Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[A&P] Holding B.V.,
[PBB] B.V.,
1.[geïntimeerde 1] B.V.,
[geïntimeerde 2],
grief 1betogen A&PH c.s. dat het vonnis twee data niet of verkeerd weergeeft. Dit is door [ de b.v.] c.s. niet gemotiveerd weersproken zodat het hof op dit punt een correctie doorvoert.
“[A&P]”een restaurant te Rotterdam geëxploiteerd.
“Verkoper”) de aandelen in A&PR (aangeduid als
“de Vennootschap”) verkoopt aan [ de b.v.] en DSR (samen aangeduid als
“Koper”), voor een koopsom van € 75.000,-- . In de koopovereenkomst is opgenomen:
“Schuldeiser”en A&PR als
“Schuldenaar”. In deze akte is verder opgenomen dat de hoofdsom door de Schuldenaar in 60 gelijke maandelijkse termijnen lineair zal worden afgelost, de eerste termijn per
1 januari 2019.
€ 75.000,-- schuldig te erkennen uit hoofde van een geldlening. Eveneens is opgenomen dat de Koper de afstand aanvaardt en erkent de koopsom schuldig te zijn aan de Verkoper. In de akte van levering is verwezen naar de voorwaarden van geldleningsovereenkomst I.
grief IIbetogen A&PH c.s. dat uit art. 11 lid 2 van de koopovereenkomst volgt dat [ de b.v.] een inspanningsverbintenis had om zich er voor in te zetten dat iedere overeenkomst die A&PR met een andere partij had en waarbij [Y], direct of indirect, hoofdelijk aansprakelijk is voor prestaties uit hoofde van die overeenkomst, zou worden gewijzigd, in die zin dat deze hoofdelijke aansprakelijkheid niet langer onderdeel zou uitmaken van die overeenkomsten. [ de b.v.] had er voor moeten zorgen dat deze hoofdelijke aansprakelijkheid zou vervallen. [ de b.v.] heeft echter helemaal niets in deze zin gedaan, zodat zij toerekenbaar jegens A&PH tekortschiet en ten opzichte van PBB onrechtmatig handelt. Van de niet-nakoming van [ de b.v.] is [geïntimeerde 2] een persoonlijk ernstig verwijt te maken omdat hij deze niet-nakoming heeft bewerkstelligd en helemaal niets heeft gedaan om de gevolgen ervan ongedaan te maken.
Koper kan bij het tekenen van de overeenkomst geen garanties geven dat dit in alle gevallen lukt om te zetten naar de nieuwe situatie.”Dit wijst juist op niet meer dan een inspanningsverbintenis van [ de b.v.] en dus niet op een garantie.
“bewust de hoofdelijk schuldenaarschap in de lucht houdt en helemaal niets doet om dat ongedaan te maken”(memorie van grieven sub 4.18 onderdeel (v) onder d) onvoldoende is onderbouwd. Dat gebrek aan onderbouwing is er ook ten aanzien van de andere verwijten in dit verband.
grief IIIbetogen A&PH c.s. dat [geïntimeerde 2] op grond van de Beklamel-norm aansprakelijk is. Hij heeft bij het aangaan van de koopovereenkomst en de geldleningsovereenkomsten een onverantwoord ondernemersrisico genomen. [geïntimeerde 2] wist of moest weten dat deze geldleningen niet terugbetaald konden worden. De omzetterugval was het voorzienbare gevolg van de gedragingen van [geïntimeerde 2]; de omzetterugval was een voorzienbaar gevolg van het ook voorzienbare einde van de franchiseovereenkomst. Daarom is [geïntimeerde 2] aansprakelijk voor de schade bestaande uit het niet terugbetalen van (onder meer) de geldleningsovereenkomsten I en II.
A&PH c.s. (dus) bekend dat de overname en de geldleningsovereenkomsten uit de bedrijfsactiviteiten zou moeten worden betaald. De rechtbank overwoog in dit verband onweersproken dat er geen enkele reden is om aan te nemen dat in april 2018 al duidelijk was of moest zijn dat de exploitatie van het restaurant daarvoor onvoldoende zou opbrengen. Bij deze stand van zaken kunnen de financiële beperkingen van [ de b.v.] bij het aangaan van de koopovereenkomst niet met succes aan [geïntimeerde 2] worden tegengeworpen, althans is daarvoor tegen deze achtergrond onvoldoende aangevoerd.
grief IVbetogen A&PH c.s. dat [geïntimeerde 2] door onttrekkingen aan het vermogen van A&PR de liquiditeitspositie heeft benadeeld waardoor A&PR niet in staat was om aan haar aflossingsverplichtingen onder de geldleningsovereenkomsten en de betalingsverplichtingen onder de franchiseovereenkomst te voldoen. De onttrekkingen die door [geïntimeerde 2] zijn gedaan waren onverantwoord. [geïntimeerde 2] heeft daardoor op onrechtmatige wijze het verhaal van de diverse vorderingen van A&PH c.s. gefrustreerd, aldus A&PH c.s.
Grief Vkeert zich tegen de afwijzing van de door A&PH c.s. gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, beslagkosten en proceskosten. Deze grief faalt omdat de hoofdvorderingen van A&PH c.s. niet toewijsbaar zijn.
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Den Haag van
- wijst het door A&PH c.s. in hoger beroep meer of anders gevorderde af;
- veroordeelt A&PH c.s. in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van [ de b.v.] begroot op nihil en aan de zijde van Osorie tot op heden begroot op € 760,-- aan griffierecht en € 9.834,-- aan salaris advocaat (tarief V, 3 punten);
- verklaart dit arrest ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
S.H.M.A. Dumoulin en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 december 2021in aanwezigheid van de griffier.