Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[vof] in liquidatie,
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop
- het dossier van de procedure bij de kantonrechter in de rechtbank Den Haag;
- het tussen partijen gewezen vonnis van 9 februari 2021;
- de dagvaarding in hoger beroep van 19 februari 2021 van e-Legal;
- de memorie van grieven van e-Legal, met bijlagen;
- de memorie van antwoord van [de vof] c.s., met bijlagen.
3.Feiten
grieven 1 en 2onweersproken is aangevoerd, staat in hoger beroep tussen partijen onder meer het volgende vast.
‘is gesloten omdat u zich niet aan de spelregel(s) 1 en/of 2 hebt gehouden (zie artikel 3 van onze incassovoorwaarden)’en daarbij verwezen naar een bijlage met een eindafrekening/factuur ten bedrage van € 4.824,33. Aan [de vof] ([naam]) mailde e-Legal diezelfde dag:
“Nu is gebleken dat er door debiteur aan jullie is betaald, zullen wij het dossier inderdaad sluiten. De betaling van debiteur had echter door jullie binnen een termijn van uiterlijk 5 dagen bij ons moeten worden gemeld. Voormelde houdt in dat wij alsnog de eerder door mij gemelde kosten in rekening brengen. (…).”
10 jan 2020 er is telefonisch contact geweest met de opdrachtgever. (…) Opdrachtgever wenst een sommatie met een concept-faillissementsaanvraag aan debiteur toe te sturen. Ik ga dit in orde maken”.
4.Vorderingen en beslissing van de kantonrechter
5.Vorderingen in hoger beroep en bezwaren tegen het vonnis
6.Oordeel van het hof
grief 7haar vorderingsgerechtigdheid daarnaast ook op contractsoverneming gebaseerd. [de vof] c.s. heeft hiertegen geen verweer gevoerd en zich op dit punt gerefereerd aan het oordeel van het hof. Daarmee staat als onweersproken vast dat, zo uit hoofde van de verstrekte opdrachten enige vordering op [de vof] c.s. komt vast te staan, e-Legal daarvan de rechthebbende is. Bij deze stand van zaken gaat ook e-Legal ervan uit (onder
grief 11) dat zij op haar beurt de schuldenaar is van enige (toewijsbaar te oordelen) vordering van [de vof] in reconventie.
grieven 2 en 3leggen de inhoud van de door partijen in beide trajecten (ABSN en DTS) gemaakte afspraken aan het hof ter beoordeling voor. Het hof overweegt hierover als volgt.
‘no cure no pay’-trajecten. Een dergelijke toelichting had mogen worden verwacht omdat volgens art. 3 van de incassovoorwaarden de spelregels ‘niet meer dan redelijk zijn’ omdat de cliënt ‘niets hoeft te betalen als e-Legal niets incasseert’ (zie hiervoor, 3.5). Van een (al dan niet ‘onderliggend’)
no cure no pay-traject is, zoals hiervoor is overwogen, in dit geval geen sprake. De ‘spelregels’ missen dan ook toepassing.
no cure no pay-traject werd ingezet waarop de ‘spelregels’ van toepassing waren.
grieven 4 en 5falen. Tussen de datum van de factuur van 20 november 2019 en het verweer in conventie/eis in reconventie op 3 november 2020 ligt minder dan een jaar. Reeds daarom faalt het beroep van e-Legal op het vervalbeding in haar algemene voorwaarden en behoeven de rechtsgevolgen van dat beding in dit geval geen verdere bespreking.
Grief 12faalt.
Grief 6slaagt.
€ 1.699,66in rekening brengen.
Grief 10slaagt. Het beroep op rechts-verwerking dat e-Legal onder
grief 13nog tegen de vordering uit onverschuldigde betaling heeft gevoerd, behoeft geen bespreking.
grief 8verwijst zij naar de inleidende dagvaarding, waar zij deze vordering baseert op art. 6.2 van de algemene voorwaarden. [de vof] handelde in de uitoefening van haar bedrijf en heeft geen vernietiging gevorderd van het desbetreffende beding.
grieven 9 en 14slagen gedeeltelijk.