Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Waar de zaak over gaat
2.Het procesverloop in hoger beroep
3.De feiten
“
(..) Ik stel graag voor het salaris voortaan vooraf betaald te krijgen (…) Gezien mijn ervaringen in het verleden en voorkomen van afgelopen dagen is dit voor mij de beste oplossing om gefocused & gemotiveerd te blijven werken – zonder onzekerheid. (…) Ik zal er dagelijks zijn van 09.00 tot 17.00 (…) Ik zal zoals gewoonlijk altijd voor jullie klaar staan (…) Ik hoop dat wij er uitkomen en dat we nog heel lang samen gaan werken (…)”
“
(…) Je hebt om voorafbetaling salaris verzocht en dit is buiten het kader van ons bedrijf. Hierbij bevestigen we je mondelinge opzegging van 11-08-2016. Dit betekent dat je arbeidsovereenkomst eindigt met ingang van 08-08-2016. In overleg is besloten dat 08 augustus 2016 je laatste werkdag is geweest bij GGZ Weal City.”
In de afgelopen verslagperiode is de correspondentie naar aanleiding van het rechtmatigheidsonderzoek voortgezet. De bestuurder heeft nagelaten een groot deel van de gestelde vragen dan wel verzoeken om nadere inlichtingen te beantwoorden en een groot deel van de beantwoorde vragen zijn onduidelijk of niet onderbouwd (ondanks het specifieke verzoek daartoe). De curator heeft dan ook de conclusies getrokken die zij gerade[n] acht. Inmiddels is de bestuurder aansprakelijk gesteld voor onbehoorlijk bestuur bestaande uit onder andere het voeren van een ondeugdelijke administratie en het onttrekken van geld zonder dit te verantwoorden in de administratie van de stichting. Tevens is melding van faillissementsfraude gedaan.”