Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Uitspraak van 28 september 2021
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,
Procesverloop
Vaststaande feiten
Opmerking verbalisanten:Uit onderzoek is naar voren gekomen dat uw aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2010 tot en met 2013 zijn ingediend vanaf het IP-adres van de [stichting] .
"Resumé
Resumé
Ontvangst Excelbestand en kwitanties [stichting]
Vergelijking donaties 2014 met voorliggende Jaren
Opmerking verbalisanten:
Vraag verbalisanten:Op 6 januari 2014 is de ANBI status van de [stichting] ingetrokken. Er zijn meerdere kwitanties aangetroffen die zijn voorzien van een datum gelegen in de periode 1 tot en met 6 januari 2014. Zijn al deze kwitanties valselijk opgemaakt?
Hof] vermeldt, onder meer:
“Strafbare feiten en cautie
“ [stichting] ”. Wat kunt u hierover verklaren?
Antwoord gehoorde:
Oordeel van de Rechtbank
Omschrijving geschil in hoger beroep en conclusies van partijen
Beoordeling van het hoger beroep
- de vaststelling van een controlemedewerker dat namens de [stichting] in het jaar 2012 in totaal 2.500 kwitanties zijn uitgeschreven, terwijl slechts 531 kwitanties in de administratie zijn verantwoord;
- dat in het jaar 2013 in de jaarstukken van de [stichting] € 88.564 aan donaties is verantwoord, terwijl in de diverse aangiften over dat jaar in totaal € 3.445.808 aan giften aan de [stichting] is aangegeven;
- de verklaringen van verdachten dat giftkwitanties voor een bepaald percentage van het giftbedrag werden gekocht/verkocht van de [stichting] ;
- dat uit de inbeslaggenomen administratie van de [stichting] volgt dat 22% van de ontvangen giften is verwerkt in het kasboek;
- een anonieme tip aan de FIOD dat de kwitanties zijn vervalst en gebruikt door meerdere personen om een belastingteruggaaf te bewerkstelligen;
- dat na het intrekken van de ANBI-status van de [stichting] op 6 januari 2014, dat op 19 december 2013 was aangekondigd, in de periode van 1 januari tot 6 januari 2014 een opvallend groter aantal kwitanties is geboekt dan in voorgaande jaren;
- de whatsapp- en sms-berichten en de verklaringen van onder andere de penningmeester van de [stichting] waaruit volgt dat een levendige handel in giftkwitanties bestond en dat uit die berichten volgt dat de data op de kwitanties worden afgestemd op de data van willekeurige pinopnamen;
- de verklaring van een informant aan het Team Criminele Inlichtingen waaruit volgt dat de leiding van de [stichting] op de hoogte is van de belastingfraude door middel van de giftkwitanties en meewerkt aan de uitgifte daarvan;
- de verklaring van de penningmeester van de [stichting] dat slechts een handvol mensen het volledige vermelde bedrag op de giftkwitanties hebben betaald maar dat die bedragen maximaal € 300 of € 400 betreffen;
- de verklaringen van diverse personen aan de FIOD en de Belastingdienst die de handel in kwitanties hebben bevestigd;
- een overzicht van uitgeschreven kwitanties voor 2013 waarvan de gegevens die in dit document zijn opgenomen niet overeenkomen met de daadwerkelijk ontvangen bedragen;
- een doorlopend handgeschreven kasboek waarin de werkelijk ontvangen bedragen werden opgenomen; de werkelijk ontvangen bedragen (donaties) bedroegen veelal 10% tot 12% van de uitgegeven kwitanties;
- dat de Belastingdienst bij 2.040 belastingplichtigen navorderingsaanslagen heeft opgelegd dan wel correcties heeft aangebracht bij het opleggen van de aanslagen en indien mogelijk een vergrijpboete. Van deze 2.040 gevallen zijn ongeveer 450 belastingplichtigen in bezwaar gegaan en 150 in beroep;
- dat bij belastingplichtigen van wie aanslagen zijn gecorrigeerd of bij wie is nagevorderd doorgaans een giftenaftrek van minimaal € 500 in de aangifte is opgenomen.
- de naam van belanghebbende komt vier maal voor in het overzicht van uitgeschreven kwitanties (DOC-433). Op basis van hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de FIOD komen de gegevens die in dit document zijn opgenomen niet overeen met de daadwerkelijk door de [stichting] ontvangen bedragen. Dit overzicht werd achteraf door de [stichting] opgesteld aan de hand van de verstrekte kwitanties;
- de naam van belanghebbende komt voor in het handgeschreven kasboek (DOC-480) op 2 maart 2014 voor een bedrag van € 300 met de omschrijving “Donatie”. Gelet op de hoogte van de in de aangifte voor het jaar 2013 door belanghebbende verantwoorde giften en het feit dat belanghebbende in zijn aangifte IB/PVV 2014 geen giften in aanmerking heeft genomen, zal dit bedrag van € 300 betrekking hebben op de donaties door belanghebbende in het jaar 2013. Dit bedrag bedraagt 10 percent van de door belanghebbende voor het jaar 2013 in aftrek gebrachte giften aan de [stichting] van € 3.000. Dit komt overeen met de fraudeleuze handelwijze die is beschreven door de FIOD;
- de aangifte voor het jaar 2013 met een giftenaftrek van € 3.000 is door belanghebbende op 5 maart 2014 ingediend, derhalve rond de hiervoor genoemde datum van de vermelding in de het handgeschreven kasboek van 2 maart 2014;
- belanghebbende heeft in de jaren 2009 tot en met 2013 voor een totaal van € 22.300 aan giften aan de [stichting] opgegeven in zijn aangiften IB/PVV voor die jaren. Na het jaar 2013 zijn door belanghebbende geen giften meer in de aangiften opgenomen. Dit zal geen toeval zijn nu de ANBI-status van de [stichting] in januari 2014 is ingetrokken;
- belanghebbende kan de persoon bij wie hij de donaties heeft gedaan bij de [stichting] niet omschrijven, terwijl hij stelt in de jaren 2009 tot en met 2013 hoge bedragen contant aan de [stichting] te hebben geschonken;
- belanghebbende heeft tijdens zijn verhoor bij de FIOD (zie 2.16.2) verklaard dat zijn aangiften in de jaren 2012 en 2013 zijn verzorgd door administratiekantoor [B] respectievelijk [C] . De namen van dit administratiekantoor en deze persoon zijn tijdens het FIOD-onderzoek naar voren gekomen als kantoor dat dan wel persoon die betrokken was bij de fraudehandel;
- de boetes voor het jaar 2012 en 2013 moeten gelet op het voorgaande in onderlinge samenhang worden beoordeeld.
(ne bis in idem beginsel). Ingevolge artikel 5:44 Awb legt het bestuursorgaan geen boete op indien tegen de overtreder wegens dezelfde gedraging een strafvervolging is ingesteld en het onderzoek ter terechtzitting is begonnen, dan wel een strafbeschikking is uitgevaardigd
(una via beginsel). Ingevolge artikel 243, lid 1, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) doet de officier van justitie, indien hij afziet van verder vervolging, de verdachte daarvan onverwijld schriftelijk mededeling. Ingevolge artikel 243, lid 2, Sv heeft, indien ter zake van het feit aan de verdachte een bestuurlijke boete is opgelegd, dan wel een mededeling als bedoeld in artikel 5:50, lid 2, onderdeel a, Awb is verzonden, dit dezelfde rechtsgevolgen als een kennisgeving van niet verdere vervolging.
Proceskosten
Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank, en
- bevestigt de uitspraken op bezwaar.