Uitspraak
Eigendomsverhoudingen. Splitsing. Koop.
Artikel 2.
1. Partijen zijn als volgt geïnteresseerd in het Registergoed:
2. Ten einde het mogelijk te maken dat er verschillende eigenaren van het Registergoed zijn die ieder eigenaar van een bepaald gedeelte zijn, zal het Registergoed dienen te worden gesplitst in appartementsrechten. Deze splitsing zal worden verzorgt door [naam] Notarissen overeenkomstig de bij hen op kantoor gebruikelijke voorwaarden. Uitgangspunten daarbij zullen zijn:
3. In verband met het hiervoor in dit artikel bepaalde verkoopt [geïntimeerde] aan:
Splitsing en levering.
Artikel 4.
1. Indien en zodra de omgevingsvergunning is afgegeven, dan wel zoveel eerder als gewenst zou kunnen zijn voor de aanvraag van de splitsingsvergunning, zal [geïntimeerde] opdracht geven aan [naam] om de splitsing van het Registergoed in de gewenste appartementen te
realiseren.
2. Indien en zodra de gewenste splitsing is gerealiseerd zullen de appartementen geleverd worden aan de diverse Partijen, zulks tegen betaling van de gemelde koopprijzen. (…)
Waarborg.
“Huurinkomsten.
appartement B;
appartementen C.”
facturen na 3 juli 2018 met betrekking tot “nieuw uitgevoerd werk”.Daaruit volgt wel dat een afspraak is gemaakt om toekomstige kosten volgens een bepaalde verdeelsleutel te verdelen, en dat daartoe een gezamenlijke rekening zal worden geopend waarop alle partijen geld zullen storten, maar niet dat de verplichting van RG c.s. om een waarborgsom te storten daarmee is komen te vervallen. Dat die verplichting in het kader van de kostenverdeling is vervallen ligt ook niet voor de hand omdat, zoals [geïntimeerde] ook heeft aangevoerd, de afspraak van partijen om gezamenlijk toekomstige kosten te betalen, los staat van de verplichting van RG c.s. jegens [geïntimeerde] om een waarborgsom te storten. Die waarborgsom heeft geen betrekking op kosten, maar is gerelateerd aan de toekomstige verplichting van RG c.s. om de koopsom van de appartementen bij levering aan [geïntimeerde] te betalen.
grieven 8 tot en met 11richten zich tegen het oordeel van de rechtbank dat RG c.s. geen beroep toekomt op de “tenzij-uitzondering”. Bij de beoordeling van deze grieven stelt het hof het volgende voorop.
tenzijde tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Deze “tenzij-bepaling” brengt mee dat de rechter moet beoordelen of de tekortkoming, gelet op de omstandigheden van het geval, van voldoende gewicht is om de overeenkomst te ontbinden. Alleen een tekortkoming van voldoende gewicht geeft recht op (gedeeltelijke) ontbinding van de overeenkomst.
grief 9merkt het hof nog het volgende op. RG c.s. hebben met deze grief op zichzelf terecht onder de aandacht gebracht dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat RG c.s. “erin waren geslaagd te bedingen” dat slechts 5% van de koopsom van de appartementen als zekerheid diende te worden gesteld. Het hof heeft deze overweging buiten beschouwing gelaten. Dat leidt echter niet tot een andere uitkomst. De grief kan daarom niet tot vernietiging leiden.
de grieven 8 tot en met 11niet tot vernietiging van het bestreden vonnis leiden omdat de ontbinding van de ontwikkelingsovereenkomst wegens de tekortkoming van RG c.s. (het niet voldoen van de waarborgsom) is gerechtvaardigd.
grieven 2 tot en met 5zijn gericht tegen r.o. 4.5 tot en met 4.8 van het bestreden vonnis waarin de rechtbank de feitelijke context heeft weergegeven. Daarin is onder meer het volgende overwogen:
huurinkomsten”. Deze bepalingen impliceren dat rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat de appartementen worden verhuurd. [geïntimeerde] heeft niet toegelicht hoe die mogelijkheid van verhuur zich verhoudt tot de door hem veronderstelde privé bewoning door [bestuurder Vijverborgh] en [bestuurder RG] . Hij heeft slechts aangevoerd dat hij over deze bepalingen heen heeft gelezen, althans deze verkeerd heeft geïnterpreteerd. Dat komt voor zijn rekening en risico. Ook komt voor zijn rekening en risico dat hij zich pas in een later stadium door deskundigen heeft laten adviseren, zoals de rechtbank heeft overwogen.
grief 25komen RG c.s. op tegen de afwijzing van hun vorderingen in reconventie. Die grief verwijst naar “al hetgeen in conventie is aangevoerd” en deelt daarom het lot van de vorige grieven.