald voor beide zaken maar 0 resultaat zo een baan wil ik ook hebben. Mijn advocaat neemt verder contact met jullie”.
3.18
In het traject ABSN heeft e-Legal aan [de vof] op 1 januari 2020 het volgende bericht:
“Goed nieuws! Uw vordering is bij vonnis toegewezen. (…) Gezien het voorgaande adviseer ik uw debiteur tot betaling te sommeren conform vonnis. Ik verneem graag of dit akkoord is.”
3.19
Een door e-Legal overgelegde dossiernotitie vermeldt: “
10 jan 2020 er is telefonisch contact geweest met de opdrachtgever. (…) Opdrachtgever wenst een sommatie met een concept-faillissementsaanvraag aan debiteur toe te sturen. Ik ga dit in orde maken”.
3.2
In het traject ABSN heeft e-Legal aan [de vof] op 23 januari 2020 het volgende bericht:
“In bovenvermeld incassodossier is eerder conservatoir beslag gelegd. Aangezien er inmiddels een vonnis beschikbaar is, dient het vonnis te worden overbetekend. (…)
Kosten
(…) Voor wat betreft het honorarium voor onze werkzaamheden is in dit dossier al een prijsafspraak gemaakt. Ik verwijs u naar mijn brief d.d. 13-09-2019. (…)
Advies tot executie
Gezien het voorgaande adviseer ik tot betekening van het vonnis over te gaan. Verder adviseer ik om een executieadvies uit te laten brengen door de deurwaarder (…). Ik verneem graag of dit akkoord is. (…).”
3.21
De door e-Legal overgelegde dossiernotities vermelden o.a.:
“27 jan 2020 Er is telefonisch contact geweest met de opdrachtgever. (…) We hebben besproken dat na betekening en overbetekening van het vonnis Janssen Groesbeek BV een bedrag van ruim € 3.000 moet afdragen. Dit is wel de moeite. (…) Ik zal opdrachtgever een voorschotfactuur toesturen.(…)
28 jan 2020 Opdrachtgever is akkoord met het procesadvies.”
3.22
Op 24 februari 2020 berichtte de behandelend advocaat aan [de vof] per e-mail:
“Daarnaast stuur ik jullie onze tussentijdse factuur met urenspecificatie (bijlage). Na betaling resteert nog een voorschot van € 1.500 excl. btw.”
3.23
In verband met de beide trajecten heeft [de vof] aan e-Legal in totaal een bedrag van
€ 12,426,34 aan voorschotfacturen voldaan.
3.24
E-Legal heeft [de vof] daarboven op een bedrag gefactureerd van € 5.582,90 op grond van drie facturen, waaronder een creditfactuur. [de vof] heeft dit bedrag onbetaald gelaten. Het gaat om de volgende facturen:
a. a) factuur 2019069789/D06194195 d.d. 20 november 2019 (eindafrekening voor het dossier DTS) ten bedrage van € 4.824,23 voor honorarium (incl. BTW) onder aftrek van gerechtelijke kosten;
b) factuur 2020007644/D05194147 d.d. 24 februari 2020 in het dossier ABSN ten bedrage van € 2.573,67 voor honorarium en deurwaarders(informatie)kosten; en
c) creditfactuur 20209356 (€ -1.815,-) d.d. 10 augustus 2020 onder vermelding ‘voorschot honorarium D05194147’.
3.25
E-Legal heeft [de vof] op 10 augustus 2020 aangesproken op betaling van de in 3.24 genoemde hoofdsom (€ 5.582,90) vermeerderd met contractuele rente (€ 1.050,99) en incassokosten (€ 837,44). [de vof] heeft de facturen niet betaald.

4.Vorderingen en beslissing van de kantonrechter

4.1
E-Legal heeft [de vof] c.s. gedagvaard en in reconventie gevorderd, samengevat, de hoofdelijke veroordeling van [de vof] c.s. tot betaling van € 5.582.90 vermeerderd met de contractuele dan wel de wettelijke handelsrente, alsmede een bedrag van € 837,44 voor buitengerechtelijke incassokosten, met veroordeling van [de vof] c.s. in de proceskosten, de nakosten inbegrepen, met rente.
4.2
[de vof] c.s. heeft op haar beurt in reconventie gevorderd dat e-Legal op grond van onverschuldigde betaling wordt veroordeeld aan [de vof] een bedrag van € 7.760,- te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met veroordeling van e-Legal in de proceskosten.
4.3
De kantonrechter heeft de vorderingen in conventie afgewezen, de vorderingen in reconventie gedeeltelijk toegewezen en e-Legal in de kosten veroordeeld.

5.Vorderingen in hoger beroep en bezwaren tegen het vonnis

5.1
E-Legal is in hoger beroep gekomen omdat zij het niet eens is met het vonnis. Zij heeft diverse grieven tegen het vonnis aangevoerd. E-Legal wil dat het hof haar vorderingen alsnog toewijst en de vorderingen van [de vof] afwijst. [de vof] wil dat het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigt.

6.Oordeel van het hof

Kan e-Legal haar vorderingen instellen?
6.1
Op enig moment nadat de opdrachten waren verstrekt is de rechtsvorm van e-Legal gewijzigd. In dat verband heeft e-Legal in eerste aanleg onweersproken gesteld dat zij krachtens cessie bevoegd is haar vorderingen in conventie jegens [de vof] c.s. in te stellen. In hoger beroep heeft e-Legal onder
grief 7haar vorderingsgerechtigdheid daarnaast ook op contractsoverneming gebaseerd. [de vof] c.s. heeft hiertegen geen verweer gevoerd en zich op dit punt gerefereerd aan het oordeel van het hof. Daarmee staat als onweersproken vast dat, zo uit hoofde van de verstrekte opdrachten enige vordering op [de vof] c.s. komt vast te staan, e-Legal daarvan de rechthebbende is. Bij deze stand van zaken gaat ook e-Legal ervan uit (onder
grief 11) dat zij op haar beurt de schuldenaar is van enige (toewijsbaar te oordelen) vordering van [de vof] in reconventie.
Inhoud van de overeenkomsten
6.2
De
grieven 2 en 3leggen de inhoud van de door partijen in beide trajecten (ABSN en DTS) gemaakte afspraken aan het hof ter beoordeling voor. Het hof overweegt hierover als volgt.
Overeengekomen inhoud initiële opdracht op grond van de opdrachtbevestigingen
6.3
Het hof stelt voorop dat tussen partijen niet in geschil is dat de aanvankelijke opdrachten in de trajecten ABSN en DTS tot stand zijn gekomen op het moment waarop [de vof] zich akkoord verklaarde met de haar voor die trajecten gestuurde (onder 3.3 bedoelde) opdrachtbevestigingen. Voor zover e-Legal dit (ook door de kantonrechter vastgestelde) totstandkomingsmoment heeft willen bestrijden, heeft zij dat niet voldoende gedaan. Vast staat dat bij de opdrachtbevestigingen de incassovoorwaarden en de algemene voorwaarden van e-Legal waren gevoegd die in de opdrachtbevestigingen van toepassing zijn verklaard. [de vof] heeft niet (voldoende) betwist dat zij met haar akkoordverklaring op de opdrachtbevestiging tevens de toepasselijkheid van de bij de opdrachtbevestiging gevoegde voorwaarden accepteerde. De vervolgvraag, welke rechtsgevolgen de opdrachtbevestigingen met de voorwaarden in dit geval tussen partijen hebben, dient door uitleg te worden beantwoord. Daarbij komt het aan op de betekenis die partijen daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten toekennen.
6.4
Het hof is met de kantonrechter van oordeel dat [de vof] de inhoud van de opdrachtbevestigingen waarmee zij zich akkoord verklaarde redelijkerwijs aldus mocht begrijpen dat daarin alleen opdracht werd gegeven voor het leggen van conservatoir beslag en het nadien instrueren van de deurwaarder, tegen de daarvoor vermelde vaste prijs voor het honorarium, vermeerderd met griffierecht en deurwaarderskosten. [de vof] behoefde gelet op de tekst van de brief niet te begrijpen dat dit vaste tarief uitsluitend toepasselijk was indien daarbij tevens opdracht werd gegeven voor een (daaropvolgend) op grond van de incassovoorwaarden ‘onderliggend incassotraject’.
6.5
E-Legal heeft geen (voldoende concrete) feiten of omstandigheden gesteld die het voorgaande anders maken. De door e-Legal in hoger beroep aangehaalde (hiervoor onder 3.8 weergegeven) tekst op haar website is daartoe niet voldoende. Zo heeft zij niet toegelicht waar en in welke context dat tekstdeel op de website onder de aandacht van (potentiële) cliënten werd gebracht. De tekst komt ook niet terug in de opdrachtbevestiging en gesteld noch gebleken is dat [de vof] (zo zij er al kennis van had genomen) die tekst heeft aangevinkt of anderszins daarop haar akkoord heeft gegeven. Bovendien sluit de desbetreffende tekst niet aan op de opdrachtbevestiging (waarin een hoger vast tarief wordt vermeld). E-Legal mocht er dan ook niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat [de vof] begreep dat zij met de akkoordverklaring van de opdrachtbevestiging naast de daarin duidelijk omschreven opdracht en tarieven ook opdracht gaf voor een ‘onderliggend incassotraject’ tegen andere voorwaarden. De grieven 2 en 3 falen in zoverre en behoeven voor het overige geen verdere bespreking.
Toepasselijkheid ‘spelregels’
6.6
[de vof] behoefde evenmin redelijkerwijs te begrijpen dat de in art. 3 van de incassovoorwaarden genoemde ‘spelregels’ op de (met akkoordverklaring van de opdrachtbevestiging verstrekte) opdrachten van toepassing zouden zijn. Het hof is met de kantonrechter van oordeel dat uit de incassovoorwaarden (en overigens ook uit de algemene voorwaarden) duidelijk blijkt dat e-Legal verschillende trajecten aanbiedt tegen verschillende voorwaarden. In het bijzonder heeft e-Legal onvoldoende gesteld om te kunnen oordelen dat de in art. 3 van de incassovoorwaarden vermelde spelregels ook toepasselijk zijn op andere dan
‘no cure no pay’-trajecten. Een dergelijke toelichting had mogen worden verwacht omdat volgens art. 3 van de incassovoorwaarden de spelregels ‘niet meer dan redelijk zijn’ omdat de cliënt ‘niets hoeft te betalen als e-Legal niets incasseert’ (zie hiervoor, 3.5). Van een (al dan niet ‘onderliggend’)
no cure no pay-traject is, zoals hiervoor is overwogen, in dit geval geen sprake. De ‘spelregels’ missen dan ook toepassing.
Vervolgopdracht DTS
6.7
In het traject DTS heeft [de vof] zich vervolgens op 20 juni 2019 akkoord verklaard met het op 19 juni 2019 gegeven advies om toch geen conservatoir beslag te leggen, maar het faillissement van DTS aan te vragen. Ook in het kader van dit procesadvies heeft e-Legal onvoldoende gesteld om te kunnen oordelen dat [de vof] moest begrijpen dat zij met haar akkoordverklaring (mede) ermee instemde dat naast de daarin genoemde vaste prijs ook een resultaatsafhankelijke vergoeding werd overeengekomen (met de in art. 2.3 algemene voorwaarden genoemde gevolgen) en/of alsnog een (onderliggend)
no cure no pay-traject werd ingezet waarop de ‘spelregels’ van toepassing waren.
6.8
E-Legal heeft in haar facturen d.d. 7 juni 2019 en 12 juli 2019 (prod. 23) na haar advies om faillissement aan te vragen in plaats van conservatoir beslag te leggen, ook de vaste prijs voor conservatoire beslaglegging in mindering gebracht en vervangen voor het vaste tarief voor het aanvragen van faillissement. Zoals ter zitting ook is toegelicht, zijn in de eindfactuur van 20 november 2019 de (eerder in rekening gebrachte maar uiteindelijk niet gemaakte) gerechtskosten gecrediteerd. [de vof] c.s. heeft de juistheid van de op de vaste prijsafspraken gebaseerde facturen van 7 juni en 12 juli 2019 en de in de eindfactuur gecrediteerde bedragen verder niet betwist.
6.9
[de vof] c.s. heeft wel de verschuldigdheid van de bij wijze van eindafrekening verstuurde factuur van 20 november 2019 betwist. E-Legal heeft deze factuur aan [de vof] gestuurd nadat [de vof] op 26 september 2019 de opdracht in het DTS-traject had opgezegd. Die factuur komt, zoals door e-Legal ter zitting in hoger beroep is toegelicht, bovenop de eerder in dat dossier gestuurde facturen. De in de eindfactuur vermelde posten “rente, incassokosten en kosten wegens overtreding spelregels” zijn alle gebaseerd op de meergenoemde spelregels en de bepalingen die dienen ter compensatie van door e-Legal misgelopen resultaatsafhankelijke vergoedingen. Zoals hiervoor is overwogen zijn voor het traject DTS slechts (vaste) prijsafspraken gemaakt, is geen resultaatsafhankelijke vergoeding overeengekomen en zijn ook de spelregels niet van toepassing. De vordering tot betaling van deze factuur is daarom niet toewijsbaar.
6.1
Dit betekent dat de
grieven 4 en 5falen. Tussen de datum van de factuur van 20 november 2019 en het verweer in conventie/eis in reconventie op 3 november 2020 ligt minder dan een jaar. Reeds daarom faalt het beroep van e-Legal op het vervalbeding in haar algemene voorwaarden en behoeven de rechtsgevolgen van dat beding in dit geval geen verdere bespreking.
Grief 12faalt.
Vervolgopdracht in traject ABSN (procesadvies dagvaarding)
6.11
In het dossier ABSN heeft e-Legal aan [de vof] op 19 juni 2019 aan [de vof] gemeld dat de beslaglegging niet tot betaling heeft geleid en is een ‘procesadvies tot dagvaarding’ gestuurd met een vaste prijs van € 1.275,- voor honorarium. Daarbij is vermeld dat indien verweer wordt gevoerd de vervolgwerkzaamheden op uurbasis worden afgerekend of desgewenst en indien mogelijk tegen een vaste prijs. In de door [de vof] voordien ontvangen algemene voorwaarden is (onder 5) het uurtarief vermeld. [de vof] is met het procesadvies akkoord gegaan en heeft niet gesteld dat zij toen of nadien de wens heeft geuit voor het vervolgtraject (in geval van betwisting van de vordering) een vaste prijs af te spreken. Op 13 september 2019 heeft e-Legal [de vof] meegedeeld dat verweer is gevoerd en om die reden, op grond van de eerdere afspraak, verder wordt gegaan op urenbasis. Voor de vervolgwerkzaamheden op uurbasis heeft e-Legal voorschotfacturen d.d. 13 september 2019 en 14 oktober 2019 aan [de vof] verstuurd die beide, naar onweersproken is gesteld, door [de vof] zijn betaald. In de dagvaardingsprocedure tegen ABSN heeft e-Legal nog een conclusie van repliek genomen en is op 24 december 2019 vonnis gewezen. Op 2 januari en 23 januari 2020 heeft e-Legal achtereenvolgens [de vof] geadviseerd om ABSN tot nakoming van het vonnis te sommeren, tot betekening van het vonnis over te gaan en zonodig een executieadvies door een deurwaarder te laten uitbrengen. Volgens de (niet betwiste) dossiernotities is hierop vervolgens (telefonisch) akkoord verkregen. Op 24 februari 2020 is vervolgens een factuur voor honorarium en deurwaarderskosten gestuurd, met daarbij een specificatie van de tussen 14 oktober 2019 en 21 februari 2020 verrichte werkzaamheden.
6.12
Uit het voorgaande blijkt dat op basis van het procesadvies van 19 juni 2019 een vervolgopdracht is overeengekomen voor (in geval van betwisting door ABSN) voortzetting van de dagvaardingsprocedure tegen vergoeding op uurbasis. [de vof] diende dit uit de (op dit punt voldoende duidelijke) procesadvies en brief van 13 september 2019 te begrijpen en zij heeft vervolgens ook overeenkomstig gehandeld door de op die grondslag gebaseerde facturen te betalen. Tegen deze achtergrond heeft [de vof] haar standpunt dat partijen ook na het procesadvies slechts een vaste prijs voor honorarium waren overeengekomen, onvoldoende toegelicht en onderbouwd.
6.13
Naar e-Legal verder onweersproken heeft gesteld, is in het traject ABSN geen beëindigingsvergoeding of vergoeding wegens overtreding van spelregels gefactureerd en betreffen de facturen waarvan betaling in conventie wordt gevorderd uitsluitend (op uurbasis gefactureerd) honorarium en gemaakte kosten. Of de spelregels en bepalingen over resultaatsafhankelijke vergoeding op het traject ABSN van toepassing zijn, behoeft daarmee geen bespreking.
Grief 6slaagt.
Omvang van het factuurbedrag voor kosten en honorarium tegenover de verrichte betalingen
6.14
In conventie heeft [de vof] zich tegen de vorderingen (mede) verweerd met de stelling dat zij met de door haar verrichte betalingen ruimschoots aan haar betalingsverplichtingen heeft voldaan. Zoals de kantonrechter onbestreden heeft overwogen, heeft [de vof] aan e-Legal voor de twee trajecten in totaal € 12.426,34 betaald.
6.15
E-Legal heeft gesteld (en ter zitting ook verklaard) dat zij alle facturen van beide trajecten in het geding heeft gebracht.
6.16
Voor het traject DTS gaat het daarbij om een voorschotfactuur d.d. 7 juni 2019 ten bedrage van € 2.831,52 (prod. 23) en een creditfactuur d.d. 12 juli 2019 ten bedrage van – € 428.12 (eveneens prod. 23). De factuur d.d. 19 november 2019 ten bedrage van
€ 4.823,23 (prod. 11) is [de vof] niet verschuldigd. Dit geldt ook voor de daarin gecrediteerde gerechtskosten (zie hiervoor 6.8). E-Legal mocht [de vof] voor dit traject voor de overeengekomen vaste prijs van het honorarium en voor de overige kosten, volgens haar eigen facturen, derhalve in totaal
€ 1.699,66in rekening brengen.
6.17
Voor het dossier ABSN gaat het om de als prod. 17, 21 en 24 tot en met 27 overgelegde facturen. Dit zijn de:
voorschotfactuur d.d. 28/05/2019 ten bedrage van € 3.858,21 (prod. 24)
creditfactuur d.d. 4 juni 2019 ten bedrage van - € 629,21 (prod. 24)
voorschotfactuur d.d. 9 juli 2019 ten bedrage van € 86,10 (prod. 24)
voorschotfactuur d.d. 20 juni 2019 ten bedrage van € 2.310,08 (prod. 25)
voorschotfactuur d.d. 13 september 2019 ten bedrage van € 1.824,08 (prod. 26)
factuur d.d. 14 oktober 2019 ten bedrage van € 2.660,38 (prod. 26)
factuur d.d. 28 januari 2020 ten bedrage van € 291,27 (prod. 26)
factuur d.d. 24 februari 2020 ten bedrage van € 2.573,67 (prod. 17)
factuur d.d. 10 augustus 2020 ten bedrage van - € 1.815 (prod. 21).
6.18
Uit deze facturen – voor een totaalbedrag van € 11.159,58 – blijkt niet dat daarop ook (contractuele) rente voor te laat betaalde eerdere facturen in rekening is gebracht. Het gaat uitsluitend om facturen voor de aanvankelijke vaste prijs voor de beslaglegging en kosten en vervolgens de kosten en het op uurbasis gefactureerde honorarium voor de dagvaardingsprocedure. [de vof] c.s. heeft de hoogte van deze kosten en (de redelijkheid van) het in rekening gebrachte urenaantal en uurtarief niet (gemotiveerd) betwist en diende dit totaalbedrag voor het traject ABSN derhalve te voldoen.
6.19
Voor beide trajecten is [de vof] derhalve in totaal (€ 11.578,21 + € 1.699,66 =)
€ 13.277,87verschuldigd. [de vof] heeft € 12.426,34 voldaan, zodat voor de desbetreffende werkzaamheden en kosten nog € 851,53 onbetaald is gelaten. In conventie is alleen dit bedrag toewijsbaar voor deze posten, terwijl [de vof] in reconventie geen vordering uit onverschuldigde betaling op e-Legal heeft.
Grief 10slaagt. Het beroep op rechts-verwerking dat e-Legal onder
grief 13nog tegen de vordering uit onverschuldigde betaling heeft gevoerd, behoeft geen bespreking.
Contractuele rente
6.2
E-legal vordert in conventie tevens de contractuele rente van 2% over te laat betaalde facturen. Onder
grief 8verwijst zij naar de inleidende dagvaarding, waar zij deze vordering baseert op art. 6.2 van de algemene voorwaarden. [de vof] handelde in de uitoefening van haar bedrijf en heeft geen vernietiging gevorderd van het desbetreffende beding.
6.21
Voor zover e-Legal contractuele rente tot 10 augustus 2020 vordert, heeft zij deze vordering echter niet voldoende inzichtelijk gemaakt aan de hand van de overgelegde facturen en de diverse door [de vof] verrichte (onweersproken) betalingen zoals deze door [de vof] zijn onderbouwd met prod. 1 bij conclusie van antwoord. Daarbij komt dat het in haar factuur van 10 augustus 2020 tot die datum becijferde rentebedrag (overwegend) is gebaseerd op de niet toewijsbare factuur van 19 november 2019. Evenmin is toegelicht hoe zich de oplopende rente verhoudt tot de creditering per 10 augustus 2020 van een (kennelijk veel eerder) reeds voldaan voorschot. Het hof zal de contractuele rente over
€ 851,53 daarom toewijzen vanaf 24 augustus 2020, de vervaltermijn van de laatste factuur.
Buitengerechtelijke incassokosten
6.22
Daarnaast heeft e-Legal betaling van buitengerechtelijke incassokosten gevorderd, primair op basis van art. 6.3 van haar algemene voorwaarden en subsidiair de wettelijke (handels)rente. Zij heeft (onder verwijzing naar prod. 20) aangevoerd daadwerkelijk incassowerkzaamheden te hebben verricht.
6.23
[de vof] heeft noch de toepasselijkheid van art. 6.3 van de algemene voorwaarden, noch de verrichte incassowerkzaamheden betwist. Het hof verwijst verder naar het hiervoor onder 6.3 en 6.20 overwogene. E-Legal heeft haar vordering voor de buitengerechtelijke incassokosten overeenkomstig art. 6.3 van de algemene voorwaarden begroot op 15 % van de “oorspronkelijke hoofdsom”. Zoals hiervoor is geoordeeld is [de vof] in hoofdsom slechts € 851,53 verschuldigd, zodat 15% daarvan toewijsbaar zijn. Omdat dit bedrag lager uitvalt dan het in art. 6.3 van de algemene voorwaarden vermelde drempelbedrag van € 250,-, zal laatstgenoemd bedrag worden toegewezen. Grief 8 slaagt gedeeltelijk.
Redelijkheid en billijkheid
6.24
Het beroep van [de vof] c.s. op art. 6:248 lid 2 BW faalt. Zoals hiervoor is geoordeeld, gelden voor het traject DTS de door [de vof] c.s. zelf bepleite vaste prijsafspraken en moest [de vof] voor het traject ABSN redelijkerwijs begrijpen dat daarin in het vervolgtraject op uurbasis werd gefactureerd. [de vof] c.s. heeft onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld die het oordeel rechtvaardigen dat toepassing van deze prijsafspraken naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. [de vof] c.s. heeft dit verweer (naar het hof begrijpt) met name gevoerd tegen het deel van de vorderingen dat e-Legal had gebaseerd op haar ‘spelregels’ en de resultaatsafhankelijke beëindigingsvergoeding. Zoals hiervoor is geoordeeld, is dat deel van de vorderingen niet toewijsbaar. In zoverre mist [de vof] c.s. ook belang bij dit verweer en behoeft het geen verdere bespreking.
Proceskosten
6.25
Partijen zijn zowel in eerste aanleg (in conventie en reconventie) als in hoger beroep over en weer deels in het ongelijk gesteld. Het hof zal de kosten in beide instanties daarom compenseren, aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt. De
grieven 9 en 14slagen gedeeltelijk.
Slotsom
6.26
De grieven 6 tot en met 11 en 14 slagen geheel of gedeeltelijk en de overige grieven falen en/of behoeven geen verdere bespreking. Het bestreden vonnis zal worden vernietigd. De vordering van e-Legal zal worden toegewezen tot een bedrag van
€ 851,53 in hoofdsom en € 250,- voor buitengerechtelijke incassokosten
(tezamen € 1.101,53), te vermeerderen met de in 6.20 bedoelde contractuele rente vanaf 24 augustus 2020 over het in hoofdsom verschuldigde bedrag. De vorderingen in reconventie zullen worden afgewezen. De proceskosten in beide instanties worden gecompenseerd.

7.Beslissing

Het hof:
vernietigt het vonnis van de kantonrechter van 9 februari 2021 en doet opnieuw recht:
in conventie
- veroordeelt [de vof] c.s. – hoofdelijk - tot betaling van € 1.101,53, vermeerderd met de contractuele rente vanaf 24 augustus 2020 over € 851,53 tot aan de dag van algehele voldoening;
in reconventie
- wijst de vorderingen af;
compenseert de kosten in beide instanties aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
verklaart dit arrest wat de bovenstaande veroordelingen betreft uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. B.J. Lenselink, D. Aarts en B.R. ter Haar en ondertekend en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer mr. J.E.H.M. Pinckaers op 14 december 2021 in aanwezigheid van de griffier.