Uitspraak
Gemeente Den Haag,
10 juni 2021 plaatsgevonden. Partijen zijn toen bijgestaan door genoemde advocaten. Door de advocaat van [werknemer] is gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die aan het hof zijn overgelegd. Van de mondelinge behandeling is proces verbaal gemaakt.
“Oracle”het verzoek van [werknemer] om een factuur van ZSN Advies & Beheer (hierna: ZSN) ter hoogte van € 72.585,48 goed te keuren. Omdat ZSN geen bekende leverancier was, zijn deze medewerkers van de gemeente verder in het administratieve systeem gaan zoeken. Deze medewerkers hebben vervolgens nog een aantal facturen aangetroffen van bedrijven, die zij als verdacht – want onbekend – hebben aangemerkt.
“quick scan”laten uitvoeren naar de specifieke facturatie in verband met het aanvragen van betalingen aan een viertal leveranciers in verband met mogelijke onregelmatigheden. In het rapport is het volgende vermeld, waarbij met
“ Controller ”[werknemer] is bedoeld:
8 januari 2020 besloten een integriteitsonderzoek naar [werknemer] te starten. Het onderzoek is uitgevoerd door Hoffmann Bedrijfsrecherche B.V. (hierna: Hoffmann).
“integriteitssignaal”heeft ontvangen waarin zijn naam is genoemd en dat daardoor het vermoeden is ontstaan dat
“er wellicht sprake is van een integriteitsschending door u”en dat er daarom een integriteitsonderzoek zou worden gedaan naar zijn gedragingen. Verder is in deze brief vermeld:
[medewerker Achmea rechtsbijstand] , medewerker van Achmea Rechtsbijstand, was toen voor [werknemer] bij het gesprek aanwezig.
“Feiten
Bevindingen onderzoek
Dringende reden
primairverzocht het ontslag op staande voet te vernietigen en de gemeente te veroordelen hem tot het werk toe te laten en het loon c.a. door te betalen, en
subsidiairaan hem ten laste van de gemeente een billijke vergoeding toe te kennen en de gemeente te veroordelen tot het betalen van (a) een schadevergoeding vanwege onregelmatige opzegging en (b) een transitievergoeding. Verder verzocht [werknemer] de gemeente te veroordelen tot het betalen van een bedrag dat zij in het kader van de eindafrekening heeft ingehouden. Tot slot verzocht [werknemer] de gemeente in de proceskosten te veroordelen.
primair: (1) de arbeidsovereenkomst te herstellen, (2) de gemeente te veroordelen [werknemer] tot het werk toe te laten en (3) aan hem loon c.a. te betalen vanaf 4 maart 2020 dan wel vanaf een andere datum van herstel van de arbeidsovereenkomst, en (4) daarbij te bepalen dat de onderbreking van de herstelde arbeidsovereenkomst voor de aanspraken op
“arbeidsrechtelijke regelingen”geen nadelige gevolgen heeft;
subsidiair, voor het geval het hof niet besluit tot herstel van de arbeidsovereenkomst: de gemeente te veroordelen tot het betalen van (1) een transitievergoeding, (2) een gefixeerde schadevergoeding, (3) het bij de eindafrekening ingehouden bedrag en (4) een billijke vergoeding;
en zowel primair als subsidiair: de gemeente te veroordelen (1) aan [werknemer] bruto/netto- specificaties te verstrekken van de bedragen tot betaling waarvan de gemeente in hoger beroep wordt veroordeeld, op straffe van verbeurte van een dwangsom, (2) de proceskosten van beide instanties te betalen, de nakosten daaronder begrepen, te vermeerderen met wettelijke rente.
grievendat er geen dringende reden was om hem op staande voet te ontslaan. Deze grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling. Waar nodig zal daarbij op de afzonderlijke grieven worden ingegaan.
grief 4betoogt [werknemer] dat de weergave van het gesprek met hem in het rapport van Hoffmann niet juist is en niet gebruikt dient te worden. [werknemer] stelt over het verslag in de processtukken (in de kern) het volgende.
[medewerker Achmea rechtsbijstand] van Achmea Rechtsbijstand.
“het onderzoek van zijn werkomgeving”. Het hof gaat hieraan voorbij, ook als in strijd zou zijn gehandeld met genoemd protocol, omdat niet is onderbouwd welke relevantie dit heeft voor de beoordeling van de feitelijke bevindingen van Hoffmann.
“elk voor zich, maar ook tezamen grond vormen”– dat wil zeggen: een dringende reden zijn – voor het ontslag op staande voet. Niet is aangevoerd dat [werknemer] de ontslagbrief anders heeft begrepen.
“inkooporder”aan en het desbetreffende bedrijf/ de opdrachtnemer krijgt een
“inkoopnummer”. Dit inkoopnummer dient de leverancier/opdrachtnemer te vermelden op de factuur.
“Crediteuren”. Op deze afdeling wordt de factuur gescand en onder vermelding van het inkoopnummer in Oracle geplaatst.
“prestatieverklaring”toe in Oracle.
“vakantieregel”worden ingesteld. Dit betekent dat een collega van de projectleider/budgethouder de factuur goedkeurt en daarvoor dus ook (tijdelijk) mandaat heeft. Normaal gaat dat naar iemand met eenzelfde of hoger financieel mandaat.
“in de business”en kan in de meeste gevallen niet beoordelen of er een bepaalde prestatie is geleverd en een factuur dus betaalbaar moet worden gesteld.
Tax
“creator/author”van dit bestand volgt dat hij de maker daarvan is (productie 22 bij verweerschrift in eerste aanleg).
“blijven liggen bij een medewerker”, wat onwaar was, en door te zeggen dat er haast was vanwege de
“maandafsluiting”en
“omdat wij al zo laat zijn”en vervolgens aangedrongen op
“snelheid”met betalen.
28 mei 2019 met ziekteverlof. Dat had tot gevolg dat in Oracle, waarin de processen lopen, een
“vakantieregel”was ingesteld, die inhoudt dat iemand anders de betaling kon goedkeuren. Door deze regel heeft projectondersteuner mevrouw [projectondersteuner] de factuur
“doorgezet”naar de manager [manager] (p. 16) met de opmerking dat de factuur al door [werknemer] was goedgekeurd vanwege een correctie (die op de factuur door [werknemer] met de hand was bijgeschreven). [manager] , die dus niet inhoudsdeskundig was ten aanzien van het presteren van Tax (p. 11) heeft de factuur toen vervolgens in vertrouwen goedgekeurd.
e-mailadres gestuurd en in circulatie gebracht bij de crediteurenadministratie (p. 30 en 31). Ook hiervoor heeft [werknemer] geen goede verklaring gegeven.
“creator”, wat inhoudt dat hij deze factuur heeft gemaakt.
“i.v.m. juiste kostenallocatie en correctie”en een
“boekingsaanwijzingsnummer”. De tekst is ondertekend door [werknemer] . Door een factuur direct aan een boekingsaanwijzingsnummer te koppelen komt een factuur rechtstreeks in de workflow in Oracle van de verantwoordelijk manager (budgethouder) en wordt de factuur dus niet beoordeeld door iemand die inhoudelijk op de hoogte is, zoals een taakdirecteur of projectleider (p. 11, 2e bullit van onderen).
“weer wat correcties en juiste kosten allocatie facturen”en
“Heeft geen invloed op budget, gaat om dathet
zuiver is. Verzoek deze facturen goed te keuren.”Op hetzelfde tijdstip stuurde [werknemer] ook een e-mail naar mevrouw [teammanager] , teammanager Crediteuren Inkoopadministratie, met daarbij deze factuur met het verzoek om deze factuur vandaag nog in te boeken, waarop zij reageerde met
“Komt goed”.
aanmevrouw [adjunct manager] laten weten dat hij contact op zal nemen met de leverancier.
“zoals beloofd”teruggezet in de werklijst van [werknemer] . Als gevolg daarvan was hij technisch in staat de factuur goed te keuren. Deze mail sluit niet goed aan op wat [werknemer] over het in de werklijst zetten heeft gezegd, namelijk:
Zij had deze factuur in haar werklijst. Ze belde mij en vroeg naar de factuur. Volgens mij was de factuur bij [adjunct manager] terecht gekomen, omdat [manager][hof: [manager] ]
afwezig was. Ze had vragen over de factuur.
“creator”van de creditfactuur vermeld en
“content created”is 24 december 2019. Dat is opmerkelijk aangezien de datum op de creditfactuur 5 november 2019 is.
“Kan onderstaand afgehandeld worden”.
- bekrachtigt de tussen partijen op 1 juni 2020 gewezen beschikking van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Den Haag;
- veroordeelt [werknemer] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van de gemeente tot op heden begroot op € 772,-- aan griffierecht en € 2.228,-- aan salaris advocaat (2 punten, tarief II);
- wijst de bij wijze van eiswijziging in hoger beroep voor het eerst gedane verzoeken van [werknemer] af;
- verklaart deze beschikking ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
B. Barentsen en is ondertekend en in het openbaar uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 november 2021 in aanwezigheid van de griffier.