ECLI:NL:GHDHA:2021:1601
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- A.A.F. Donders
- A. Zonneveld
- M.A.J. Burgers-Thomassen
- Rechtspraak.nl
Beëindiging ouderlijk gezag en de vereisten van het EVRM
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 25 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het ouderlijk gezag van de ouders over hun minderjarige kind. De moeder had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Den Haag, waarin het gezag van de ouders was beëindigd. Het hof oordeelde dat niet voldaan was aan de vereisten van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM) voor een gezagsbeëindiging. Het hof stelde vast dat zowel de moeder als de vader altijd hadden ingestemd met de uithuisplaatsing van de minderjarige en dat zij goed samenwerkten met de gecertificeerde instelling. De ouders hadden geen problemen in de uitoefening van hun gezag en de minderjarige was goed op zijn plek in het gezinshuis. Het hof concludeerde dat de noodzaak voor beëindiging van het gezag ontbrak, waardoor de eerdere beschikking van de rechtbank ten onrechte was gegeven. Het hof vernietigde de bestreden beschikking en wees het verzoek tot beëindiging van het ouderlijk gezag af.