ECLI:NL:GHDHA:2021:2112
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WOZ-waarde van een appartement en de daarbij opgelegde aanslagen door de Heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 6 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de WOZ-waarde van een appartement in Rotterdam. De Heffingsambtenaar had de waarde van de woning vastgesteld op € 286.000 per 1 januari 2018, wat leidde tot aanslagen in de onroerendezaakbelastingen, rioolheffing en afvalstoffenheffing. De belanghebbende, een eigenaar van het appartement, heeft bezwaar gemaakt tegen deze vaststelling en de daaropvolgende aanslagen, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. De Rechtbank Rotterdam heeft het beroep van de belanghebbende tegen de beslissing van de Heffingsambtenaar afgewezen, waarna de belanghebbende in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting van het Hof op 14 september 2021 heeft de belanghebbende telefonisch deelgenomen, terwijl de Heffingsambtenaar aanwezig was. De belanghebbende betwistte de hoogte van de WOZ-waarde en voerde aan dat de Heffingsambtenaar onvoldoende rekening had gehouden met waardedrukkende factoren zoals de ligging van het appartement en de onderhoudstoestand. Het Hof oordeelde dat de Heffingsambtenaar aannemelijk had gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog was en dat de vergelijkingsobjecten die waren gebruikt voor de waardebepaling goed vergelijkbaar waren met de onroerende zaak van de belanghebbende. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Rechtbank en wees de vorderingen van de belanghebbende af, waaronder de verzoeken om schadevergoeding en het overleggen van aanvullende stukken.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van de Heffingsambtenaar bij het vaststellen van de WOZ-waarde en de noodzaak voor transparantie in de onderliggende gegevens. Het Hof concludeerde dat de belanghebbende niet voldoende bewijs had geleverd om haar stellingen te onderbouwen en dat de Heffingsambtenaar aan zijn bewijslast had voldaan. De zaak is daarmee ongegrond verklaard.